1 Executieve functies: Wat zijn het?

• Studievaardigheden
• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-4

Introductie

In deze introductie bespreken we welke 11 executieve functies er zijn en waar deze aan te herkennen zijn. (toevoeging op onze online leeromgeving - schoolblocks).

Executieve Functies

Tijdens deze les maak je kennis met de executieve functies:

1. APK
2. Kijk op je kaart
3. Let op de tijd
4. Zet het n je systeem
5. Start je motor
6. Kijk in de spiegel
7. Draai aan je stuur
8. Trap op je rem
9. Houd je toerenteller in de gaten
10. Houd je motor draaiend
11. Hou vol tot het einde

EXECUTIEVE FUNCTIES

Er zijn 11 executieve functies:

• APK
• Kijk op je kaart
• Let op je tijd
• Zet het in je systeem
• Start de motor
• Kijk in je spiegel

• Draai aan je stuur
• Trap op je rem
• Houd je toerenteller in de gaten 
• Houd je motor draaiend
• Hou vol tot het einde

Waar denk jij aan bij APK?

APK

• Informatie en materialen kunnen ordenen.
• Weten waar alles staat (opgeslagen) en goed kunnen opruimen.

Kijk op je kaart

• Een plan maken en kunnen beslissen wat het belangrijkst is. 
• Bedenken wat je nodig hebt voor je werk en dat verzamelen voor je begint.

Let op de tijd

• Tijd inschatten, kunnen verdelen en deadlines halen.
• Je goed bewust worden en leren omgaan met tijd

Wanneer let jij NIET goed op je tijd?

Zet het in je systeem

• Informatie in je geheugen houden bij het uitvoeren van moeilijke taken.
• Bewust zijn van hoe je geheugen werkt.

Start je motor

• Op tijd en efficiënt aan een taak beginnen.
• Een juiste werkplek kunnen vinden / creëren. 

Kijk in je spiegel

• Een stapje terug doen om je jezelf en de situatie te overzien.
• Kennis over de eigen kennis.

Als jij een herkansing krijgt hoe ga je dan te werk?

Draai aan je stuur?

• Flexibel omgaan met veranderingen of tegenslag. 
• Tegen iets onverwachts kunnen en niet in paniek raken bij iets onverwachts.

Trap op je rem

• Goed nadenken voordat je iets doet of zegt.
• Je goed kunnen inhouden of stoppen wanneer nodig.

Houd je toerenteller in de gaten

• Emotie en gedrag kunnen controleren.
• Leren omgaan met tegenslagen of teleurstellingen.
• Rustig kunnen blijven.

Houd je motor draaiend

• Aandachtig blijven.
• Afleiding negeren.
• Langere concentratie kunnen afdwingen bij jezelf.

Waardoor wordt jij snel afgeleid?

Houd vol tot het einde.

• Je eigen doelen kunnen bepalen.
• Je eigen doelen kunnen behalen.
• Doorzetten.

Wat betekent fouten maken voor jou?

Kun je executieve
functies trainen?

1. JA
2. NEE
3. Een paar
4. 1 soort!

Probeer nu drie executieve functies te noemen?

aan welke executieve functie moet jij werken?