Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
Inleiding lezen en argumenteren - theorieles
De hoofdgedachte van een tekst is altijd een mededelende zin.
A
waar
B
niet waar
1 / 16
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
De hoofdgedachte van een tekst is altijd een mededelende zin.
A
waar
B
niet waar
Slide 1 - Quizvraag
De hoofdgedachte van een overtuigende tekst kan een constatering zijn.
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Een informerende titel is vooral bedoeld om de lezer nieuwsgierig te maken naar de inhoud van de tekst.
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Welke twee functies heeft de inleiding van een tekst?
Slide 4 - Open vraag
Noteer twee elementen die naast de hoofdgedachte in het slot van een tekst kunnen voorkomen.
Slide 5 - Open vraag
Welke tekststructuur past bij een middenstuk waarin onder andere oorzaken en gevolgen besproken worden?
A
argumentatiestructuur
B
probleem-oplossingstructuur
C
vraag-antwoordstructuur
Slide 6 - Quizvraag
Welk verband wordt aangegeven met het signaalwoord 'niettemin'?
Slide 7 - Open vraag
Welk verband wordt aangegeven met het signaalwoord 'zodat'?
Slide 8 - Open vraag
Welke drie soorten standpunten zijn er?
Slide 9 - Open vraag
Noteer drie zaken die je moet controleren bij het beoordelen van de betrouwbaarheid van een website.
Slide 10 - Open vraag
Bij een negatief standpunt is er altijd sprake van een verbod.
A
Juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Ik vind, dan ook, immers en daarom zijn signalen voor een standpunt.
A
Juist
B
onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Een waarderende uitspraak geeft aan dat iets (on)wenselijk, (on)gepast, goed of slecht, mooi of lelijk is.
A
Juist
B
onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Met een weerlegging ontkracht je een argument.
A
Juist
B
onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Argumenten zijn afhankelijk als ze alleen in combinatie met elkaar het standpunt ondersteunen.
A
Juist
B
onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Als je in een blokjesschema van beneden naar boven leest, kun je voor een pijltje want invullen.
A
Juist
B
onjuist
Slide 16 - Quizvraag