Landstede Groep

1KT herhaling ww-spelling

Nederlands 1KT
herhaling ww-spelling
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 1KT
herhaling ww-spelling

Slide 1 - Tekstslide

Planning
aanwezigheid
herhaling persoonsvorm 
herhaling voltooid deelwoord
herhaling zwakke en sterke werkwoorden verleden tijd
digitale toets testen

Slide 2 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
1. Ik-vorm (aangepaste stam)
2. Ik-vorm + t
3. Hele werkwoord


Bekijk de regels en leer goed wanneer je welke vorm gebruikt!
Vormen

Slide 3 - Tekstslide

1. Ik-vorm

Enkelvoud ik-vorm of jij erachter:

schrijf alleen de stam


ik loop

ik fiets

ik praat

ik vind

loop jij

fiets jij

praat jij

vind jij

Slide 4 - Tekstslide

2. Ik-vorm + T

Enkelvoud andere vormen:

schrijf de ik-vorm + t




jij loopt

hij fietst

zij praat

Fred vindt

Slide 5 - Tekstslide

3. HELE WERKWOORD

Meervoud:

schrijf het hele werkwoord


wij lopen

zij fietsen

jullie praten

Fred en Laurien vinden

Slide 6 - Tekstslide

Welke regel moet je toepassen bij:
persoonsvorm, tt, meervoud
A
ik-vorm
B
ik-vorm + t
C
hele werkwoord

Slide 7 - Quizvraag

Welke regel moet je toepassen bij:
persoonsvorm, tt, enkelvoud.
A
ik-vorm
B
ik-vorm +t
C
hele werkwoord

Slide 8 - Quizvraag

Voltooid deelwoord

We kennen verschillende vormen van een werkwoord.

Een voltooid deelwoord begint vaak met GE-.
1. gebroken
2. gebrand
3. genoteerd
GE- staat soms ook ergens anders. 
1. opGEruimd
2. schoonGEmaakt


Soms eindigt een VD op -n of
 -en.
1. Wat heb je gedaan?
2. Hebben jullie samen gegeten?
3.Ik ben gisteren gevallen.

Slide 9 - Tekstslide

Vaak eindigt een VD op een -d of -t. 

Hoe bepaal je dat? 

1. Gebruik de verlengproef
- Heb jij de boodschappen gehaal...
- haalde of haalte
- je hoort een d 
DUS: Heb jij de boodschappen gehaald?
2. Gebruik X 't KoFSCHiP

- Heb jij de boodschappen gehaal..?
- hele ww is HALEN
- -EN eraf --> HAL
- L zit niet in X 't KoFSCHiP
- Dus gehaald met een D

- Hebben jullie samen gewerk...?
- hele ww is WERKEN
- -EN eraf --> WERK
- K zit wel in X 't KoFSCHiP
- Dus gewerkt met een T.


Slide 10 - Tekstslide

Is het woord goed of fout geschreven?
Wanneer wordt de sporthal gesloopd.
gesloopd.
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quizvraag

Is het woord goed of fout geschreven?
We zijn gisteren naar Arnhem verhuisd.
verhuisd
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quizvraag

Sterke werkwoorden

Klankveranderend

Lopen
Slapen
Kopen
Liggen
Begrijpen
Zwakke werkwoorden

Klankvast

Werken
Fietsen
Regenen
Ophalen
Leren

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn sterke werkwoorden?
A
slapen - vinden - geven
B
gokken - pakken - rennen

Slide 14 - Quizvraag

zwakke werkwoorden verleden tijd
Zwakke werkwoorden zijn klankvast -->
De klank blijft hetzelfde + stukje erachter:
   ik-vorm      +        -te(n)    of     -de(n)

Wanneer  -te(n) en -de(n)?
eX 'T KoFSCHiP X  --> -te(n)
de rest --> -de(n)





Slide 15 - Tekstslide

pv vt
Ik ..... mijn horloge tijdens de vakantie. (verliezen)

Slide 16 - Open vraag

Gisteren heeft mijn moeder de keuken..... (opruimen).

Slide 17 - Open vraag

nu testen of de digitale toets werkt.
S

Slide 18 - Tekstslide