Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
hoofdstuk 2
Fictie
1 / 13
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
13 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Fictie
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Herhalen theorie
Bespreken 4,6,7,8 spelling
Maken opdrachten spelling + extra grammatica
Klaar? Mindmap
Slide 2 - Tekstslide
Fictie
Er zijn drie manieren om een boek te beginnen:
ab ovo-begin: eerste gebeurtenis + chronologisch verteld
in medias res-begin: eerst een spannende gebeurtenis, daarna de voorgeschiedenis = niet chronologisch
post rem-begin: het boek begint bijna met het eind. Wat er daarvoor gebeurd is, wordt in de rest van het boek verteld.
Slide 3 - Tekstslide
Fictie
Er zijn twee soorten verhaaleindes:
gesloten einde: het verhaalprobleem is aan het eind opgelost.
open einde: de schrijver laat een aantal zaken onopgelost.
Slide 4 - Tekstslide
Grammatica
Tijden van het werkwoord:
1. Zoek het gezegde
2. Hebben/zijn + voltooid deelwoord?
3. Persoonsvorm in verleden of tegenwoordige tijd?
4. Staat er zullen in de zin?
Slide 5 - Tekstslide
Grammatica
Je moet de tijden van het werkwoord op twee verschillende manieren kunnen:
1. In welke tijd staat deze zin?
Zij zullen eten.
2. Zet de zin in de volgende tijd: o.t.t.
Hij (eten)
Slide 6 - Tekstslide
Wederkerend werkwoord + voornaamwoord
Werkwoord dat in de infinitief vergezeld gaat met zich.
Voorbeelden van wederkerende werkwoorden: zich schamen, zich ergeren, zich vergissen. Het zijn dus werkwoorden in combinatie met het woordje zich.
Hij gedraagt zich netjes. Ik vergis me. Zij wassen zich. Jullie vervelen je.
Slide 7 - Tekstslide
Enkelvoud en meervoud
Enkelvoudig onderwerp: een onderwerp dat bestaat uit één persoon.
Ik was me.
Meervoudig onderwerp: een onderwerp dat bestaat uit meerdere personen.
Wij wassen ons.
Slide 8 - Tekstslide
Wederkerig voornaamwoord
Het woordje 'elkaar'.
Je hebt meerdere mensen nodig om dit woord te gebruiken.
Ik geef elkaar een hand. FOUT!
Wij geven elkaar een hand.
Slide 9 - Tekstslide
Hoofdletters
Aan het begin van een zin
Na een getal geen hoofdletter aan het begin van de zin
Bij woorden als 's Zomers even opletten
Eigennamen
Let op bij achternamen
Feestdagen en historische gebeurtenissen
Aan het begin van een citaat
Slide 10 - Tekstslide
Gebiedende wijs
Een bevel, waarschuwing, advies, opdracht, instructie
Gebiedende wijs begint altijd met een werkwoord en heeft meestal geen onderwerp
Slide 11 - Tekstslide
Bespreken 4,6,7,8 spelling
Slide 12 - Tekstslide
Maken...
Opdracht 9,10,11 van 2.5 spelling
2,3,4 van extra grammatica
Klaar? Bezig met mindmap of leren voor de toets.
Slide 13 - Tekstslide