In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
De standaardformule die hoort bij exponentiële groei is:
b is het begingetal
g is de groeifactor
t is de tijd
Als je in een tabel iedere keer met dezelfde factor moet vermenigvuldigen om de volgende uitkomst te krijgen, is er sprake van exponentiele groei.
De factor waarmee je vermenigvuldigt is de groeifactor.
Bij een factor >1 neemt de hoeveelheid toe,
Bij een factor <1 neemt de hoeveelheid af
Je krijgt per jaar 4% rente
Dan heb je na een jaar 104%
De groeifactor is:
Het aantal haaien neemt met 6% per jaar af
Na een jaar is er nog 94% over
De groeifactor is:
Bij een groeifactor >1 is er toenama,
Bij een factor <1 is er afname