Landstede Groep

13.2 Driehoeken

Hoofdstuk 13:
Vlakke figuren
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 13:
Vlakke figuren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • De leerlingen kennen de rechthoekige driehoek, de gelijkbenige driehoek en de gelijkzijdige driehoek
  • De leerlingen kunnen de hierboven genoemde driehoeken herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Driehoeken
In het vorige hoofdstuk hebben we geleerd wat hoeken zijn. Als je 3 van die hoeken samenvoegt, dan heb je (heel logisch) een driehoek. 

We kennen verschillende soorten driehoeken en die lopen we even langs.

Slide 3 - Tekstslide

Rechthoekige driehoek
Een rechthoekige driehoek noem je zo omdat een van de hoeken een rechte hoek (90 graden) is. (Denk aan het hoekje)

Slide 4 - Tekstslide

Gelijkbenige driehoek
Een gelijkbenige driehoek noem je zo omdat deze driehoek 2 zijden (benen) heeft die evenlang zijn. Om aan te geven dat de hoeken hetzelfde zijn, zet je op de zijde een tekentje.
Een gelijkbenige driehoek heeft 1 symmetrieas.

Slide 5 - Tekstslide

Gelijkzijdige driehoek
Bij een gelijkzijdige, zijn alle zijden even lang. Daarmee zijn de hoeken ook altijd evengroot, namelijk 60 graden. Een gelijkzijdige driehoek heeft ook 3 symmetrieassen.

Slide 6 - Tekstslide

De 3 driehoeken
Nog even alles op een rijtje. Bekijk ook alle uitleg stukjes in het boek als het je nog niet duidelijk is.

Slide 7 - Tekstslide

Even oefenen .....
Je krijgt een aantal meerkeuzenvragen. Probeer steeds het juiste antwoord te geven.

Slide 8 - Tekstslide

Bestaan er driehoeken met twee rechte hoeken?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Welke 2 driehoeken
zie je hier?

A
rechthoekige driehoek & gelijkbenige driehoek
B
gelijkzijdige driehoek & rechthoekige driehoek
C
gelijkbenige driehoek & gelijkzijdige driehoek
D
dit zijn geen driehoeken

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel rechthoekige driehoeken zie ik hier?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 11 - Quizvraag


Welke driehoeken zijn rechthoekig?
A
1, 2, 4
B
2, 3, 4
C
1, 3, 5
D
1, 2, 3

Slide 12 - Quizvraag

Huiswerk
Maak opdracht 8, 10, 12, 13  van paragraaf 13.2
- Zorg dat je de uitleg nog een keer bekijkt als je er niet uitkomt.
- Kijk de vragen na.
- Heb je een aantal fouten? kijk goed naar wat het antwoordenboek doet, kies zelf nog 2 vragen uit om verder te oefenen.
- Ging het goed? Daag jezelf uit met een uitdagende opdracht

Slide 13 - Tekstslide