In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Rekenen K.W.T.
Slide 1 - Tekstslide
Breinbreker.....
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Antwoord:
Elke keer is het onderste getal de uitkomst van de 2 getallen er boven vermenigvuldigen en daarbij optellen de waarde van de 2 getallen. Dus 9 en 2 = 11 + (9x2) = 29.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Breuken en procenten
KWT 14-6-2022
Slide 9 - Tekstslide
Laatste les op 28 juni sluiten we af met een eindtoets.
Deze leg ik naast de uitkomst van de eerste toets om te kijken hoe je er nu voor staat qua rekenwerk.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Tekst
Slide 12 - Tekstslide
Snelle routes gemaakt??
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Van breuken naar procenten
Slide 17 - Tekstslide
Procenten
Als ik praat over 100% dan heb ik het over ALLES
Als ik praat over 1 % dan dan heb ik het over 1 van de 100
Bij 5% heb ik het over 5 van de 100
Bij het rekenen met % gaan we gebruik maken van een verhoudingstabel.
Slide 18 - Tekstslide
100 %
Als ik praat over 100% dan heb ik het over ALLES.
20% wil zeggen 20 van de 100 Je kunt dat ook als een breuk schrijven
Dit kun je verkleinen tot 1/5
10020
Slide 19 - Tekstslide
Hoeveel procent is dit ?
Ik zie dat er 2 van de 5 oranje zijn gekleurd.
= = dus 40%
52
100[?]
10040
Slide 20 - Tekstslide
Hoeveel % van de kastjes zijn groen.
Alles is 100%!!
1.Hoeveel kastjes zie je in de 2 rijen?
2. Hoeveel zijn er groen?
3. Dus welke breuk hoort erbij?
4. nu nog omrekenen naar een breuk van
100[?]
Tekst
Slide 21 - Tekstslide
Oplossing
1. Er zijn 10 kastjes.
2. Twee kastjes zijn groen
3.Dus 2 van de 10 zijn groen-->
4. =
Op de plek van het vraagteken komt 20 te staan dus 20%
102
102
100[?]
Slide 22 - Tekstslide
Voorbeeld
Hoeveel % is
54
Slide 23 - Tekstslide
Een aantal voorbeelden
Hoeveel % is
Ik ga kijken x 20
Dus 80 van de 100 = 80 %
54
10080
4
80
5
100
x 20
Slide 24 - Tekstslide
Een aantal voorbeelden
Hoe schrijf je 75 % als breuk,
vereenvoudig zo ver mogelijk.
Slide 25 - Tekstslide
Een aantal voorbeelden
75 % is hetzelfde als
Nu nog zo klein mogelijk maken.
10075
43
Slide 26 - Tekstslide
Een aantal voorbeelden
3 van de 10 leerlingen is een jongen.
Schrijf dit als breuk en als percentage.
Slide 27 - Tekstslide
Een aantal voorbeelden
3 per 10 is hetzelfde als
mag je ook schrijven als
Dit is dus 30 van de 100 en kun je ook schrijven als 30 %
103
103
10030
Slide 28 - Tekstslide
Hoe berekenen jullie
een percentage van iets?
Slide 29 - Tekstslide
% is van de 100
5% van 25, hoe bereken je dat?
25 euro is alles dus 100%
eerst reken je 1% uit, dus 25 : 100 = 0,25
dan reken je 5% uit, dus 5 x 0,25 = 1,25
Slide 30 - Tekstslide
% is van de 100
30% van 55, hoe bereken je dat?
55 euro is alles dus 100%
eerst reken je 1% uit en dan keer 30
dus: 55 : 100 = 0,55
30 x 0,55 = 16,50
50 %= = 0,50 50% van 30 = 0,50 x 30 = 15
Slide 31 - Tekstslide
Ik krijg 60% korting op een tv van €775,00 Hoeveel moet ik betalen?
Slide 32 - Open vraag
Ik krijg 20% korting op een broek van €55 Hoeveel korting krijg ik?
Slide 33 - Open vraag
Les 10, 11 en 18 gaan over procenten,
probeer voor 21 juni de snelle routes te maken!
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Meten & Meetkunde
Tijd
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
1 week hoeveel uren zijn dat?
A
7
B
7 x 24
C
7 x 24 x 60
D
7 x 24 x 60 x 60
Slide 38 - Quizvraag
85 seconden is....
A
1 minuut
B
0,85 minuut
C
1 minuut en 25 seconden
D
8,5 minuut
Slide 39 - Quizvraag
A
kwart over 3
B
kwart voor 4
C
kwart voor 5
D
kwart over 2
Slide 40 - Quizvraag
Een 'gewoon' jaar telt ... dagen
A
350
B
360
C
366
D
365
Slide 41 - Quizvraag
De serie die ik volg begint om 19:50uur en duurt tot 20:20 uur. Hoeveel minuten duurt mijn serie?
Slide 42 - Open vraag
Bij welke digitale tijd is het 8 uur 's avonds?
A
8:00 uur
B
18:00 uur
C
20:00 uur
D
24:00 uur
Slide 43 - Quizvraag
1:15 minuut is 75 seconden?
A
waar
B
niet waar?
Slide 44 - Quizvraag
A
kwart over 1
B
kwart voor 4
C
kwart over 6
D
kwart voor 7
Slide 45 - Quizvraag
Een etmaal telt .. uur
A
10
B
24
C
12
D
6
Slide 46 - Quizvraag
1 uur is ... seconden
A
3600
B
60
C
360
D
100
Slide 47 - Quizvraag
A
kwart over 5
B
kwart voor 5
C
kwart over 4
D
kwart voor 4
Slide 48 - Quizvraag
Kahoot
Slide 49 - Tekstslide
Aan het werk
Je gaat zelfstandig aan de slag, in totaal ga je deze week 45 minuten rekenen. Als jij het onderdeel tijd nog niet hebt gedaan in jouw persoonlijke leerroute ga je deze nu doen.