In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
KLEURENLEER
Slide 1 - Tekstslide
LEERDOEL
Aan het einde van deze les weet en herken je wat:
Primaire kleuren zijn
Secundaire kleuren zijn
Tertiaire kleuren zijn
Slide 2 - Tekstslide
KLEURENLEER
Een kleurencirkel is een manier om zichtbaar te maken hoe de primaire kleuren, secundaire kleuren en tertiaire kleuren in elkaar overlopen.
Johannes Itten ontwikkelde deze kleurencirkel in 1930. Het is samengesteld uit 12 zuivere kleuren.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
De primaire kleuren zijn:
Blauw - Rood - Geel
Slide 5 - Tekstslide
KLEURENCIRKEL
1. Primaire kleuren
2. Secundaire kleuren
3. Tertiare kleuren
1
2
3
KLEUR
Slide 6 - Tekstslide
Secundaire kleuren
Twee primaire kleuren met elkaar mengen
Oranje, groen en paars zijn secundaire kleuren.
Secundair
Secundair
Secundair
Slide 7 - Tekstslide
Tertiaire kleuren
Tertiaire kleuren zijn de kleuren die ontstaan door het mengen van 1 primaire kleur met 1 secundaire kleur of met zwart of wit.
Blauw met groengeeft bijvoorbeeld blauwgroen. Rood met wit geeft roze.
Slide 8 - Tekstslide
Quiz time!
Quiz time!
Slide 9 - Tekstslide
In de driehoek in het midden staan de:
A
Primaire kleuren
B
Tertiaire kleuren
C
Secundaire kleuren
Slide 10 - Quizvraag
Rood, geel en blauw noemen we
A
Felle kleuren
B
Primaire kleuren
C
Eerste kleuren
D
Echte kleuren
Slide 11 - Quizvraag
secundaire kleuren zijn:
A
rood, blauw en groen
B
als je alle primaire kleuren mengt
C
als je twee primaire kleuren mengt
D
als je drie primaire kleuren mengt
Slide 12 - Quizvraag
Bekijk afbeelding 1 Op afbeelding 1 zie je een voorbeeld van:
A
Secundaire kleuren
B
Complementaire kleuren
C
Onverzadigde kleuren
D
Primaire kleuren
Slide 13 - Quizvraag
Welke kleuren heeft de kunstenaar gebruikt?
A
primaire, secundaire, tertiaire, wit,
zwart, goud
B
primaire, secundaire, wit, zwart, goud
C
primaire , tertiaire, wit, zwart, goud
D
secundaire, tertiaire, wit, zwart, goud
Slide 14 - Quizvraag
Welke kleuren zie je hier vooral en wat voor kleuren zijn dit?
A
ROOD en GEEL. Dit zijn secundaire kleuren.
B
ROOD en GEEL. Dit zijn primaire kleuren.
C
ROOD en ZWART. Dit zijn tertiaire kleuren.
D
ROOD en ROZE. Dit zijn tertiaire kleuren.
Slide 15 - Quizvraag
Opdracht 1 KLEURENCIRKEL
Jullie gaan Kleurencirkel van echte voorwerpen maken.
Je gebruikt minimaal minimaal 3 primaire en 3 secundaire kleuren.
Je kunt gebruik maken van speelgoed, kleding, etenswaren, servies en alle andere gebruiksvoorwerpen die je in school aantreft.
Leg de voorwerpen in een cirkel en fotografeer van boven af de voorwerpen.
Maak met verf een kleurencirkel
Slide 16 - Tekstslide
KLEURENCIRKEL VOORBEELDEN 1
KLEURECIRKEL
VOORBEELD 2
Slide 17 - Tekstslide
Opdracht 2 tekening kleurenleer
Ontwerp en maak een tekening waarin je de kleurenleer laat zien. Dit mag niet gewoon in een cirkel zijn. Hou de volgorde van kleuren aan zoals afgebeeld in de kleurencirkel hiernaast.
Maak eerst een collage met 10 afbeeldingen over kleurenleer.
Maak 3 verschillende ontwerpschetsen.
Kies voor één soort compositie, gebruik overlapping en afsnijding.
Laat je ontwerpproces becijferen.
Zet je definitieve tekening op een A3.
Werk je tekening netjes af.
Hoe meng je de kleuren van de kleurencirkel?
Bekijk de video op de volgende pagina.
Bij het mengen van verf is het belangrijk altijd te beginnen met de lichtste kleur van de kleuren die je wilt mengen met elkaar. Je wilt bijvoorbeeld geel en rood mengen, begin dan met geel en meng er rood bij.
TIP
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Inspiratie
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Opdracht 3 GEEF JEZELF EEN KLEUR
Slide 27 - Tekstslide
Wat leer je?
Portret tekenen
Kleurenleer
Tinten mengen
Schilderen
Slide 28 - Tekstslide
De opdracht: Maak een portret (van jezelf) in verschillende tinten van 1 kleur.. Licht & donker - MONOCHROOM
Wat ga je doen?
Zoek of maak een portretfoto (van jezelf). Zorgt dat je er groot opstaat, dat je veel licht/donker op de foto ziet.Maak een mooie uitsnede op je telefoon of computer en laat de foto op A3 formaat uitprinten door de docent.
Trek je foto over met carbonpapier op een groot vel dik papier. Let bij het overtrekken op de contouren en de lichte en donkere delen van je gezicht en trek die ook over.
Als je alles hebt overgetrokken kies je 1 primaire of secundaire kleur uit voor je portret. :Doe eerst de oefenopdracht met de kleur die je uitgekozen hebt.
Schilder dan je portret. De donkerste delen schilder je in met donkere tinten van die ene kleur. De lichtere delen schilder je in met die ene kleur die je mengt met wit. Daartussen probeer je zoveel mogelijk tinten te gebruiken.
Waar wordt je op beoordeeld?
Is het portret herkenbaar?
Heb je veel verschillende tinten van 1 kleur gemengd en gebruikt?
Heb je netjes geschilderd?
Slide 29 - Tekstslide
OEFEN OPDRACHT:
Teken met potlood en liniaal 2 balken van 5 cm hoog en 25 cm breed onder elkaar op dik A4 papier. (horizontaal)
Verdeel beide balken in 5 gelijke vakjes.
Verhelder (balk 1) en verdonker (balk 2) je kleur .
.
Zwart of compl. kleur toevoegen
Slide 30 - Tekstslide
Alles af?
Kleurencirkel
collage met 10 afbeeldingen over kleurenleer
Zet je definitieve tekening op een A3
Maak een portret (van jezelf) in verschillende tinten van 1 kleur + 1 kleur lichter en donkerder