In deze les zitten 8 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
4.3 - Moleculen en atomen (les 2)
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp:
JA!
Telefoons in de telefoontas!
Slide 1 - Tekstslide
Bron 2 op blz. 77
Deze moet je uit je hoofd kennen!
Er zijn ruim 100 verschillende atomen.
Elke atoomsoort heeft een symbool.
Eerste letter is een hoofdletter.
Tweede letter is kleine letter.
Ander woord atoomsoort is element.
Slide 2 - Tekstslide
Moleculen van ontleedbare stoffen zijn opgebouwd uit meerdere atoomsoorten, zoals de moleculen van water, H2O.
Niet-ontleedbare stoffen zijn opgebouwd uit één atoomsoort. Je schrijft dan achter het symbool tussen haakjes de fase van de stof, bijvoorbeeld Cu (s) of He (g).
Er zijn zeven niet-ontleedbare stoffen die uit moleculen bestaan. Deze moleculen bestaan uit twee dezelfde atomen. Die noem je ook wel de diatomaire moleculen.
De formule van een niet-ontleedbare stof is het symbool van die stof met de fase.
Formule taal
Slide 3 - Tekstslide
Claartje Fietst Niet In Haar OnderBroek
De letters in hoofdletters zijn de niet-ontleedbare stoffen waarvan de moleculen uit 2 atomenbestaan.
Er zijn zeven niet-ontleedbare stoffen die uit moleculen bestaan. Deze moleculen bestaan uit twee dezelfde atomen. Die noem je ook wel de diatomaire moleculen. Hieronder staan 3 ezelsbruggetjes om ze te onthouden.
ClBrINHOF
Slide 4 - Tekstslide
Je kunt onmogelijk de naam leren van alle moleculen die uit twee of meer atoomsoorten bestaan.
Dat hoeft niet scheikundigen over de hele wereld gebruiken daar dezelfde regels voor, die jij ook gaat leren.
Je kunt zo de molecuulformule van difosforpentaoxide afleiden.
Daarvoor moet je de eerste zes Griekse telwoorden kennen:
1
2
3
4
5
6
mono
di
tri
tetra
penta
hexa
Systematisch naamgeven (1)
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Stappenplan systematisch naamgeven (2)
Elke lettergreep van de systematische naam zegt iets over de formule van het molecuul. Je leidt de formule stapsgewijs af.
1. Noteer de symbolen van de atoomsoorten in de naam en laat ruimte leeg achter symbool voor index.
difosforpentaoxide
2. Zet de nummers van de Griekse telwoorden achter het symbool van de atoomsoort. Let op: difosfor, dan zegt die di iets over fosfor.
3. De laatste lettergreep is altijd -de. Dit geeft aan dat wat ervoor staat de naam is van een molecuul.
4. Schrijft de fase achter de formule.
Slide 7 - Tekstslide
Huiswerk
1. Maken en nakijken opdracht 13 t/m 20 van paragraaf 4.3
2. Maak hier foto's van en lever hier foto's in van blz. 18 en 19.