Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
Feiten, meningen, argumenten en signaalwoorden
Tekst
Feiten, meningen en argumenten
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Tekst
Feiten, meningen en argumenten
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Je weet wat feiten en meningen zijn
je kan van beide een voorbeeld geven.
je kan in een tekst feiten en meningen herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Theorie
Feiten:
een feit kun je controleren.
Meningen:
een mening is iets wat iemand vindt.
Argument:
reden waarom je een bepaalde mening hebt
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Video
Feit of mening?
m&m's zijn de lekkerste snoepjes
A
Mening
B
Feit
Slide 6 - Quizvraag
Feit of mening?
M&M's zijn snoepjes die bedacht zijn in Amerika
A
Feit
B
Mening
Slide 7 - Quizvraag
Feit of mening?
Ik heb liever de gele verpakking M&M's
A
Feit
B
Mening
Slide 8 - Quizvraag
Feit of mening?
Een normaal zakje M&M's bevat een vaste verdeling van bruine, rode, gele, groene en oranje en blauwe M&M's
Een normaal zakje M&M's bevat een vaste verdeling van groene, rode, blauwe, gele, bruine en oranje M&M's
A
Mening
B
Feit
Slide 9 - Quizvraag
Feit of mening?
M&M's zijn, volgens mijn moeder, veel te duur
A
Mening
B
Feit
Slide 10 - Quizvraag
Feit of mening?
Elke M&M wordt bedrukt met een kleine letter 'm'
A
Feit
B
Mening
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Video
Feit/mening
Noem één feit en één
mening over katten:
Slide 13 - Open vraag
Feit/mening/argument:
Noem één feit, één mening en één argument over honden
Slide 14 - Open vraag
Feit/mening/argument:
Noem één feit, één mening en één argument over kippen
Slide 15 - Open vraag
wat is een argument?
A
een argument is bewijsbaar
B
een argument is een reden waarom jij iets vindt
Slide 16 - Quizvraag
'Ik kon mij totaal niet inleven in Isabel, omdat ze telkens zo gek deed.'
Dit is een...
A
feit
B
feit + argument
C
mening + argument
D
mening
Slide 17 - Quizvraag
1. De smartphone is onmisbaar.
2. Heel veel jongeren voelen zich ongelukkig zonder smartphone.
A
2 = feit
B
2 = mening
C
2 = argument
Slide 18 - Quizvraag
Staat hier een feit, mening of argument?
Omdat hij vreemde ideeën heeft.
A
argument
B
Mening
C
feit
Slide 19 - Quizvraag
Wat doe je als je over een argument discussieert?
A
Dan bevestig je het argument
B
Dan bedenk je een argument
C
Dan herhaal je een argument
D
Dan ga je tegen het argument in
Slide 20 - Quizvraag
Staat hier een feit, mening of argument?
Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 21 - Quizvraag
Aan welke woorden herken je een mening?
A
ik doe
B
ik vind
C
ik neem
D
ik geef
Slide 22 - Quizvraag
Wat vond je goed of minder goed aan deze les?
Slide 23 - Open vraag