In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
In deze les leer je:
-Wat een stijlfout is
-Verschillende soorten stijlfouten
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een stijlfout?
Stijlfouten zijn fouten tegen de goede stijl. Vaak gaat het om verhaspelde (door elkaar gehaalde) uitdrukkingen, een verkeerde woordkeuze of zinnen die ontsporen.
Slide 2 - Tekstslide
Verschillende stijlfouten
1. Pleonasme
2. Tautologie
3. Contaminatie
4. foutieve inversie
Slide 3 - Tekstslide
Het pleonasme
Een pleonasme is een combinatie van twee woorden waarbij het ene woord de eigenschap van het andere woord herhaalt.
Slide 4 - Tekstslide
Moeilijk? Welnee. Kijk maar
1. een ronde cirkel
2. natte regen
3. groen gras
Slide 5 - Tekstslide
2. De tautologie
Een tautologie lijkt op een pleonasme. Alleen bij een pleonasme geeft het bijvoeglijk naamwoord een beschrijving van het zelfstandig naamwoord. Bij een tautologie gebruik je twee keer een gelijksoortig woord.
Slide 6 - Tekstslide
Moeilijk? Welnee. Kijk maar
1. Hij is altijd en eeuwig te laat.
2. Ik wilde wel komen, maar er kwam echter iets tussen
3. Voordat de trein vertrekt, controleert de conducteur eerst of de deuren gesloten zijn
Slide 7 - Tekstslide
De contaminatie
Een contaminatie is een stijlfout waarbij twee uitdrukkingen door elkaar worden gehaald.
Slide 8 - Tekstslide
Moeilijk? Een beetje. Kijk maar
1. Het kost te duur (Het kost teveel of is te duur)
2. Ze beseft zich niet wat de gevolgen zijn (beseffen of zich realiseren)
3. Mond-op-mondreclame (mond-tot-mondreclame)
Slide 9 - Tekstslide
Waarom moeilijker?
Contaminaties zijn vaak moeilijker te herkennen, omdat ze veelal ingeburgerd zijn. Je hoort en ziet ze dus veel om je heen, waardoor je er aan gaat wennen en niet meer merkt dat het fout is.
Slide 10 - Tekstslide
Nu jij!
Slide 11 - Tekstslide
Welk antwoord is fout?
A
een mondeling gesprek
B
een telefonisch gesprek
C
een moeilijk gesprek
D
een vermoeiend gesprek
Slide 12 - Quizvraag
Wat is fout aan deze zin? 'We hebben verschillende soorten thee, zoals bijvoorbeeld muntthee'
Slide 13 - Open vraag
Wat is fout aan deze zin? 'Ik zal nooit niet liegen tegen jou'
Slide 14 - Open vraag
Verbeter deze zin: 'Ik ging naar de markt en zag ik Karel lopen'
Slide 15 - Open vraag
Verbeter deze zin We gaan op vakantie en komen we pas over drie weken terug
Slide 16 - Open vraag
Verbeter deze zin: ’s Morgens zocht ze het adres en vond ze later die dag het goede huis
Slide 17 - Open vraag
Verbeter deze zin: Via marktplaats heb ik een kast bij jou gekocht en zou die a.s. zaterdag op komen halen