Landstede Groep

11.4 bloed, o.a. EPO en bloedstolling

11.4 Bloedplasma en bloedcellen
Leerdoelen:
11.  Je benoemd de functies van rode en witte bloedcellen,
        bloedplaatjes en bloedplasma
12. Je legt uit hoe je lichaam reageert op een tekort aan rode bloedcellen
13. Je beschrijft het O2- en CO2-transport door het bloed
14. Je beschrijft de bloedstolling
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

11.4 Bloedplasma en bloedcellen
Leerdoelen:
11.  Je benoemd de functies van rode en witte bloedcellen,
        bloedplaatjes en bloedplasma
12. Je legt uit hoe je lichaam reageert op een tekort aan rode bloedcellen
13. Je beschrijft het O2- en CO2-transport door het bloed
14. Je beschrijft de bloedstolling

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Rode bloedcellen
  • Hebben geen kern
  • Kleine ronde holle schijfjes
  • Ze zijn heel klein (8 micrometer)
  • Er zijn er heel veel (5 miljoen per mm3)
  • Bevatten hemoglobine (ijzer)     -> rode kleur
  • Vervoeren zuurstof
  • Te weinig rode bloedcellen of hemoglobine in je bloed  -> bloedarmoede

Slide 5 - Tekstslide

hemoglobine
Een eiwit met ijzer in zich.

De zuurstof plakt als het ware aan het ijzer vast.

Als je bloed bij de juiste cellen is laat hij de zuurstof los en het gaat dan via het bloedplasma naar de cel

Slide 6 - Tekstslide

EPO
1. Nieren produceren EPO.
Nieren merken tekort aan zuurstof
Reageren door productie EPO

2. Beenmerg produceert hierdoor meer rode bloedcellen.

3. Nieren genoeg zuurstof, 
stop productie EPO.
BINAS 89A

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Tekstslide

Hiervan maak je (samen) nog een aantekening.

Slide 11 - Tekstslide

Het bloed vervoert allerlei stoffen in het lichaam. Op welke plekken gaan deze stoffen het bloed IN of UIT?
Je ziet hiernaast een schematische weergave van de bloedsomloop
Zuurstof in
Zuurstof uit
CO2 in
CO2 uit
Voeding in
Voeding uit
Afval in
Afval uit
Water in
Water uit

Slide 12 - Sleepvraag

In de afbeelding hieronder is een microscopisch beeld van bloed weergegeven. De verschillende bestanddelen van het bloed zijn aangeduid met letters. 
Sleep de namen van de bestanddelen van het bloed naar de juiste plaats.
P
Q
R
S
witte bloedcel
rode bloedcel
bloedplasma
bloedplaatje

Slide 13 - Sleepvraag

..... is het hormoon dat de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert, ...... is het eiwit dat zuurstof bindt.
A
EPO - Hemoglobine
B
Fibrinogeen - Ijzeratomen
C
Rode beenmerg - EPO
D
EPO - Fibrinogeen

Slide 14 - Quizvraag

Zuurstof wordt in het bloed vervoert door:
A
rode bloedcellen
B
rode bloedcellen en bloedplasma
C
rode bloecellen en bloedplaatjes
D
rode bloedcellen en witte bloedcellen

Slide 15 - Quizvraag

Welke van de stoffen: CO2, O2, mineralen, vitaminen, zetmeel en aminozuren worden door het bloed vervoerd?
A
Alleen O2 en CO2
B
Alleen CO2 , O2,mineralen en vitaminen
C
Alleen CO2, O2, mineralen, vitaminen en aminozuren
D
CO2, O2, mineralen, vitaminen, zetmeel en aminozuren

Slide 16 - Quizvraag

examen biologie HAVO 2017-2 vraag 9:
Als het bloed werd opgevangen in een fles was het nodig om de inhoud
van de fles in beweging te houden zodat het bloed niet stolde.


Welke bloedbestanddelen zetten de bloedstolling in gang?
A
bloedplaatjes en bloedplasma
B
bloedplaatjes en rode bloedcellen
C
bloedplaatjes en witte bloedcellen
D
bloedplasma en witte bloedcellen

Slide 17 - Quizvraag

Bloedstolling: wat is de goede volgorde?
1
2
3
4
5
6
bloedplaatjes knappen open
het droogt op tot een korstje
bloedplaatjes klonteren samen: propvorming 
het bloedvat gaat kapot
stoffen uit de bloedplaatjes reageren met fibrinogeen
er ontstaat een netwerk van fibrinedraden

Slide 18 - Sleepvraag

Zet de bloedstollende gebeurtenissen in de juiste volgorde, vervolg.
Protrombine
Fibrinogeen
Stollingsfactoren
Trombine
Fibrinedraden
Fibrine

Slide 19 - Sleepvraag

Aan de slag

         Afspraak formatieve toets H11: vrijdag 10/12?   

* Maak het stencil van H11 af en lever deze les in. (handelingsdeel)

         Naomi, Britt, Gallyon: 14/12 inhaaltoets H7/8/9/10 met Mrn doorspreken

* Bestudeer 11.5 (samenvatten met begrippen) en/of maak 11.5 online
   (mits 11.1 t/m 11.4 af zijn, anders deze eerst maken!). 

* Rond H11 af (toepassen en examentraining - online)


Volgende les: Uitleg 11.5, afronding H11, start H12


Slide 20 - Tekstslide