Landstede Groep

Die Schweiz Stunde 1

Grüezi mitenand!
Die Schweiz

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grüezi mitenand!
Die Schweiz

Slide 1 - Tekstslide

Grüezi mitenand!
In Zwitserland wordt ook Duits gesproken. Het is het land van de koebellen, de koekoeksklok, de dure horloges, Nespresso en de trendy stad Zürich. Is Zwitserland ook leuk in de zomer? Jazeker. Bij veel meren zijn strandjes, op veel plekken kun je wildwaterkanoën en bij de Streetparade in Zürich ga je vast en zeker helemaal los. En beweer jij nou al jaren, dat je alles durft? Spring dan net als James Bond van de beroemde Verzasca-dam! Dit project gaat over die Schweiz. Also … grüezi mitenand.

Slide 2 - Tekstslide

Was passiert in den kommenden Unterrichtstunden?

Slide 3 - Tekstslide

Planung
Stunde 1: Die Schweiz im Allgemeinen
Stunde 2: Typisch in der Schweiz
Stunde 3: Musik, Filme und Sport
Stunde 4: Selbständige Arbeit
Stunde 5: Einreichen PO und kleiner Test

Slide 4 - Tekstslide

Jetzt
Was weißt du schon über die Schweiz? Mache die Fragen selbständig.

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel inwoners heeft Zwitserland?
A
8 miljoen
B
50 miljoen
C
6 miljoen
D
18 miljoen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de hoofdstad?
A
Bern
B
Wenen
C
Berlijn
D
Lugano

Slide 7 - Quizvraag

Wat staat er achter op een auto uit Zwitserland?
A
ZW
B
CH
C
SCHW
D
S

Slide 8 - Quizvraag

Is Zwitserland een koninkrijk?
A
Ja, Zwitserland heeft een koning
B
Nee, Zwitserland heeft een president.

Slide 9 - Quizvraag

Met welke munt betaal je in Zwitserland?
A
Euro
B
Zwitserse Frank

Slide 10 - Quizvraag

Welke kleuren heeft de Zwitserse vlag?
A
rood en wit
B
zwart, rood en geel

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent de titel van dit project: Grüezi mitenand?
A
Goedendag!
B
Tot ziens!

Slide 12 - Quizvraag

Wie viele Antworten hast du richtig?
Schaue bitte auf die Tafel!

Slide 13 - Tekstslide

Geschichte der Schweiz
In der Schweiz gibt es 26 Kantone. Kantone sind wie Provincies in den Niederlanden. Die Schweiz entstand 1291 nach dem Bund (=verbond) der Urkantone (=oude Kantons). Welche Kantone sind die Urkantone? Schaue auf die nächste Folie und ergänze die Wortspinne.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Welche Kantone sind die Urkantone?

Slide 16 - Woordweb

Warum?
Zwitserland ontstond doordat de 3 "Urkantone" (Uri, Schwyz en Obwalden+Nidwalden) zich samensloten uit angst om door een buurland aangevallen te worden. Hiervoor werd een eed afgelegd. Hoe heet deze eed? Zie de volgende slide. 

Slide 17 - Tekstslide

Hoe heet de eed? Lees de volgende woorden: in elk woord ontbreekt een letter. Schrijft die ontbrekende letters achter elkaar op. Samen vormen ze de naam van de eed.

Nationalfeietag – grezi – Lind – Mika – Schwez – chnee – Deutsh – Züric – Satch – Bndesrepublik – ote Kreuz

Slide 18 - Open vraag

Geographie und Demographie
Lies die nächste Folie und beantworte die Fragen. Was fällt dir auf?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Met welke munt betaal je in Zwitserland?

Slide 21 - Open vraag

Welke taal wordt in Zwitserland het meest gesproken?

Slide 22 - Open vraag

Welke taal wordt er door de kleinste groep Zwitsers gesproken?

Slide 23 - Open vraag

Wonen er in Zwitserland meer of minder mensen dan in Nederland?

Slide 24 - Open vraag

Der Bundesstaat die Schweiz
Die Schweiz hat auch einen Nationalfeiertag, genauso wie in den Niederlanden. Lies den Text und beantworte die Fragen.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Zwitserland is altijd een Bundesstaat geweest.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 27 - Quizvraag

De nationale feestdag is sinds 1994 om de drie jaar een vrije dag.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 28 - Quizvraag

Bij de nationale feestdag horen vuurwerk, vlaggen en muziek.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 29 - Quizvraag

Was weißt du schon über die Schweiz?

Slide 30 - Woordweb

Fertig!
Hausaufgaben für die nächste Stunde:
Zoek minstens 5 dingen op, die typisch Zwitsers zijn. Schrijf dit op voor jezelf en neem dit mee naar de volgende les. 

Salü!

Slide 31 - Tekstslide