Landstede Groep

H15.2 Snelheid en versnelling

Een motor versnelt gedurende 4 seconden van 72 naar 144 km/h. Bereken de versnelling.
A
5 m/s2
B
5 m/s
C
18 m/s2
D
2 m/s
1 / 28
volgende
Slide 1: Quizvraag
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Een motor versnelt gedurende 4 seconden van 72 naar 144 km/h. Bereken de versnelling.
A
5 m/s2
B
5 m/s
C
18 m/s2
D
2 m/s

Slide 1 - Quizvraag

Wat is de versnelling van deze auto?

Slide 2 - Open vraag

Formule versnelling
1
2
3

Slide 3 - Tekstslide

Beweging!
H15.2 Snelheid en versnelling

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

s,t diagram

Slide 6 - Tekstslide

Versnelde beweging
De lijn in het diagram loopt steeds steiler omhoog.

Slide 7 - Tekstslide

(v,t)-diagram maken
v - verticale as
t - horizontale as

0-4 s Beweging neemt eerst toe
versnelde beweging
na 4s dan is de beweging constant
eenparige beweging

Slide 8 - Tekstslide

Soorten bewegingen

Slide 9 - Tekstslide

st- en vt-diagrammen
Elke beweging heeft zijn eigen bijpassende grafiek. Aan de grafiek kun je dus al zien om wat voor een beweging het gaat. 

Let goed op als je een grafiek bekijkt of zelf maakt, dat je kijkt naar wat er langs de assen staat: afstand (s), en tijd (t) of snelheid (v) en tijd (t). 

Slide 10 - Tekstslide

Eenparige beweging

Slide 11 - Tekstslide

Eenparig versneld

Slide 12 - Tekstslide

Eenparig vertraagd

Slide 13 - Tekstslide

Zwaartekracht
Een vallend voorwerp op aarde heeft altijd een valversnelling van 10 m/s².  

Dit is de zwaartekracht die aan het voorwerp trekt. 

Slide 14 - Tekstslide

Versnelling 
Als er een gelijkmatige toename in snelheid is... b.v.
na 1 seconde 3 m/s, na twee seconden 6 m/s en na drie  9 m/s
dan is de toename in snelheid 3 m/s elke seconde
DUS de versnelling is 3 m/s2

Slide 15 - Tekstslide

Versnelling berekenen:



a - versnelling in m/s2
t - tijd in s
v - snelheid in m/s
a=ΔtΔv
Δv=veindvbegin

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Zwaartekracht en valversnelling
Zwaartekracht = massa x valversnelling

Fz = m x g 

Fz: zwaartekracht in N
m: massa in kg
g: gravitatiekracht (engelse gravity) 10 m/s^2

Slide 18 - Tekstslide

voorbeeldje met cijfers
100/5/5 = 100/5 = 20 en 20/5=4
Dat kunnen we ook schrijven als 100/(5x5)= 4
5 x 5 kun je ook schrijven als 5²
Dus 100/5/5= 100/5² en daar volgt dus uit:
10m/s/s = 10 m/s²

Slide 19 - Tekstslide

Snelheid omrekenen
Snelheid is vaak in km/uur en moet naar m/s
m/s               km/uur
: 3,6
x 3,6

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Eenparige versnelde beweging
1
2
3
4
5

Slide 22 - Tekstslide

Eenparige versnelde beweging
1
2

Slide 23 - Tekstslide

Eenparig versnelde beweging
Elke seconde neemt de snelheid evenveel toe,

dus neemt de snelheid gelijkmatig toe.

De versnelling blijft dus elke seconde hetzelfde.

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeeld opgaven 1

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Examen opgave 2016
Op de volgende slide zie je een examen opgave van 2016. Lees de opdracht. Vraag 7 hoef je nog niet te doen. Vraag 8 kun je wel al maken.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide