Landstede Groep

Havo 1 Hoofdstuk 2 Bewegen

Vragen over botten, spieren en gewrichten
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Vragen over botten, spieren en gewrichten

Slide 1 - Tekstslide

Waar bevindt zich een scharniergewricht?
A
in je elleboog
B
in je schouder
C
in je onderarm
D
in je heup

Slide 2 - Quizvraag

Percentage lijmstof in je botten nemen toe als je ouder word.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de functie van het gewrichtssmeer?
A
Houdt het gewricht bij elkaar.
B
Laat het gewricht soepel bewegen.
C
Geeft het gewricht extra stevigheid.
D
Beschermt de knobbel en kom tegen slijtage.

Slide 4 - Quizvraag

Bij een _______ rekt het gewrichtskapsel te ver
uit of scheurt in.
A
botbreuk
B
ontwrichting
C
spierkneuzing
D
verstuiking

Slide 5 - Quizvraag

Door welk deel van een gewricht wordt gewrichtssmeer gemaakt?
A
Kraakbeen
B
Gewrichtsbanden
C
Gewrichtskapsel
D
Gewrichtsknobbel

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het verschil in beweging tussen een kogel- en een scharniergewricht?
A
Een kogelgewricht kan in alle richtingen bewegen en een scharniergewricht in één richting
B
Een kogelgewricht kan in een richtingen bewegen en een scharniergewricht in alle richting

Slide 7 - Quizvraag

Wat is spierpijn?
A
krijg je bij een botsing of val
B
krijg je als je spieren krachtig samentrekken
C
komt door de afvalstoffen in je spieren
D
komt door dat er spiervezels scheuren in je spieren

Slide 8 - Quizvraag

Hoe kun je door warming-up blessures voorkomen?
A
door afvoer van afvalstoffen
B
door goede doorbloeding

Slide 9 - Quizvraag

Bij zweepslag in je kuit trekt een kuitspier plotseling krachtig samen.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Sommige gewrichten
hebben ___________ voor extra stevigheid.
A
gewrichtsbanden
B
gewrichtssmeer
C
kraakbeen
D
kalk

Slide 11 - Quizvraag

Waar bevindt zich
een kogelgewricht?
A
In je elleboog
B
In je onderarm
C
In je hand
D
In je schouder

Slide 12 - Quizvraag

Hoe vangt je
wervelkolom schokken op?
A
met je knieën en enkels
B
met je armen en polsen
C
kraakbeenschijven en dubbel S-vorm
D
wervelkolom en heiligbeen

Slide 13 - Quizvraag

Hoe kun je door cooling-down blessures voorkomen?
A
door betere doorbloeding
B
door betere afvalstoffen afvoer

Slide 14 - Quizvraag

Aan welke wervels
zitten de ribben vast?
A
lendenwervels
B
borstwervels
C
halswervels
D
heiligbeen

Slide 15 - Quizvraag

Alle _______ samen
vormen het skelet.
A
gewrichten
B
botten
C
verbindingen
D
organen

Slide 16 - Quizvraag

Als botten door kraakbeen met elkaar verbonden zijn kunnen deze niet bewegen.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Welke lichaamshouding
hoort bij goed tillen?
A
vanuit je armen
B
met een gebogen rug
C
vanuit je benen

Slide 18 - Quizvraag

Door welk deel van een gewricht worden de gewrichtsknobbel en gewrichtskom beschermd tegen slijten?
A
Gewrichtsbanden
B
Kraakbeen
C
Gewrichtskapsel
D
Gewrichtssmeer

Slide 19 - Quizvraag

Waar bevindt zich
een rolgewricht?
A
In je hand
B
In je schouder
C
In je onderarm
D
In je elleboog

Slide 20 - Quizvraag

Waarmee zitten
spieren aan je skelet vast?
A
spiervezels
B
spierbundels
C
pezen
D
botten

Slide 21 - Quizvraag