Landstede Groep

5.4: Van Keizer tot cliënt

H5: Rome, eeuwig Imperium
5.4: van keizer tot cliënt
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Introductie

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier de mensen in en rondom de stad Rome leefden.

Onderdelen in deze les

H5: Rome, eeuwig Imperium
5.4: van keizer tot cliënt

Slide 1 - Tekstslide

Tijdvak 2: Grieken en Romeinen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
1: Je kunt voorbeelden geven hoe rijken en armen leefden in Rome.

2: Je kunt de rol van tot slaaf gemaakten in het Romeinse Rijk uitleggen.

3: Je kunt de cultuur van de Romeinen uitleggen aan de hand van de stad Pompeï.

Slide 3 - Tekstslide

Arm en Rijk
De mensen in het Romeinse Rijk zaten in verschillende sociale lagen. Je laag werd bepaald door je woonplaats, beroep en hoe rijk je was. 

  • Bovenaan stonden de keizer en zijn familie
  • Daaronder stonden de senatoren en hun families.
  • De handelaren, ambachtslieden en kleine zelfstandige boeren vormden de middenlaag. Tussen hen was er veel verschil in rijkdom.
  • De onderlaag van de Romeinse samenleving bestond uit slaafgemaakten. Zij moesten hard werken en waren het bezit van hun eigenaren. Gladiatoren kwamen ook uit de onderlaag van de maatschappij.

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de groepen naar de juiste plek in de piramide.
Grootgrondbezitters
Boeren
Slaven
Vrijgelatenen

Slide 5 - Sleepvraag

Rijke Romeinen
Rijke Romeinen wonen in grote, luxe huizen buiten Rome. Zonen kregen een opvoeding om hun voor te bereiden tot senator.  

In Romeinse steden was er veel luxe en vermaak. Elke stad had een aquaduct om water aan te voeren. 

In de stad was altijd voldoende luxe en vermaak. Zo had elke stad een aquaduct voor de aanvoer van vers water. 
Aquaduct
Werking aquaduct

Slide 6 - Tekstslide

Badhuizen
Rijke Romeinen waren regelmatig in badhuizen (thermen) te vinden. Je kon hier van alles doen: sporten, wassen en in sommige badhuizen zaten hele bibliotheken. 


Slide 7 - Tekstslide

Sleep steeds 2 onderdelen van de onderste rij naar een afbeelding in de bovenste rij.

Slide 8 - Sleepvraag

Bloedig vermaak
Elke Romeinse stad had een theater. Het bekendste theater van Rome is het Colosseum

In het Colosseum vochten gladiatorenGevechten op leven en dood kwamen voor, maar werden wel voorkomen. 

In het Colosseum konden zo'n 50.000 mensen plaatsnemen. Soms werden zeeslagen nagespeeld, waarbij het theater gevuld werd met miljoenen liters water. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video



Bij het vak geschiedenis heb je verschillende typen bronnen: 
Geschreven bronnen zijn bronnen met tekst.
Ongeschreven bronnen zijn afbeeldingen of voorwerpen.
Primaire bronnen zijn bronnen die uit de tijd zelf komen.
Secundaire bronnen komen van iemand uit een andere tijd.

Kortom, de overblijfselen van het Colosseum in Rome is een ....

A
geschreven primaire bron
B
ongeschreven primaire bron
C
geschreven secundaire bron
D
ongeschreven secundaire bron

Slide 11 - Quizvraag

Wagenrennen
In het Circus Maximus kon je kijken naar wagenrennen. Het was een groot stadion in Rome. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Dit soort wedstrijden kon je bekijken in het:
A
Circus Maximus
B
Colosseum
C
Forum Romanum
D
Pantheon

Slide 14 - Quizvraag

Wie zie je op deze afbeelding vechten?
A
Slaven
B
Gladiatoren
C
Soldaten
D
Goden

Slide 15 - Quizvraag

Dit soort wedstrijden kon je bekijken in het:
A
Circus Maximus
B
Colosseum
C
Forum Romanum
D
Pantheon

Slide 16 - Quizvraag

Circus Maximus
Colosseum
aquaduct
keizerlijke paleizen

Slide 17 - Sleepvraag

De minder rijke Romeinen woonden vaak in kleine huurkazernes (flats). Deze 'huizen' waren donker, klein, brandgevaarlijk en hadden geen toilet of keuken. 

De mensen die hier wonen namen voor een dagloon verschillende klussen aan. Veel stadsinwoners waren hierdoor afhankelijk van liefdadigheid. Hulp zonder tegenprestatie bestond niet. 

Wanneer een Romeinse rijke burger iemand geld gaf, werd die zijn cliënt. Die moest hem daarna de hele dag helpen. Hoe meer cliënten een Romein had, hoe meer aanzien.  
Arme Romeinen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slavernij op het land
De Romeinse samenleving was een agrarisch-stedelijke samenleving, een samenleving waarbij steden en platteland beide belangrijk zijn. 

Er was natuurlijk veel voedsel nodig voor alle inwoners. Grootgrondbezitters lieten buitenaf veel landbouwproducten verbouwen. Op het land werkten arme boeren en tot slaafgemaakten. Van de miljoen inwoners waren er ongeveer 400.000 slaaf!

Het grootste deel van de slaven werkten op het land of in de mijnen. Sommige slaven waren gladiator, arts of leraar. Als je genoeg had verdiend, kon je jezelf vrijkopen.  

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de beste omschrijving van een agrarisch-stedelijke samenleving?

A
Samenleving waarin sommige mensen op het platteland leven en andere mensen in steden.
B
Samenleving waarin de meeste mensen in steden leven en een klein aantal op het platteland.
C
Samenleving waarin de meeste mensen op het platteland leven en een klein aantal in steden.
D
Samenleving waarin agrariërs (boeren) ook in de stad leven.

Slide 21 - Quizvraag

Een voorbeeld in Pompeii
Een andere bekende stad in het Romeinse Rijk is Pompeii. In 79 n.Chr. werd deze stad door een vulkaanuitbarsting getroffen. Onder een dikke laag versteende lava en vulkaanas is deze oude Romeinse stad grotendeels gestold en intact teruggevonden door archeologen. 

Het dagelijks leven was daar afgedekt bewaard gebleven. Door opgravingen kunnen wij daar nu beleven hoe een Romeinse stad er in het echt uit heeft gezien.

Slide 22 - Tekstslide

Sleep de ster naar de juiste locatie van het stadje Pompeii.

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Kaart

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video


Leerdoelencheck! 
1: Je kunt voorbeelden geven hoe rijken en armen leefden in Rome.
2: Je kunt de rol van tot slaaf gemaakten in het Romeinse Rijk uitleggen.
3: Je kunt de cultuur van de Romeinen uitleggen aan de hand van de stad Pompeï.



Ik kan ze nu alle 3!
Ik ken er 2 van de 3
Ik ken er 1 van de 3
Ik word ook docent geschiedenis!

Slide 27 - Poll


Begrippencheck! 
Met welk begrip heb je nu nog moeite? 


Sociale laag
Slaafgemaakten
Aquaduct
Colosseum
Gladiator
Huurkazerne
Liefdadigheid
Agrarisch-stedelijke samenleving
Grootgrondbezitter
Geen een!

Slide 28 - Poll

Werktijd
Nu
Volgende keer
KLAAR ?

Maak paragraaf 5.4: Slaven en Senatoren

Hoe?
  • Alleen
  • Muziek in mag
  • Vraag? Steek je vinger op!
Het ontstaan van het christendom
Nakijken 



Hoe?
  • Lever je opdrachten in en laat het me weten. Je kan via Tijd voor GS zelf nakijken. 

Slide 29 - Tekstslide