Hoofdstuk 2 p1t/m 5
1 / 16
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Behoefte
Consumeren
Produceren
Het gemis van iets wat je graag wilt hebben of doen.
Een behoefte vervullen.
Iets doen of maken voor het vervullen van een behoefte.
Slide 3 - Sleepvraag
Consumeren wordt beperkt door:
A
gebrek aan tijd
B
gebrek aan geld
C
A en B zijn goed
Slide 4 - Quizvraag
Rond af op 2 decimalen.
83, 44389
83, 44389
Slide 5 - Open vraag
Dani laat haar haar verven door de kapper. Dat kost € 34,50 . Zij kan ook bij de drogist een doe-het-zelfpakket kopen voor € 11,50. Voor de rest heeft zij alle middelen in huis. Wat is de waarde van de productie thuis?
Slide 6 - Open vraag
We kennen drie productiefactoren. Welke hoort er niet bij?
A
Kapitaal goederen
B
Grondstoffen
C
Natuur
D
Arbeid
Slide 7 - Quizvraag
De natuur levert ....
A
grondstoffen
B
energie
C
grondstoffen en energie
Slide 8 - Quizvraag
Productie die geen milieuproblemen in de toekomst oplevert heet duurzame productie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Maatschappelijk kosten zijn de
A
Nadelen van de productie in de samenleving
B
Nadelen van de consumptie in de samenleving
C
Nadelen van de productie en consumptie voor de samenleving.
Slide 10 - Quizvraag
Welk begrip hoort op de plek van de rode vlek
Slide 11 - Open vraag
Hoeveel uur werkt Nora meer dan Elmer?
A
18
B
6
C
9
D
24
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel % van de uitgaven is voor ontspanning?
Slide 13 - Open vraag
€ 16,90 per maand = .......€ per week
Geef je berekening
Geef je berekening
Slide 14 - Open vraag
€ 9,75 per maand = ........€ per dag
Geefje berekening
Geefje berekening