Landstede Groep

Romeinen

Romeinen
1 / 166
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 166 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Romeinen

Slide 1 - Tekstslide

Lesindeling
Bespreken toets Grieken

Overzicht Romeinen

Popplet 3.1
Aan de slag..

Slide 2 - Tekstslide

Welke vragen in de toets gingen er goed? Leervragen? Bronvragen?

Slide 3 - Open vraag

Welke vragen in de toets waren lastig? Waardoor kwam dat?

Slide 4 - Open vraag

Hoeveel tijd heb jij besteed aan het leren van de toets?

Slide 5 - Open vraag

Op welke manier heb je geleerd?

Slide 6 - Open vraag

Romeinen overzicht
Hoofdstuk 3
3.1 tot en met 3.6
3.8 afsluiting

Minder opdrachten - samen opdrachten bespreken
Popplet = woordweb online

Slide 7 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
1. de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde



2. de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa
3. De ontwikkeling van het christendom van verboden tot enig toegestane godsdienst

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoelen
Je weet hoe je een popplet kunt inzetten om de stof beter te kunnen begrijpen

Je kunt uitleggen waarom de klassieke cultuur en het christendom belangrijk voor ons is

Slide 9 - Tekstslide

Waar denk je aan bij de Romeinen? Wat weet je er al van?

Slide 10 - Open vraag

3.1 Vechten en verleiden
Popplet > zie studiewijzer

Klaar?
Aan de slag..

6, 10, 11, 12

Slide 11 - Tekstslide

Waarom is de klassieke cultuur en het christendom belangrijk voor ons?

Slide 12 - Open vraag

Les 2. Geboren om te heersen 

Uitleg 
KA vraag
Opdrachten werkboek bespreken + maken
Popplet
Check

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen

1. Je weet hoe Rome uitgroeide van stadstaat tot wereldrijk.
2. Je kunt een volledig antwoord geven op een KA vraag
 


Hoe groeide Rome uit van stadstaat tot wereldrijk?

Slide 14 - Tekstslide

Kenmerkend aspect
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde

Slide 15 - Tekstslide

Romulus en Remus
Legende

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Hoe bestuurden de Romeinen hun rijk?

Koning ( 753 - 509 v. Chr.)
Er stond toen 1 koning aan het hoofd van Rome. Daarnaast was er ook een volksvergadering en een senaat.

Republiek ( 509 - 31 v. Chr.)
Twee senatoren hadden nu de meeste macht. In deze tijd leefde ook Julius Caesar die veel veroveringen heeft gedaan.

Keizerrijk ( 31 v. Chr. - 476 n. Chr.)
Nu komt Octavianus aan de macht = Keizer Augustus

Slide 18 - Tekstslide

Leren van Grieken en Etrusken
Etrusken waren in Midden-Italië de baas. 

Rome werd het politieke centrum. 
Forum aangelegd. 

Vanuit Rome belangrijke handelsroutes
Rome had zout - zeldzaam en duur
Van Grieken olijfolie, wijn, alfabet, havenbouw en munten geleerd

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Italië veroverd 
(350-270 v. Chr)
Uitbreiding van het rijk
(Carthago)

Slide 21 - Tekstslide

Uitbreidingen 
1. Tot 270 v.Chr. Heel Italië
  
2. Cartago

3. Imperium Romanum 

4. Oosten en Noorden veroverd o.a. Griekenland/Egypte – Ned./Frankrijk/België



Slide 22 - Tekstslide

Oorlog met Carthago
  • Tussen 264 en 146 v.C. voerden de Romeinen drie keer oorlog met Carthago. (Puniers) 

  • Een machtige stad in Noord-Afrika die met zijn sterke vloot een groot deel van de handel op de Middellandse Zee beheerste. 

Slide 23 - Tekstslide

Oorlog met Carthago
De Romeinen lieten 120 grote oorlogsschepen bouwen en begonnen met veroveren. 


218 v. Chr. Hannibal verraste de Romeinen (Hoe?)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Succes Romeinen
Er zijn vier redenen voor het enorme succes van de Romeinen:

1. Goede wegen om leger snel te kunnen verplaatsen 
2. Getrainde en goed bewapende soldaten: gaven nooit op.
3. Bondgenootschappen met veroverde gebieden
4. Rijkdom van het rijk door belasting

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Romeins soldaat

Slide 29 - Tekstslide

Julius Caesar en daarna
Legercommandanten bleven langer dan één jaar in functie.
* Bouwden band op met hun soldaten
Veel generaals werden in de 1e eeuw v. Christus erg machtig

Julius Caesar. 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Groepsopdracht
Groepjes van 2 of 3

Slide 32 - Tekstslide

Leg aan de hand van twee beeldelementen uit bij welk kenmerkend aspect deze bron past.
Bron 2 Schilderij van Heinrich Leutemann uit 1866 - Hannibal




Slide 33 - Tekstslide

Antwoord

Slide 34 - Open vraag

De kaart laat de groei zien van het Romeinse Rijk. Welke beschrijving past het best bij welke fase in de groei van het Imperium Romanum? Maak de juiste combinatie tussen beschrijving en cijfer op de kaart.
A De Romeinen breiden hun macht uit in het noordwesten van Europa, Afrika en Azië.
B De Romeinen veroveren hellenistische rijken langs de Middellandse Zee.
C De Romeinen veroveren Latium en nemen de macht over van de Etrusken.
D Het Imperium Romanum op z’n grootst.





Slide 35 - Tekstslide

Aan de slag..
Bespreken huiswerk

Popplet 3.2 maken of samenvatting 3.2 maken

Bezig met vragen uit het boek:
19, 23, 25 en 28 = verplicht
Extra oefenen: 29, 32 

Slide 36 - Tekstslide

Lesdoelen

 Je weet hoe Rome uitgroeide van stadstaat tot wereldrijk.


Slide 37 - Tekstslide

Hoe groeide Rome uit van stadstaat tot wereldrijk?

Slide 38 - Open vraag

Les 3. Koningstijd, republiek, keizertijd
Herhaling door werkboekopdrachten bespreken
Uitleg
Opdrachten maken
Popplet
Oefenen met toetsvragen
Check

Slide 39 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Jij kan de verschillende bestuursvormen van Rome op chronologische volgorde zetten
2. Je kan uitleggen hoe Rome een Republiek werd
3. Je kan uitleggen hoe de republiek werd bestuurd.
4. Je kan uitleggen waarom een burgeroorlog in Rome snel kon uitbreken.
5. Je weet hoe en waarom Caesar werd vermoord.
6. Je kan veranderingen noemen wat keizer Augustus onder zijn leiding invoerde.

Hoe werd het Romeinse Rijk van een monarchie een republiek en uiteindelijk toch weer een monarchie?

Slide 40 - Tekstslide

Kenmerkend aspect
1. de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde

Slide 41 - Tekstslide

Bespreken werkboekopdrachten



19, 23, 25 en 28 = verplicht

Slide 42 - Tekstslide

19. Haal drie oorzaken voor de groei van Rome uit de tekst.

Slide 43 - Open vraag

25. Is deze moderne tekening wel een bron? Leg uit.

Slide 44 - Open vraag

In veel boeken over de Romeinen wordt
regelmatig gesproken over: Imperium Romanum.

Wat zou dit betekenen?
A
Romeinse Leiders
B
Romeinse Tijd
C
Romeinse Vrede
D
Romeinse Rijk

Slide 45 - Quizvraag

De Romeinse Republiek (1)

  • De naam republiek komt van: res publica. Dat betekent: publieke zaak, in het Latijn.

  • Op papier is de republiek een democratie...

  • ...maar in de praktijk is een kleine groep mensen aan de macht. Dit heet: aristocratie

Slide 46 - Tekstslide

De Romeinse Republiek (2)
  • De republiek wordt bestuurd door de senaat ('raad van ouderen'). Dit waren rijke Romeinen.

  • Het volk kiest elk jaar 2 leiders: consuls
    - Niet langer dan 1 jaar in functie

  • Zij voerden de besluiten van de senaat uit
    - Senaat gaf advies

Slide 47 - Tekstslide

De Romeinse Republiek (3)
Arme burgers boos (weinig invloed)

Staking zorgde voor Volkstribunen

Veto-recht > beslissing tegenhouden

* Legercommandanten populair > vergroot macht volk

Slide 48 - Tekstslide

Er komen 4 quizvragen aan... 

Slide 49 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde over het
bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek

Slide 50 - Quizvraag

Op de afbeelding zie je de bijeenkomst van:
A
De senaat
B
De consuls
C
De volksvergadering
D
Het volk

Slide 51 - Quizvraag

Wie waren er machtiger:
De 2 consuls of de senatoren?
A
De consuls
B
De senatoren

Slide 52 - Quizvraag


Burgeroorlogen
133 v. Chr. tot 44 v. Chr.



  • Heersen over dit machtige rijk, dat wil iedereen wel!
  • Tussen de machtigste Romeinse Generalen ontstaat een aantal ruzies die uitlopen in burgeroorlogen

Slide 53 - Tekstslide

Uitleg werkvorm
  • Jullie zien een afbeelding wat te maken heeft met de Romeinse tijd. Jullie taak is om de gebeurtenis te achterhalen en het zo goed mogelijk na te tekenen.
  • Groepen van 3 personen.
  • Ieder groepslid krijgt 20 seconden de tijd om de afbeelding te bekijken.
  • Daarna gaat hij terug naar zijn groep en vertelt wat hij heeft gezien.
  • Vervolgens gaan jullie het samen tekenen.
  • Daarna mag de volgende leerling kijken.
  • Iedereen geweest? Bespreken

Slide 54 - Tekstslide

Slide 55 - Tekstslide

Julius Ceasar
23 messteken vermoord

 

Aantal senatoren vonden Caesar te veel een alleenheerser en daarmee een gevaar voor de republiek. Toen Caesar in 44 v.Chr benoemd werd tot 'dictator voor het leven', vermoordden ze hem.

Slide 56 - Tekstslide

Slide 57 - Video


Octavianus neemt wraak
44 v. Chr.



  • De geadopteerde zoon van Julius Caesar, Octavianus, neemt wraak
  • Hij schakelt de daders en andere tegenstanders één voor één uit.
  • Ook zijn vroegere medestander en trouwste vriend van Caesar, Marcus Antonius, en diens geliefde: Cleopatra (ex geliefde Caesar). 

Slide 58 - Tekstslide

Imperator Caesar Augustus
27 v. Chr. - 14 n. Chr.


  • Uiteindelijk is er niemand machtiger dan hij. De rust in het rijk is terug.
  • De senaat bedankt hem hiervoor en geeft de titel Augustus ('de verhevene') te geven. 
  • Hij is als God boven de gewone mensen > bouwde veel nieuwe tempels in Rome.
  • Gebruikt naar Caesar (keizer) als titel (Maakt einde aan republiek) = 1e keizer
  • Rome groeide uit tot een stad met een miljoen inwoners.
    - gratis graan uitgedeeld aan armen. 


Slide 59 - Tekstslide

Het Romeinse Keizerrijk

Keizer Augustus regeerde meer dan 40 jaar

  • Rome zal meer dan 500 jaar een keizerrijk zijn
    * Senaat, consuls en volkstribunen bleven bestaan

  • Volksvergaderingen hebben geen macht meer, behalve bij gladiatorenspelen en wagenrennen
  • Ongeveer 80 keizers hebben geregeerd tussen (27 v. Chr. - 476 n. Chr.).

Slide 60 - Tekstslide

 'Brood en spelen'
Autoriteiten organiseerden dit om het volk rust te houden. Ze kregen spektakel en graan

Slide 61 - Tekstslide

Slide 62 - Video


Pax Romana
27 v. Chr.



  • Met keizer Augustus begint een periode van rust en vrede die ongeveer 200 jaar duurt: de Pax Romana (vrede van Rome)
  • Het rijk breidt zich nog steeds verder uit, maar voorlopig is er tussen de machtigste politieke groepen een soort vrede...  

Slide 63 - Tekstslide


Eén goede keizer...




...wil niet zeggen dat zijn opvolgers dat ook altijd waren...

Volgende les 3.5...



Slide 64 - Tekstslide

Hoe noem je de mannen die
Caesar vermoord hebben?
A
Consuls
B
Plebejers
C
Patriciërs
D
Senatoren

Slide 65 - Quizvraag

Wat betekent de
titel 'Augustus'
A
De verhevene
B
Dictator voor het leven
C
Keizer van het Romeinse rijk
D
Redder van de Republiek

Slide 66 - Quizvraag

Aan de slag
Eerst popplet 3.4 maken
Klaar?
Maken opdrachten: 55, 58, 62, 67, 68
Extra oefenen: 59, 66, 70

Slide 67 - Tekstslide

Check
Overleg samen en schrijf een antwoord in je schrift:

Leg uit hoe in het Romeinse Rijk legercommandanten, zoals Julius Caesar, konden uitgroeien tot personen met ook grote politieke macht.

Slide 68 - Tekstslide

Leg uit hoe in het Romeinse Rijk legercommandanten, zoals Julius Caesar, konden uitgroeien tot personen met ook grote politieke macht.

Slide 69 - Open vraag

Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde.
1 Er volgt een strijd om de macht, die wordt gewonnen door Octavianus.
2 Hij wordt alleenheerser en krijgt de eretitel Augustus.
3 Hij wordt door de senaat benoemd tot dictator en krijgt veel macht om de orde in het rijk te herstellen.
4 Hij wordt vermoord door senatoren die de republiek terug willen.
5 Julius Caesar vergroot door zijn veroveringen in Gallië zowel zijn rijkdom als zijn politieke macht.

Slide 70 - Open vraag

Les 4. Een rijk, twee keizers
Herhaling door werkboekopdrachten bespreken
Uitleg
Popplet
Werkboekopdrachten
Check

Slide 71 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kan voorbeelden noemen van de crisis in het Romeinse Rijk in de 3e eeuw.
2. Je kan uitleggen waarom het Romeinse Rijk zich opsplitste in een West-Romeins Rijk en Oost-Romeins Rijk
3. Je kan het verdedigingssysteem van de Romeinen: de limes omschrijven.
4. Je kan uitleggen hoe het West-Romeinse Rijk aan zijn is gekomen.
5. Je kan uitleggen waarom het Oost-Romeinse Rijk kon voortbestaan, en duizend jaar later aan zijn eind kwam


Hoe veranderde het Romeinse Rijk in de Late Oudheid?

Slide 72 - Tekstslide

Kenmerkend aspecten

1. de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
2. de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa






Slide 73 - Tekstslide

Herhaling - werkboek
Maken opdrachten: 55, 58, 62, 67, 68
Extra oefenen: 59, 66, 70

Slide 74 - Tekstslide

55. Op welke twee manieren probeerden de Romeinen te zorgen dat niet langer te veel macht bij één persoon terecht kwam?

Slide 75 - Open vraag

58. In de eerste eeuw v. Chr. werden de volkstribunen steeds belangrijker in de politiek. Leg uit hoe dat kwam?

Slide 76 - Open vraag

67. Waaruit blijkt dat de keizers wel de macht hadden, maar toch functies uit de Republiek lieten bestaan?

Slide 77 - Open vraag


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst. Toen besloten de keizers om geen gebieden meer te veroveren.
Mare Nostrum, onze zee. Zo noemden de Romeinen de Middellandse Zee.
Germania, zoals onze streek door de Romeinen werd genoemd, bestond uit: Germania Inferior (Laag Germanië) en Germania Superior (Hoog Germanië).
Gallia (Gallië), het huidige Frankrijk, werd door Julius Caesar veroverd. Zijn aanzien steeg hierdoor enorm. De hele oorlog kostte het leven aan meer dan een miljoen Galliërs, en nog een miljoen werden tot slaaf gemaakt. Caesar heeft de oorlog beschreven in het boek Verslagen over de Gallische Oorlog, waarin hij hier en daar wel een beetje overdrijft...vooral over zichzelf.
Met de verovering van Egypte hadden de Romeinen hun voedseltekort in delen van het Romeinse Rijk opgelost: het land werd de graanschuur van Rome.

Slide 78 - Tekstslide


Limes

  • Na de dood van Ceasar veroveren de Romeinen de laatste gebieden van hun enorme rijk. 
  • Ze maken vaak gebruik van natuurlijke grenzen zoals: zeeën, rivieren, bergen en woestijnen.
  • Maar als het nodig is bouwen ze een versterkte grens met wachttorens en forten. Zo'n grens heet limes

Slide 79 - Tekstslide


De Limes in Nederland


  • In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn
  • Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

  • Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.

Slide 80 - Tekstslide


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Bij Nijmegen (Noviamagus) en Xanten (Castra Vetera) lagen castra. Een castra is een groot fort, meestal voor een legioen. Dit was een leger van ongeveer 6000 soldaten.
Bij Utrecht (Trajectum) lag een castellum. Een castellum is een klein fort, meestal voor een cohort. Dit was een leger van ongeveer 600 soldaten.
De wachttoren die je bij de vorige slide zag, stond bij Vechten (Fectio)
De Tubanten (Tubanti) waren Germanen die in het oosten van het huidige Nederland woonden. De naam kom je tegenwoordig in dit gebied nog regelmatig tegen: de naam Twente is er van afgeleid, net als de naam van de regionale krant Tubantia.
De Bataven woonden in het gebied rond de grote rivieren. Dit gebied heet tegenwoordig de Betuwe, en vermoedelijk komt de naam van de Bataven

Slide 81 - Tekstslide


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Reconstructie van het castellum Leiden-Roomburg

Slide 82 - Tekstslide


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Reconstructie van het mini-castellum bij Den Haag 

Slide 83 - Tekstslide


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Reconstructie van Castra Noviomagus (Nijmegen)

Slide 84 - Tekstslide

Video
Waarom is volgens jou het Romeinse Rijk gevallen?

Slide 85 - Tekstslide

Slide 86 - Video

Waarom is volgens jou het Romeinse Rijk gevallen?

Slide 87 - Open vraag


Barbaren!


  • Eind van de 3e eeuw vallen Germanen het Romeinse Rijk vanuit het oosten aan. 
  • De Romeinen noemen ze barbaren. Dit komt van het Griekse woord barbaros

Slide 88 - Tekstslide

De crisis van de 3e eeuw

1. Door besmettelijke ziektes (pokken) daalt het aantal inwoners en daardoor gaat de productie, handel en belasting omlaag. 
2. Volksverhuizingen.
3. Slechte keizers die zich vooral bezighouden met eigen ruzies (burgeroorlogen) en met feesten
4. Limes verzwakken.
5. Germaanse volken lukt het om met geweld het rijk binnen te dringen.

50 keizers in 49 jaar tijd > gaven veel geld uit aan bijvoorbeeld Germanen






De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het derde deel van de serie heet Consummation (verorbering), en laat zien dat er vooral heel veel gefeest wordt.

Slide 89 - Tekstslide

Splitsing Rijk 395


  • Het Rijk wordt in 395 twee stukken gedeeld. 
  • Het oostelijk deel wordt het Oost-Romeinse Rijk. De hoofdstad is Constantinopel. 
  • In het West-Romeinse Rijk blijft Rome (voorlopig) de hoofdstad. 
  • Beide rijken hebben een eigen keizer.






Slide 90 - Tekstslide

In het West-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Rome (later: Milaan en Ravenna), spraken de meeste mensen Latijn.
In het Oost-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Constantinopel, spraken de meeste mensen Grieks.

Slide 91 - Tekstslide


Machtsstrijd


  • Elke troonopvolging gaat gepaard met ruzies, moord en verraad.
  • Legeraanvoerders willen keizer worden en laten soldaten terugkomen naar Rome, waardoor de grenzen onbewaakt achter blijven.
  • Korte tijd nieuwe tactiek > Forten, snelle ruitereenheden. Toch rond 400 werd Rijngrens opgegeven. 





Niet alleen een machtsstrijd maakte een einde aan het West-Romeinse Rijk, er was ook aantal slechte keizers die er een potje van maakte. Zoals Honorius (384 - 423). Hij werd algemeen beschouwd als een van de slechtste keizers die het Romeinse Rijk heeft gekend. Toen hij keizer werd was er nog niet veel gevaar. Toen hij stierf was het West-Romeinse rijk al niet meer te redden.

Slide 92 - Tekstslide


Grote Volksverhuizing
3e eeuw - 5e eeuw



  • ...Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken. 
  • En door deze volken, gaan andere volken ook weer op de vlucht. In heel Europa trekken volken rond. > Hunnen zijn daar groot onderdeel van.

Slide 93 - Tekstslide


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


De Grote Volksverhuizing tussen de 3e en 5e eeuw.
De Hunnen waren een stam uit Azië. Ze waren gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken.
De Vandalen kwamen helemaal tot aan Rome. Ze plunderden de stad een paar keer en roofden zelfs het goud van de tempeldaken. Het begrip vandalisme komt inderdaad van de plunderende Vandalen.
De Angelen en Saksen steken de Noordzee over en komen terecht in Engeland.
Veel namen van stammen kom je tegenwoordig nog steeds tegen in namen van landen en streken: Franci (Frankrijk), Alemanni (Duitsland, in het Frans: Allemange), Bavarii (Beieren), enz.

Slide 94 - Tekstslide


Het West-Romeinse Rijk valt
476




  • Volken vallen het Rijk binnen en plunderen de rijkdommen. 
  • Romeinse aanvoerders hebben steeds minder te zeggen, en in 476 wordt zelfs een niet-Romein, keizer.
  • Historici zien dit als het einde van het West-Romeinse Rijk.

Slide 95 - Tekstslide

De ondergang van Rome

Slide 96 - Tekstslide


En het Oost-Romeinse Rijk?

  • Het Oost-Romeinse Rijk blijft nog bijna 1000 jaar langer bestaan: pas in 1453 wordt Constantinopel (Istanbul) ingenomen door de Turken.
  • Dat komt vooral doordat het goed beschermd ligt tussen woestijnen en bergen. 
  • Bovendien geeft de Oost-Romeinse keizer vijanden geld om met rust gelaten te worden. 
Tegenwoordig is de Hagia Sophia (Aya Sophia) één van de grootste moskeeën ter wereld. In de tijd van het Oost-Romeinse Rijk was dit de grootste christelijke kerk ter wereld.

Slide 97 - Tekstslide


Wat is er gebleven?

  • In de duizend jaar dat het West-Romeinse Rijk heeft bestaan, heeft het veel achtergelaten
  • Bijvoorbeeld: de taal (Latijn), de godsdienst (christendom), techniek, de kalender en wetgeving.
  • Veel kennis van de grote Griekse en Romeinse geleerden blijft bewaard in boeken, vooral in de bibliotheken van het Oost-Romeinse Rijk.
De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit is het vijfde schilderij uit de serie en heet Desolation (verlatenheid, eenzaamheid), en toont een rijk nadat het is ingestort.
Ook hier lijkt het weer een beetje op Rome, na de val van het West-Romeinse Rijk: de ruïnes zijn overgebleven...

Slide 98 - Tekstslide

Het einde.... 

Slide 99 - Tekstslide

Slide 100 - Video

Aan de slag..
Maken popplet 3.5
Maken opdrachten:  75, 77, 79, 81, 83, 84, 85, 88



Slide 101 - Tekstslide

Check: Lees de zinnen. Schrijf in je werkboek of de tweede zin een oorzaak of een gevolg is van de eerste zin.
A1 Er stierven veel mensen door een pokkenepidemie.
A2 Er kwam minder belastinggeld binnen.

B1 Vanuit het oosten trokken Hunnen het Romeinse Rijk binnen.
B2 Germaanse stammen trokken naar het westen.

C1 Boerderijen werden verlaten.
C2 Het platteland werd onveiliger.

D1 Het platteland werd onveiliger.
D2 De handel nam af.

E1 De stedelijke cultuur verdween.
E2 In het noordwesten van het Romeinse Rijk werden steden en boerderijen verlaten.







Slide 102 - Tekstslide

Antwoord

Slide 103 - Open vraag

Wat hadden de Hunnen en de Grote Volksverhuizing met elkaar te maken?
Kies het juiste antwoord.
A
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen. Overal waar ze kwamen, werden de volken die daar woonden bang en vluchtten. Omdat veel volken op de vlucht waren, wordt dit de Grote Volksverhuizing genoemd.
B
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen en moesten dus steeds verhuizen. De Hunnen waren een volk, en als een volk steeds verhuist, is er dus een volksverhuizing.
C
Niets. Veel volken verhuisden, maar de Hunnen niet.
D
Niets. De Hunnen waren al eeuwen dood toen de Grote Volksverhuizing begon.

Slide 104 - Quizvraag

Op dit schilderij zie je hoe Rome wordt geplunderd. Sommige mannen klimmen zelfs op de tempeldaken om er het goud af te schrapen!
De man op het zwarte paard is de leider van de plunderaars.

Past de volgende zin bij de man op het paard?
Hij is een Vandaal.

A
Wel
B
Niet

Slide 105 - Quizvraag

Op dit schilderij zie je hoe Rome wordt geplunderd. Sommige mannen klimmen zelfs op de tempeldaken om er het goud af te schrapen!
De man op het zwarte paard is de leider van de plunderaars.

Past de volgende zin bij de man op het paard?
Hij heet Attila.

A
Wel
B
Niet

Slide 106 - Quizvraag

Op dit schilderij zie je hoe Rome wordt geplunderd. Sommige mannen klimmen zelfs op de tempeldaken om er het goud af te schrapen!
De man op het zwarte paard is de leider van de plunderaars.

Past de volgende zin bij de man op het paard?
Volgens de Romeinen is hij een barbaar
A
Wel
B
Niet

Slide 107 - Quizvraag

Wat hebben de jaartallen 395 en 476 te maken met het Romeinse Rijk?
Kies het juiste antwoord.


A
In 395 werd het christendom staatsgodsdienst. In 476 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst.
B
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst. In 476 was het einde van het West-Romeinse Rijk
C
In 395 ging de laatste West-Romeinse keizer dood. In 476 was het einde van het Oost-Romeinse Rijk.
D
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst. In 476 veroverden de Hunnen het West-Romeinse Rijk.

Slide 108 - Quizvraag

Leerdoelen behaald?
1. Je kan voorbeelden noemen van de crisis in het Romeinse Rijk in de 3e eeuw.
2. Je kan uitleggen waarom het Romeinse Rijk zich opsplitste in een West-Romeins Rijk en Oost-Romeins Rijk
3. Je kan het verdedigingssysteem van de Romeinen: de limes omschrijven.
4. Je kan uitleggen hoe het West-Romeinse Rijk aan zijn is gekomen.
5. Je kan uitleggen waarom het Oost-Romeinse Rijk kon voortbestaan, en duizend jaar later aan zijn eind kwam


Hoe veranderde het Romeinse Rijk in de Late Oudheid?

Slide 109 - Tekstslide

Les 5. Leven aan de noordgrens
Herhaling door werkboekopdrachten bespreken
Uitleg
Begrippen spel
Popplet
Werkboekopdrachten
Check

Slide 110 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kan uitleggen hoe de klassieke (Griekse) cultuur terugkomt in de cultuur van de Romeinen
Je kan uitleggen hoe Romeinen nieuwe veroverde gebieden ging besturen.
Je kan voorbeelden noemen van Romanisering
Je kan uitleggen
Je kan uitleggen dat een groot rijk lastig besturen is, en hoe de Romeinen dit aanpakten.
Je kan uitleggen waarom gebieden toch in opstand kwamen.

Slide 111 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
1. de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
2. de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa

Slide 112 - Tekstslide

Herhaling werkboek
Maken opdrachten: 75, 77, 79, 81, 83, 84, 85, 88

Slide 113 - Tekstslide

75. Noem drie oorzaken van de stijging van de kosten voor het leger in de 3e eeuw.

Slide 114 - Open vraag

79. Is dit een primaire of een secundaire bron? Leg je antwoord uit.

Slide 115 - Open vraag

83. Noem één voordeel en één nadeel van de verdeling van het Romeinse Rijk?

Slide 116 - Open vraag

De eerste steden in ons land
Romeinen veroverde gebieden en dan?

1. Aanleggen wegen > zorgde voor handel
2. Steden bouwen (Noviomagus = Nijmegen)
3. Forum > tempels, stadsbestuur en markthal
4. Openbare toiletten
5. Thermen
6. Gladiatorengevechten en wagenrennen

Slide 117 - Tekstslide

Dit is een villa rustica, een soort boerderij. Naast dit type villa, bestond er ook de villa urbana. 
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.

Slide 118 - Tekstslide








Dit is een insula, een flatgebouw in Rome. De woningen werden gehuurd door de armere Romeinen. De meeste insulae waren 4 of 5 verdiepingen hoog. De bouwkwaliteit was niet best: bijna dagelijks waren er branden en instortingen.
De kamers bovenin een insula waren de slechtste kamers: hier woonden de proletariërs.
Hoewel er in sommige gebouwen stromend water was, moesten de bewoners van een insula het water vaak uit een fontein op straat halen.
Hoewel de meeste kamers in een insula klein en donker waren, was er wel verschil: de grotere kamers waren voor mensen met iets meer geld.
De meeste insulae hadden geen toiletten of keukens. Moest je naar de wc, dan ging je naar een openbaar toilet. En wilde je wat eten, dan ging je naar een thermopolium, een soort snackbar.

Slide 119 - Tekstslide


Romanisering


  • Het contact tussen de mensen in deze streek en de Romeinen is intensief
  • Dat is ook niet zo vreemd: de Romeinen zijn hier ruim 400 jaar, en door handel en huwelijken worden gebruiken overgenomen.
  • Het overnemen van Romeinse gebruiken (taal, kleding, cultuur) heet romanisering
Reconstructie van een Villa Rustica

Slide 120 - Tekstslide





Rijke en machtige mensen gaan zich steeds meer gedragen als Romeinen: ze kleden zich als Romeinen, spreken de taal en laten 'Romeinse' huizen bouwen. Dit is een Villa Urbana in West-Europa

Slide 121 - Tekstslide


Leven onder de Romeinen


  • De Romeinen laten de overwonnen volken vaak hun gebruiken en godsdienst houden. 
  • En zolang de volken belasting betalen (o.a. door soldaten voor de hulptroepen te leveren), zijn er weinig problemen: precies wat de Romeinen willen.
  • Meedoen = voordeel krijgen > weinig mensen Imperium Romanum besturen

Slide 122 - Tekstslide


Bataafse Opstand


  • In 69 n. Chr. komen de Bataven onder leiding van Julius Civilis in opstand tegen de Romeinen
  • Hoewel de Bataven in eerste instantie overwinningen (Trajectum werd door brand verwoest) behalen, worden ze uiteindelijk een jaar later verslagen.


De samenzwering van Julius Civilis, geschilderd door Rembrandt van Rijn

Slide 123 - Tekstslide


Naar Grieks voorbeeld



  • De Romeinen waren onder de indruk van de Griekse cultuur en namen veel dingen daarvan over
  • Denk dan aan Griekse kunst, architectuur, wetenschap en filosofie

Slide 124 - Tekstslide


Romeinen in West-Europa


  • In alle landen die de Romeinen veroveren, bouwen ze Romeinse gebouwen, waarvan je er tegenwoordig nog steeds veel kunt bezoeken. 
  • Hierdoor zijn archeologen ook veel te weten gekomen van de Romeinse techniek.

Slide 125 - Tekstslide

Bogen zijn door de Romeinen uitgevonden
Ook de koepel is een Romeinse uitvinding

Slide 126 - Tekstslide

Pont du Gard (Frankrijk) is een Romeins aquaduct dat later is uitgebreid tot brug.

Slide 127 - Tekstslide

De Zwarte Poort (Porta Nigra) in Trier (Duitsland) was de poort van de stadsmuur.

Slide 128 - Tekstslide

De Arena van Nîmes (Frankrijk) is een amfitheater, gebouwd tussen 50 en 100 na Chr. en geïnspireerd op het Colosseum in Rome.
Het wordt tegenwoordig nog steeds gebruikt voor concerten en stierengevechten.

Slide 129 - Tekstslide

In dezelfde stad, Nîmes, is ook deze tempel te vinden. Het Maison Carrée, zoals het tegenwoordig heet, is een van de best bewaarde Romeinse tempels die men kan vinden op het grondgebied van het voormalige Romeinse Rijk.

Slide 130 - Tekstslide

Welk van de onderwerpen hebben de Romeinen NIET van de Grieken overgenomen?
A
De boogconstructies
B
De zuilen
C
Mars, god van de oorlog
D
Kunst over Alexander de Grote

Slide 131 - Quizvraag

De Grieks-Romeinse cultuur
  • De invloed van de Grieken was zo groot, dat er sprake was van een Grieks-Romeinse mengcultuur.

  • Vandaag vaak de antieke of klassieke cultuur genoemd

Slide 132 - Tekstslide

Kijk opdracht:
Noteer in je schrift of in notities tijdens het kijken van het filmpje zoveel mogelijk voorbeelden van romanisering

Slide 133 - Tekstslide

Slide 134 - Video

voorbeelden van Romanisering

Slide 135 - Woordweb

Aan de slag..

Maken Popplet of samenvatting 3.3 = verplicht

Maken opdrachten: 44, 45, 46, 51 en 53 of mee doen met de check

Slide 136 - Tekstslide

Check

Slide 137 - Tekstslide

Leg uit dat het Romeinse Rijk een agrarisch-stedelijke cultuur had.

Slide 138 - Open vraag

Divide et imperia is een bekende Latijnse spreuk. Het betekent: verdeel en heers. De Romeinen gebruikten deze tactiek om opstanden in de door hen veroverde gebieden te voorkomen. Kies de beste uitleg van deze tactiek.


A
Deel een veroverd gebied meteen in tweeën. Zet in ieder deel een nieuwe leider. Die vechten dan tegen elkaar en niet tegen jou.
B
Geef beide partijen evenveel voordeel. Dan is iedereen tevreden en komt er geen opstand.
C
Geef de ene partij meer voordeel dan de andere partij. Dan worden ze elkaars concurrent en vechten ze niet samen tegen jou.
D
Geef een deel van jouw grondgebied aan de andere partij. Dan blijft iedereen tevreden.

Slide 139 - Quizvraag

Wanneer kwamen de Romeinen in onze streken?
A
158 v. Chr.
B
58 v. Chr.
C
58 n. Chr.
D
158 n. Chr.

Slide 140 - Quizvraag

Welk volk kwam in 69 n. Chr in opstand tegen de Romeinen?
A
Tubanten
B
Friezen
C
Cananefaten
D
Bataven

Slide 141 - Quizvraag

Nederland ging werken met geld door de Romeinen. Wat heeft Nederland nog meer geleerd van de romeinen?
A
Riolering aanleggen
B
Vechten
C
Een ander geloof
D
Om beschaafd te leven

Slide 142 - Quizvraag

Leerdoelen behaald?
Je kan uitleggen hoe de klassieke (Griekse) cultuur terugkomt in de cultuur van de Romeinen
Je kan uitleggen hoe Romeinen nieuwe veroverde gebieden ging besturen.
Je kan voorbeelden noemen van Romanisering

Je kan uitleggen dat een groot rijk lastig besturen is, en hoe de Romeinen dit aanpakten.
Je kan uitleggen waarom gebieden toch in opstand kwamen.

Slide 143 - Tekstslide

Video verhaal van Nederland - herhaling + nieuwe kennis

Slide 144 - Tekstslide

Slide 145 - Video

Les 6: Romeinen, Joden en Christenen
Herhaling
Uitleg
Begrippen spel
Check
Aan de slag..

Slide 146 - Tekstslide

Kenmerkende aspect
3. De ontwikkeling van het christendom van verboden tot enig toegestane godsdienst

Slide 147 - Tekstslide

voorbeelden van Romanisering

Slide 148 - Woordweb

Joden en christenen
Palestina > bevolking is Joods

Monotheïsme
Polytheïsme 

Messias

Slide 149 - Tekstslide


Steeds meer Christenen 


  • Snel verspreid door Pax Romana
  • Aantrekkingskracht van het geloof  voor armen (gelijkheid in de hemel)
  • Mensen moesten zorgen voor de zieken en de zwakken
Christenen gebruikten zelden het kruis als symbool. Ze gebruikte liever het Chi Rho-teken: de eerste twee letters van de naam Christus in het Grieks. De twee letters naast het teken zijn de alpha (α) en de omega (Ω): de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Hiermee gaven ze aan dat Jezus het begin en het einde was.

Slide 150 - Tekstslide

Christenvervolging
  • De volgelingen van Jezus trekken de wereld in om het verhaal van Jezus te vertellen

  • Steeds meer mensen in het Romeinse Rijk worden christen

  • Veel Romeinen kregen een hekel aan Christenen o.a. omdat ze de staatsgoden niet wilden eren

Slide 151 - Tekstslide

Christenvervolging
  • In de 3e eeuw na Chr. kreeg het Romeinse Rijk steeds meer te maken met oorlogen en hongersnoden

  • Veel Romeinen dachten dat dit de schuld was van de Christenen omdat zij de goden niet wilden eren

  • De Christenen werden steeds vaker vervolgd en gedood

Slide 152 - Tekstslide

Vanaf het jaar 313 was er godsdienstvrijheid voor christenen. Maar al vóór die tijd groeide het christendom snel: steeds meer mensen werden christen. Geef daar drie redenen voor.

Slide 153 - Open vraag

Slide 154 - Video

Waarom gaf Nero de christenen eigenlijk de schuld van de brand van Rome?

Slide 155 - Open vraag

De overwinning van het christendom
  • De vervolgingen houden op wanneer keizer Constantijn zich tot het christendom bekeert

  • Hij geeft christenen in 313 godsdienstsvrijheid = TOLERANTIE EDICT

  • In 392 maakte keizer Theodosius van het christendom de staatsgodsdienst

Slide 156 - Tekstslide

Overwinning Christendom
  • Tempels werden verwoest of omgebouwd tot kerken

  • Iedere Romeinse provincie kwam onder leiding te staan van een bisschop

  • De belangrijkste bisschop werd de paus, de leider van de kerk

  • Ook vandaag is de paus nogsteeds de leider van de rooms-katholieke kerk

Slide 157 - Tekstslide

Waardoor kreeg het Christendom steeds meer aanhangers?

Slide 158 - Open vraag

Begrippen spel (2)
Je krijgt 10 minuten om de begrippen over te lezen. 

We maken in de klas 3 teams van ongeveer 6 leerlingen.
Van elk team komt er 1 leerling naar voren:
Ronde 1: Je krijgt een begrip en tekent of beeld het begrip zo goed mogelijk na. 
Ronde 2: je mag nu ook omschrijven

Slide 159 - Tekstslide

De begrippen
Slavernij                                                             Senaat                                                                      Tolerantie-edict
Romulus en Remus                                       Consul                                                                      Jodendom
Klassieke cultuur                                           Volkstribunen
Christendom                                                    Vetorecht
Forum                                                                  Burgeroorlog
Imperium Romanum                                      Keizer Augustus (Octavianus)
Soldaat                                                                  Germanen
Julius Caesar                                                     Diocletianus
Cleopatra                                                             Constantijn
Imperium Romanum                                      West-Romeinse Rijk
Koninkrijk                                                               Oost-Romeinse Rijk
Republiek                                                             Limes
Polytheisme                                                       Messias
Keizertijd                                                                Christenvervolging                                                           


Vetorecht
Burgeroorlog
Keizer Augustus (Octavianus)
Germanen
Diocletianus
Constantijn
West-Romeinse Rijk
Oost-Romeinse Rijk
Limes

Slide 160 - Tekstslide

Aan de slag..
Opdrachten werkboek maken individueel of samen:
Alleen de bronopdrachten

Popplet 3.6 maken

Slide 161 - Tekstslide

Hoe pak je het leren voor geschiedenis aan?
Tip voor je klasgenoten:

Slide 162 - Open vraag

Ik wil graag uitleg hebben voor: Hoe te leren voor geschiedenis
Ja, dat wil ik
Ik heb misschien een vraag
Nee dat ben ik niet nodig.

Slide 163 - Poll

Herhaling
  • Check met de doelenlijst wat je al kent
  • Klaar? Ga op zoek naar de antwoorden per leerdoel in de paragraaf. 
  • Zorg dat je gaat samenvatten. Aan het eind van de les heb je minimaal van 2 paragrafen een samenvatting.
  • Klaar? maak de extraparagraaf 3.6

Slide 164 - Tekstslide

Hoe wil je gaan samenvatten?
Zelfstandig
Zelfstandig met stappenplan
Met de docent en het stappenplane

Slide 165 - Poll

Les 7: herhaling en toetsvoorbereiding
Oefentoets

https://dashboard.blooket.com/favorites 

Begrippenspel

Paragraaf 8 - extra 

Slide 166 - Tekstslide