Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
Rekenen niveau 2 voorbeeldvragen examen
Keuze
Keuze 1
Keuze 2
Keuze 3
De oefenvragen uit deze lessonup maken
Studiemeter
Niveau 2
Omgaan met kwantitatieve info > instaptoets en oefeningen
Vragen over snelheid en tijd
Lesson up
Meetkunde
https://LessonUp.app/invite/h/S6jGESeeibCtCcFeH
Examen oefenen
https://LessonUp.app/invite/h/gt5efwjzBDsEw4xQf
1 / 48
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
48 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Keuze
Keuze 1
Keuze 2
Keuze 3
De oefenvragen uit deze lessonup maken
Studiemeter
Niveau 2
Omgaan met kwantitatieve info > instaptoets en oefeningen
Vragen over snelheid en tijd
Lesson up
Meetkunde
https://LessonUp.app/invite/h/S6jGESeeibCtCcFeH
Examen oefenen
https://LessonUp.app/invite/h/gt5efwjzBDsEw4xQf
Slide 1 - Tekstslide
Rekenen niveau 2 voorbeeldvragen
Slide 2 - Tekstslide
Belangrijk bij het examen
Alle vragen zijn met de rekenmachine
Berekening niet opgeschreven, kost punten op je examen.
De norm bij de rekenexamens is ongeveer 65% goed is een 5,5.
Om
t
e oefenen
schrijf je bij zoveel mogelijk van de komende vragen de berekening op.
Slide 3 - Tekstslide
Je gaat koken voor 6 personen
Vraag 1:
Hoeveel champignons heb je nodig?
Slide 4 - Tekstslide
250 g champignons voor 4 personen.
Hoeveel champignons voor 6 personen?
Slide 5 - Open vraag
uitleg
Eerst uitrekenen hoeveel champignons voor 1 persoon.
250:4 = 62,5 g voor 1 persoon
62,5 x 6 = 375 g champignons voor 6 personen
Slide 6 - Tekstslide
Je gaat koken voor 6 personen
Vraag 1:
Hoeveel champignons heb je nodig?
Slide 7 - Tekstslide
Je gaat koken voor 6 personen
Vraag 2:
Hoeveel van deze flesjes witte wijn heb je nodig?
Slide 8 - Tekstslide
Flesje wijn 1,79 voor 0.25 liter. Hoeveel flesjes heb je nodig voor 300 ml?
Slide 9 - Open vraag
Uitleg
2 flesjes
4 personen = 300 ml
1 persoon = 300:4 = 75 ml
6 personen = 6 x 75 = 450 ml
0,25 l = 250 ml dus 2 flesjes= 2,250 ml = 500 ml dat is genoeg.
Slide 10 - Tekstslide
Vraag 3:
Welke maatbeker is het handigst bij dit recept?
Slide 11 - Tekstslide
Welke maatbeker is
het handigst voor dit
recept?
A
A
B
B
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Zijn de losse sperziebonen of de verpakte sperziebonen de goedkoopste keus?
Slide 14 - Open vraag
vraag 5
Je wilt om 18:00 uur dit gerecht klaar hebben.
Hoe laat moet je ongeveer met koken beginnen?
Slide 15 - Tekstslide
Hoe laat moet je ongeveer met koken beginnen?
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Dit is de top 3
Slide 18 - Tekstslide
Vraag 6: Hoeveel % van de studenten die de lijst invulden, komen niet uit de top 3?
Slide 19 - Open vraag
Vraag 7:
Wat is het minimumloon per maand van iemand van 20 jaar? Loon is voor een 40-urige werkweek.
Slide 20 - Tekstslide
Wat is het minimumloon per maand van iemand van 20 jaar?
Slide 21 - Open vraag
Vraag 8:
Als een 21-jarige 10 uur per week werkt, wat is dan zijn loon? Loon is voor een 40-urige werkweek.
Slide 22 - Tekstslide
Als een 21-jarige 10 uur per week werkt, wat is dan zijn loon? Loon is voor een 40-urige werkweek.
Slide 23 - Open vraag
Vraag 9:
Kun je het weekloon uitrekenen door het maandloon te delen door 4?
Slide 24 - Tekstslide
Kun je het weekloon uitrekenen door het maandloon te delen door 4?
maandloon 1725,-
weekloon 398,-
Slide 25 - Open vraag
Vraag 10
Jon is 19 jaar en werkt in de horeca. Hij werkt 15 uur per week.
Hoeveel verdient hij per jaar?
238,85 euro per week voor 40-urige werkweek
formule 1 >>> weekloon : 40 x 15 = weekloon van Jon.
formule 2 >>> weekloon x 52 = jaarloon
Slide 26 - Tekstslide
Jon is 19 jaar en werkt in de horeca. Hij werkt 15 uur per week.
Hoeveel verdient hij per jaar?
238,85 euro per week voor 40-urige werkweek
formule 1: weekloon : 40 x 15 = weekloon van Jon.
formule 2: weekloon x 52 = jaarloon
Slide 27 - Open vraag
vraag 11
Slide 28 - Tekstslide
Wat is de geschatte lengte en de breedte van de kamer ongeveer?
(oppervlakte 24 vierkante meter)
A
Lengte 2 meter en breedte 12 meter = 24 meter
B
Lengte 6 meter en breedte 4 meter of andersom = 24 meter
C
4,80 meter lang en 5 meter breed= 24 meter
D
Lengte 7 meter en breedte 3,38 meter= 24 meter
Slide 29 - Quizvraag
Vraag 12:
Hoeveel pakken laminaat heb je nodig?
Slide 30 - Tekstslide
Hoeveel pakken laminaat heb je nodig voor een kamer van 24 vierkante meter? 1 pak = 2,9608 vierkante meter.
Slide 31 - Open vraag
Vraag 13:
Hoeveel betaal je voor 9 pakken laminaat met 20% korting?
Slide 32 - Tekstslide
Hoeveel betaal je voor 9 pakken laminaat met 20% korting?
1 pak kost 13,17
A
118,53
B
94,82
C
23,71
D
88,90
Slide 33 - Quizvraag
Vul de antwoorden op de volgend dia in (op het examen moet je bij zulke vragen vaak een streep trekken of slepen).
Slide 34 - Tekstslide
Vraag 14: Welke eenheid is passend?
150 .... tot aan de rotonde
dronk 750 ...... melk
tilde 60 ........ in de sportschool
kocht 100......boterhamworst
Slide 35 - Open vraag
Vraag 15:
H
oeveel korting heb je gekregen?
Slide 36 - Tekstslide
Oude prijs: 15 euro, nieuwe prijs 7,50.
Hoeveel procent korting heb je gekregen?
A
50%
B
45 %
C
75%
D
60%
Slide 37 - Quizvraag
Vraag 16:
Je krijgt 20% extra korting. Hoeveel kost de trui nu?
Slide 38 - Tekstslide
Hoeveel kost een trui van 39,99 met 20% korting?
Slide 39 - Open vraag
Vraag 17
Je hebt een reis gewonnen naar New York.
Je krijgt ook 1000 dollar zakgeld mee.
1 dollar = 0,84 euro
Hoeveel euro is 1000 dollar?
Slide 40 - Tekstslide
1 dollar = 0,84 euro
Hoeveel euro is 1000 dollar?
Slide 41 - Open vraag
Vraag 18
Je hebt om 15:00 uur afgesproken op Schiphol. Je vliegtuig vertrekt om 17.30 uur.
Je vertrekt vanuit Arnhem en je treinreis duurt 1 uur en 10 minuten.
Hoe laat pak je uiterlijk de trein?
Slide 42 - Tekstslide
Je treinreis duurt 1 uur en 10 minuten.
Om 15:00 uur moet je op Schiphol zijn. Hoe laat pak je uiterlijk de trein?
A
14:50 uur
B
13:50 uur
C
14:10 uur
D
13:10
Slide 43 - Quizvraag
Vraag 19:
Je
wilt vanuit Columbus Circle naar het Brayant Park. Welke kleur metro(s) neem je?
Slide 44 - Tekstslide
Je wilt vanuit Columbus Circle naar het Brayant Park. Welke kleur metro neem je?
A
Eerst blauw daarna paars
B
Eerst rood daarna paars
C
Oranje
D
Geel
Slide 45 - Quizvraag
Vraag 20:
Je besluit ook te wandelen over de Brooklyn Bridge. Hoe lang die je daar ongeveer over?
Slide 46 - Tekstslide
Hoe lang duurt een wandeling van 1,8 km ongeveer?
A
30 minuten
B
15 minuten
C
20 minuten
D
40 minuten
Slide 47 - Quizvraag
20 vragen
Als je 13 vragen goed hebt, kom je uit op een voldoende.
Slide 48 - Tekstslide