Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
Unit 4 Lesson 5
English
T2
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
English
T2
Slide 1 - Tekstslide
Planning
1. Lessonaims check + recap
2. Grammar check: This, that, ...
3. Listening Check
4. Grammar explanation
5. Practise
6. Newsround / Vocab Check
Slide 2 - Tekstslide
Lessonaims Check
Slide 3 - Tekstslide
Ik begrijp het verschil tussen have to / don't have to
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%
Slide 4 - Quizvraag
Ik kan de aanwijzende voornaamwoorden (this, those, etc.) correct toepassen.
A
0 - 25%
B
25 - 50%
C
50 - 75%
D
75 - 100%
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Aanwijzende voornaamwoorden
Aanwijzende voornaamwoorden
Slide 7 - Tekstslide
Ik kan vragen beantwoorden na het luisteren van een audiofragment.
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%
Slide 8 - Quizvraag
Listening check - opdr. 29
Huiswerk:
Unit 4, lesson 2, opdr. 10 t/m 14, + 16
Samen checken
12, 13a
Slide 9 - Tekstslide
Have to / don't have to
Slide 10 - Tekstslide
Have to / has to
Moeten
I
have to
make
my homework
She
has to
clean
her room
They
have to
win
this game!
don't have to / doesn't have to
Niet hoeven
I
don't have to
bring
my books
She
doesn't have to
go
They
don't have to
come over
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Practise
Klik hier om verder te oefenen
Oefening 1
Oefening 2
Oefening 3
(screenshot sturen)
Done?
Get started with your homework
Mk: Unit 4 - Catch Up (p. 155/156)
Slide 13 - Tekstslide
https:
Slide 14 - Link
Vocab Check
Slide 15 - Tekstslide
Lessonaims Check
Slide 16 - Tekstslide
Ik begrijp het verschil tussen have to / don't have to
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%
Slide 17 - Quizvraag
Ik kan de aanwijzende voornaamwoorden (this, those, etc.) correct toepassen.
A
0 - 25%
B
25 - 50%
C
50 - 75%
D
75 - 100%
Slide 18 - Quizvraag
Ik kan vragen beantwoorden na het luisteren van een audiofragment.
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%
Slide 19 - Quizvraag