3. Politieke partijen en -stromingen

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3,4

Introductie

Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen welke politieke partijen en/of -stromingen in Nederland zijn, en welke standpunten zij hebben.

Politiek

3.1 Politieke partijen en -stromingen

Wat bedoelen we met 'links' en 'rechts' op het binnenhof?

Leerdoel

Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen welke politieke partijen en/of -stromingen in Nederland zijn, en welke standpunten zij hebben.

Indeling van politieke partijen

• Links of rechts: (hierbij wordt gekeken naar de rol van de overheid)
  

• Politieke stroming: (hierbij wordt gekeken naar de belangrijkste waarde)
  

Let op:

Een partij kan bij het ene politieke onderwerp links zijn en bij het andere rechts

Politieke stromingen

Indeling van politieke partijen volgens een waarde: vrijheid, gelijkheid of geloof

Sociaal-democratie

• Mensen zijn gelijkwaardig
  

• Actieve rol van de overheid: mensen helpen die niet voor zichzelf kunnen zorgen
  

• Meer gelijkheid tussen mensen (ook in lonen)
  

Christen-democratie

• Katholiek/protestant

• confessionele partijen
  

• Bijbelse waarden
  

• De aarde ook voor onze kinderen
  

• Naastenliefde

Liberalisme

• Persoonlijke vrijheid
  

• Passieve rol van de overheid: zo min mogelijk bemoeien met de mensen
  

• Weinig regels voor de economie
  

Video-opdracht

             1.Welke twee stromingen herken je in dit videofragment?2.Benoem van elke stroming één kenmerk dat in het fragment aan de orde komt.

Welke twee stromingen herken je in dit videofragment?

Benoem van elke stroming één kenmerk dat in het fragment aan de orde komt in het fragment.

Politieke partijen zijn

1. links
2. midden
3. blanco
4. rechts

Een linkse partij is

1. VVD
2. PVV
3. SP
4. CDA

Een linkse partij is

1. VVD
2. PVDA
3. ChristenUnie
4. SGP

Een rechtse partij is

1. VVD
2. D66
3. SP
4. PVV

Een middenpartij is

1. SP
2. PVDA
3. CDA
4. SGP

De politieke leider van de VVD is

1. Emile Roemer
2. Mark Rutte
3. Marianne Thieme
4. Alexander Pechtold

De politieke leider van de CDA is

1. Jesse Klaver
2. Geert Wilders
3. Gert - Jan Segers
4. Sybrand Buma

Kenmerken van het Liberalisme zijn

1. Persoonlijke vrijheid
2. Weinig regels voor de economie
3. Actieve rol van de overheid
4. Passieve rol van de overheid

Kenmerken van Christen- democratie zijn

1. Katholiek/protestant
2. Eigen waarden
3. Bijbelse waarden
4. Naastenliefde

Kenmerken van Sociale-democratie zijn

1. Mensen zijn gelijkwaardig
2. Passieve rol van de overheid
3. Actieve rol van de overheid
4. Meer gelijkheid tussen mensen

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen