Samentrekking: een woorddeel, woord of een zinsdeel wordt weggelaten, omdat het ook elders in de zin voorkomt. Door (een deel van) het woord of zinsdelen weg te laten, kun je korter formuleren.
1. De grote kinderen en kleine kinderen spelen samen op het schoolplein.
2. Vanochtend gaan we fietsend naar school, maar vanmiddag gaan we met de auto terug.