Landstede Groep

3.3 Waarom de EU?

3.3
Waarom de EU?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.3
Waarom de EU?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen voor 3.3
  •  Aan het eind van de les weet je hoe de Eu is ontstaan.
  • Aan het eind van de les weet je wat de Europese commissie is.
  •  Aan het eind van de les weet je hoe de EU aan haar geld komt.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

De geschiedenis van de EU
  • Begin --> EGKS Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal --> opgericht na de Tweede Wereldoorlog → voordelen
  • 1985: EEG=Europese Economische Gemeenschap → meer landen + nieuwe afspraken → EU = De Europese Unie, een samenwerkingsverband tussen Europese landen. 
  • 28 Europese landen - 1(Verenigd Koninkrijk)=27
  • lidstaat = land lid van EU


Slide 4 - Tekstslide

Wat was het doel van de EGKS?

Slide 5 - Open vraag

kort samengevat:
  • EGKS--> gingen op meer gebieden samenwerken
  • EEG--> Europese Economische Gemeenschap
  • Hoeveelheid leden neemt toe --> word EU
  • Lidstaat = Land wat lid van de EU is

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Europese commissie
  • Bestuur/regering van EU = Europese commissie
  • Brussel --> hoofdstad van Europa
  • Regering van Europa 
  • Verkiezingen om de 5 jaar
  • Europees parlement --> soort Tweede kamer 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Begroting
  • Afdrachten --> lidstaten betalen een soort lidmaatschap.
  • Rijke landen betalen meer dan arme land
  • Met dit geld kan de EU allerlei projecten betalen, bijv. economische verschillen tussen landen verkleinen
  • EU geeft per jaar ongeveer € 130 miljard uit

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat was de EGKS ook al weer?

Slide 12 - Open vraag

In welke stad staat de Europese commissie?
A
Den Haag
B
Parijs
C
Brussel
D
Luxemburg

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn afdrachten?

Slide 14 - Open vraag

Vrij verkeer van personen
In EU: vrij reizen, wonen, opleiding volgen, werken
= vrij verkeer van personen
Wel paspoort of ID

Slide 15 - Tekstslide

Europese handel

Handel tussen EU landen zo eenvoudig mogelijk
Vrij vervoeren
= vrij verkeer van goederen
Interne markt: makkelijk producten in andere EU landen kopen en verkopen
Europa gaat op 1 land lijken

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Maken 3.3
Basis: niet blauw

Slide 17 - Tekstslide