Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
hst 1 0. 1 "soorten krachten"
1.1 Soorten krachten
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
1.1 Soorten krachten
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Na deze les kan je:
De uitwerkingen van een kracht benoemen
De kracht meten met een krachtmeter/veerunster.
De drie onderdelen van een krachtpijl benoemen.
Verschillen soorten krachten herkennen
De werking en toepassing van de verschillende soorten krachten beschrijven.
Slide 2 - Tekstslide
Noteer 3 woorden waar je aan denkt bij het horen van het woord kracht.
Slide 3 - Woordweb
Soorten krachten
Welke verschillende soorten krachten worden er in het volgende filmpje genoemd?
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Noteer de verschillende soorten krachten die in het filmpje werden genoemd.
Slide 6 - Open vraag
v.b. soorten krachten
-Spierkracht (Fs)
-Veerkracht (Fv)
-Magnetische kracht (Fm)
-Zwaartekracht (Fz)
-Spankracht (Fspan)
-Elektrische krachten (Fel)
Met ijzerpoeder maak je de veldlijnen zichtbaar
Slide 7 - Tekstslide
Afstoten en aantrekken
Gelijke lading stoot af, verschillende trekt aan
Slide 8 - Tekstslide
Welke krachten werken er?
Slide 9 - Open vraag
Effecten van krachten
De vorm kan veranderen (plastisch of elastisch)
De richting kan veranderen.
De snelheid kan veranderen.
Slide 10 - Tekstslide
Krachten tekenen
Teken een kracht als een vector (pijl) met een juiste
- grootte
- richting
- aangrijpingspunt
Kies een handige krachtenschaal: b.v. 1 cm komt overeen met 50 N
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
De zwaartekracht
Fz = m x g
Fz= zwaartekracht (N)
m = massa (kg)
g = gravitatiekracht = 9,81 afgerond 10 N/kg
Slide 13 - Tekstslide
Voorbeeeld
Teken de zwaartekracht die op een man met een massa van 70 kg werkt.
Slide 14 - Tekstslide
Zwaartekracht en gewicht
Het gewicht is de kracht v.e. voorwerp op zijn ondersteuning en wordt uitgedrukt in Newton.
Als het voorwerp ondersteund wordt geldt:
Fz = G
Let op: massa is in kg
Gewicht en zwaartekracht in N
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeeld
De cementbak heeft een massa
van 500 kg. Bereken het gewicht dat aan de kabel trekt.
Slide 16 - Tekstslide
Uitwerking
Gegeven: m = 500 kg
g = 10 N/kg
Gevraagd: G
Oplossing: G = m x g
G= 500 x 10 = 5000 N
Slide 17 - Tekstslide
Dit moet je uit je hoofd weten
Fz = m x g is de moeder der formules en komt telkens terug.
Slide 18 - Tekstslide
Noem de 3 effecten van een kracht.
Slide 19 - Woordweb
bij een tekening in een natuurkundeboek staat: "De gebruikte krachtenschaal is 1 cm ≙ 5 N."
Wat wordt daarmee bedoeld?
Slide 20 - Open vraag
Welke waarde heeft g op (of dicht daarbij) het aardoppervlak?
Slide 21 - Open vraag
Controle vragen
1 Noem drie effecten van een kracht.
2 Bij een tekening in een natuurkundeboek staat: “De gebruikte krachtenschaal is 1 cm ≙ 5 N.”
Wat wordt daarmee bedoeld?
3 Welke waarde heeft g op (of vlak bij) het aardoppervlak?
Slide 22 - Tekstslide
Lezen en maken
Lezen blz 8, 9 en 10 van je tekstboek
Maken 10.1 in je werkboek
Slide 23 - Tekstslide