Landstede Groep

Present Simple

Where are we?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Where are we?

Slide 1 - Tekstslide

Edinburgh, Scotland

Slide 2 - Tekstslide

Present Simple

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wanneer gebruik je de Present simple?

Slide 5 - Open vraag

Hoe ziet de present simple eruit? Hoe maak je die?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Wat gebeurt er met werkwoorden die eindigen op een -s klank bij de onderwerpsvormen HE/SHE/IT?

Slide 8 - Open vraag

Hoe veranderen werkwoorden die op een -y klank eindigen zoals study?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Geef 3 signaalwoorden van de Present simple.

Slide 12 - Open vraag

Kies bij de volgende vragen de goede vorm van de present simple.

Slide 13 - Tekstslide

Present simple
He ..... (to try)
A
try
B
tries
C
trys

Slide 14 - Quizvraag

Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 15 - Quizvraag

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 16 - Quizvraag

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 17 - Quizvraag

Present simple
They ...... (to visit) us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 18 - Quizvraag

Vul bij de volgende vragen de juiste vorm van de present simple in. 

Je vult alleen het missende werkwoord in, je hoeft dus niet de hele zin over te schrijven!

Slide 19 - Tekstslide

(to walk) present simple
He ....... in the park.

Slide 20 - Open vraag

(to teach) present simple
She ..... English.

Slide 21 - Open vraag

(to cry) present simple
The baby ..... .

Slide 22 - Open vraag

(to dance) present simple
I ..... at the party.

Slide 23 - Open vraag

(to kiss) present simple
Charlotte ..... her boyfriend.

Slide 24 - Open vraag

(to watch) present simple
We ..... a nice film.

Slide 25 - Open vraag

Ik snap de present simple
A
helemaal
B
bijna, met de opdrachten moet het lukken
C
bijna, met een herhaling in de volgende les moet het lukken
D
Nee, help me!

Slide 26 - Quizvraag

Get to Work!
Do exercise 30,31,32&33 from E (writing & grammar)

Slide 27 - Tekstslide