Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
NT2 Verleden tijd van werkwoorden
verleden tijd
sterke en zwakke werkwoorden > strong en weak verbs
1 / 40
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
40 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
verleden tijd
sterke en zwakke werkwoorden > strong en weak verbs
Slide 1 - Tekstslide
How do you turn a verb
into the past simple?
Slide 2 - Woordweb
Tegenwoordige tijd (present simple)
Ik
fiets
naar huis
Khalid
fietst
naar huis
Slide 3 - Tekstslide
Tegenwoordige tijd (ott)
Present simple
Ik
fiets
naar huis
Khalid
fietst
naar huis
Verleden tijd (ovt)
Past simple
Ik
fietste
naar huis
Khalid
fietste
naar huis
Slide 4 - Tekstslide
Verschillende tijden
Tegenwoordige tijd (ott) - Ik
woon
i
n Amsterdam
Present simple
Verleden tijd (ovt)
-
Ik
woonde
in Amsterdam.
Past simple
Voltooide tijd (vtt)
-
Ik
heb
in Amsterdam
gewoond
Present perfect (perfectum)
Slide 5 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden = regelmatige werkwoorden >
weak verbs
Volgen de regel: - SoFT KeTCHuP
Follow the rule:
- T eX KoFSCHiP
Slide 6 - Tekstslide
Verleden tijd - past simple
Regelmatige werkwoorden
-> volgen de
regel T eX KoFSCHiP
Hele werkwoord
fiets
en
De stam
fiet
s
(
T eX KoF
S
CHiP
)
- stam + te (enkelvoud) fiets
te
- stam + ten (meervoud) fiets
ten
Slide 7 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden
Regelmatige werkwoorden -> volgen de regel
Hele werkwoord
wonen
Wat is de stam? ...
Wat is de regel? ...
Slide 8 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden
Regelmatige werkwoorden -> volgen de regel
Hele werkwoord
wonen
De stam
woon
(
niet
in T eX KoFSCHiP)
- stam + de (enkelvoud) woon
de
- stam + den (meervoud woon
den
Slide 9 - Tekstslide
SoFT KeTCHuP
In SoFT KeTCHuP:
Not
in SoFT KeTCHuP
STAM + te/ten STAM + de/den
Hele werkwood -
en
Slide 10 - Tekstslide
Past simple > past perfect
I
lived
in Amsterdam
Ik
woonde
in Amsterdam (past tense)
Ik
heb
in Amsterdam
gewoond
(past perfect)
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) - past perfect
Ik
heb
in Amsterdam
gewoond
Heb gewoond = vtt > past perfect
Gewoond = voltooid deelwoord > past participle
Use SoFT KeTCHuP for the past perfect aswell!
Slide 13 - Tekstslide
Wat is de stam van pakken?
Slide 14 - Open vraag
Wat is de verleden tijd enkelvoud (past simple) van pakken?
Slide 15 - Open vraag
Wat is de verleden tijd (past simple) meervoud van pakken?
Slide 16 - Open vraag
Wat is de vtt (past perfect) van pakken?
Slide 17 - Open vraag
Wat is de stam van leggen?
Slide 18 - Open vraag
Wat is de verleden tijd (past simple) enkelvoud van leggen?
Slide 19 - Open vraag
Wat is de verleden tijd (past simple) meervoud van leggen?
Slide 20 - Open vraag
Wat is de vtt (past perfect) van leggen?
Slide 21 - Open vraag
Wat is de stam van praten?
Slide 22 - Open vraag
Wat is de verleden tijd (past simple) enkelvoud van praten?
Slide 23 - Open vraag
Wat is de verleden tijd (past simple) meervoud van praten?
Slide 24 - Open vraag
Wat is de vtt (past perfect) van praten?
Slide 25 - Open vraag
Wat is de stam van leven?
Slide 26 - Open vraag
Wat is de verleden tijd (past simple) enkelvoud van leven?
Slide 27 - Open vraag
Wat is de verleden tijd (past simple) meervoud van leven?
Slide 28 - Open vraag
Wat is de vtt (past perfect) van leven?
Slide 29 - Open vraag
Vul in schudden.
Ik ..... zijn hand gisteren
A
schudde
B
schudden
C
schudte
D
schudten
Slide 30 - Quizvraag
Vul in antwoorden.
Hij ..... gisteren pas heel laat.
A
antwoordte
B
antwoordde
C
anwoorde
D
antwoordten
Slide 31 - Quizvraag
Vul in voeden.
Wij ..... gisteren de paarden.
A
voedte
B
voedten
C
voedden
D
voedde
Slide 32 - Quizvraag
vul in bloeden.
De wonden ..... heel erg
A
bloedde
B
bloedt
C
bloedden
D
bloedte
Slide 33 - Quizvraag
vul in antwoorden.
Het vliegtuig ..... gisteren pas heel laat.
A
landt
B
landden
C
landten
D
landde
Slide 34 - Quizvraag
Exercises
Please do the exercises you can find in the Teams chat
Slide 35 - Tekstslide
Sterke werkwoorden
on
regelmatige werkwoorden - volgen de regel
niet
Slide 36 - Tekstslide
Ik .......... gisteren van de spin(schrikken)
Slide 37 - Open vraag
Ik .......(drinken, verleden tijd) mijn cola op.
Slide 38 - Open vraag
Onregelmatige werkwoorden
Beginnen-begon- ik ben begonnen
Drinken-dronk-Ik heb gedronken
Dwingen-dwong-Ik heb gedwongen
Klinken-klonk-Ik heb geklonken
Schrikken-schrok-Ik ben geschrokken
Slide 39 - Tekstslide
Mijn moeder ......(dwingen, verleden tijd) mij om mijn eten op te eten.
Slide 40 - Open vraag