Landstede Groep

Hoofdstuk 8. Je lichaam werkt - Paragraaf 8.2 Je ademt

Quizizz

Ga naar: join.quizizz.com
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Quizizz

Ga naar: join.quizizz.com

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je leert hoe je ademhaalt;

- Je leert hoe zuurstof in je bloed komt;

- Je leert waarom je door je neus moet ademhalen;

- Je leert hoe je ademhaling wordt geregeld.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Hoe haal je adem?
De longen liggen binnenin je borstkas.

Als je inademt, worden je longen groter
ribben omhoog en middenrif plat → borstkas groter → longen groter → lucht in de longen.

Als je uitademt, worden je longen kleiner: 
ribben omlaag en middenrif bol → borstkas kleiner → longen kleiner → lucht uit de longen.

Borstademhaling: je ribben bewegen door tussenribspieren en zwaartekracht.

Buikademhaling: je middenrif beweegt door middenrifspieren en elastische buikwand.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hoe komt lucht in je longen?
De weg van lucht: 
neusholte → keelholte → luchtpijp → bronchiën → luchtpijptakjes → longblaasjes.

In de luchtpijp en bronchiën zitten kraakbeenringen. Die houden de luchtpijp en bronchiën open.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe komt zuurstof in je bloed?
Om de longblaasjes zitten bloedvaatjes.

Zuurstof gaat vanuit de longblaasjes naar het bloed.

Koolstofdioxide gaat vanuit het bloed naar de longblaasjes.

Slide 7 - Tekstslide

Waarom moet je door je neus ademen?
Inademen door de neus heeft drie voordelen:

  1. Je neus ‘keurt’ de lucht dankzij het reukzintuig. 
  2. Je neusharen houden stof tegen. 
  3. Het slijmvlies maakt de lucht warm en vochtig. 

Aan de binnenkant van je neus, luchtpijp en bronchiën zit slijmvlies.

  • Slijm maakt de lucht vochtig en er plakken stof en ziekteverwekkers aan vast. 

  • Trilhaartjes duwen slijm met vastgeplakt stof en ziekteverwekkers naar de keelholte.

Slide 8 - Tekstslide

Ademhaling regelen
Ademfrequentie: aantal ademhalingen per minuut.

Koolstofdioxide-zintuigcellen in de bloedvaten meten de hoeveelheid koolstofdioxide in het bloed.

Impulsen gaan van koolstofdioxide-zintuigcellen naar het ademcentrum in de hersenen.

Vanuit het ademcentrum gaan impulsen naar de spieren voor de ademhaling.

Een hoger koolstofdioxidegehalte zorgt voor een hogere ademfrequentie.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aan het werk
Hoofdstuk 8. Je lichaam werkt
Paragraaf 8.2 Je ademt
Maken opdracht 1 t/m 21

BEN JE KLAAR?
Samenvatten paragraaf 8.2 of www.biologiepagina.nl
(maak voor jezelf een begrippenlijstje of oefenen)
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Kahoot!
Ga naar de app Kahoot! en log in met de code

OF

Ga naar kahoot.it en log in met de code

Slide 12 - Tekstslide