Landstede Groep

Veiligheid bij onweer

Veiligheid bij onweer
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Veiligheid bij onweer

Slide 1 - Tekstslide

Onweerswolk
  • Een wolk kan zich opladen zoals bij een batterij gebeurd
  • Hoe warmer de opstijgende lucht, hoe groter de kans op onweer.
  • Wolk kan 10 km hoog zijn

Slide 2 - Tekstslide

Onweerswolk
  • Door de beweging van warme lucht omhoog en neerslag naar beneden ontstaat wrijving. 
  • Er ontstaat statische elektriciteit.
  • Er komen meer elektronen onder in de wolk (negatieve lading)
  • Er komt een tekort aan elektronen boven in de wolk (positieve lading)
  • Er ontstaat ladingsscheiding 

Slide 3 - Tekstslide

Bliksem en donder
  • Als deeltjes wrijven, ontstaat statische elektriciteit.
  • Als het ladingsverschil groot wordt, vindt er een ontlading plaats. 
  • Deze ontlading ziet er uit als bliksem.  

Slide 4 - Tekstslide

Bliksem en donder
  • Temperatuur van de flits kan 28.000 graden Celsius zijn
  • Lucht om de flits zet uit
  • Er ontstaat een geluidsgolf in alle richtingen
  • Je hoort donder

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat komt eerst?
Donder of bliksem
A
Donder
B
Bliksem

Slide 7 - Quizvraag

Bliksem en donder

Slide 8 - Tekstslide

Bliksem en donder
Vuistregel; 3 sec is 1 km, klopt dit?

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de afstand tussen jou en bliksem?
  • Bliksem komt voor donder
  • Tijd tussen flits en donder bepaalt afstand
  • Afstand = snelheid x tijd
  • Geluid verplaatst zich met 343 m/s 
  • Afstand = 343 x t 
  • Afstand = 343 x 3 = 1029 m   (1 km)


Slide 10 - Tekstslide

Tussen de bliksem en donder zit 6 seconde tijdsverschil.
Wat is de afstand tussen jou en de bliksem?
A
ongeveer 1000 m
B
ongeveer 2000 m
C
ongeveer 6000 m
D
ongeveer 18000 m

Slide 11 - Quizvraag

Veiligheid bij onweer

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Veiligheid bij onweer
  • Metalen voorwerpen geleiden de stroom goed
  •  Blijf tijdens onweer uit de buurt van lantaarnpalen, ijzeren hekken enz. 
  • Bomen geleiden beter elektriciteit dan lucht

Slide 14 - Tekstslide

Veiligheid bij onweer
  • Bliksemafleider: geleid energie van bliksem naar de grond 
  • Koperen draad 
  • Doe wel even de stekkers eruit

Slide 15 - Tekstslide

Veiligheid bij onweer
  • Bliksemafleider
  • Kooi van Faraday
  • Klein mogelijk maken 
  • Stekkers uit stopcontact. 
  • open veld gaan staan
  • zwemmen
  • liggen op de grond
  • met paraplu lopen

Slide 16 - Tekstslide

Bij minder dat 10 tellen is het onweer gevaarlijk dichtbij.
Hoe dichtbij?
A
340 m
B
3400 m
C
340 km
D
3400 km

Slide 17 - Quizvraag

Caravan veilig tijdens onweer?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Kooi van Faraday
  • Auto - Kooi van Faraday = het metalen omhulsel van de auto vloeit de elektrische lading naar de aarde af
  • Metaal geleidt stroom

Slide 19 - Tekstslide

Wat moet je NIET doen bij onweer?
A
Hurken
B
Zo klein mogelijk maken
C
Onder een boom gaan staan
D
In de auto gaan zitten

Slide 20 - Quizvraag

Je zwemt in een meer en het begint te onweren. Wat doe je?
A
Je blijft in het water
B
Je gaat uit het water en blijft aan de kant staan kijken naar het onweer
C
Je gaat uit het water en je gaat in een auto zitten
D
Je gaat uit het water en je gaat plat op de grond liggen

Slide 21 - Quizvraag

Je ziet de bliksem en hoort daarna de donder. Bereken hoever de onweer van jou vandaan is.
Bliksem en 3 sec later de donder.
A
680 meter
B
340 meter
C
1020 meter
D
2040 meter

Slide 22 - Quizvraag

Je ziet de bliksem en hoort daarna de donder. Bereken hoever de onweer van jou vandaan is.
Bliksem en 7 sec later de donder.
A
680 meter
B
2100 meter
C
1020 meter
D
2380 meter

Slide 23 - Quizvraag

Je ziet de bliksem en hoort daarna de donder. Bereken hoever de onweer van jou vandaan is.
Bliksem en 12 sec later de donder.
A
4080 meter
B
8160 meter
C
2720 meter
D
3400 meter

Slide 24 - Quizvraag

De onderkant van een onweerswolk is
A
positief geladen
B
negatief geladen

Slide 25 - Quizvraag

Onweerswolken kunnen wel tot 10 km hoog worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

De spanning in een onweerswolk kan oplopen tot 300.000.000 Volt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video