Landstede Groep

Les 2. Plato's Wereld: Ideeën en Allegorieën

Plato (428 - 347 vC)
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstLevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Plato (428 - 347 vC)

Slide 1 - Tekstslide

Plato was een van de meest invloedrijke filosofen uit het oude Griekenland en wordt beschouwd als een van de grondleggers van de westerse filosofie. Hij werd geboren rond 427 v.Chr. in Athene en was een student van Socrates. 
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
Deze filosoof hebben we de vorige les besproken.
R
E
S
T
C
S
A
O

Slide 2 - Sleepvraag

Socrates

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je neemt kennis van de werken van Plato in de 3 verschillende periodes.
  • Je begrijpt de allegorie van de grot en bent instaat om deze te interpreteren.
  • Je kunt de Ideeënleer uitleggen.
  • Je bent instaat om eigen mening duidelijk formuleren omtrent de leer van Plato.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Bron: clipphanger Wie was Plato (Youtube)
Leerling van Socrates
Oprichter van de Akademeia

Bekendste werk: De Staat (over politiek)

Grootste erfenis: de Ideeënleer

Slide 6 - Tekstslide

Na de dood van Socrates in 399 v.Chr. begon Plato zijn eigen school, genaamd de Academie, waar hij les gaf en zijn ideeën ontwikkelde.

 
Plato is vooral bekend vanwege zijn geschriften, met name zijn dialogen waarin Socrates vaak als het centrale personage optreedt. Deze dialogen onderzoeken een breed scala aan onderwerpen, waaronder ethiek, politiek, metafysica, epistemologie en esthetiek.

Een van de belangrijkste concepten die 
Zijn meest bekende werk is waarschijnlijk "De Republiek/ De Staat" (Grieks: Πολιτεία, Politeia), waarin hij zijn ideeën over rechtvaardigheid, politiek, en de ideale staat uiteenzet. Dit werk bevat ook zijn beroemde allegorie van de grot, die diepgaande reflecties biedt over de aard van kennis en werkelijkheid. 

Plato heeft bijgedragen aan de westerse filosofie is zijn theorie van de Ideeën, ook wel de theorie van de vormen genoemd. Volgens Plato zijn de dingen in de fysieke wereld slechts imperfecte kopieën of afspiegelingen van perfecte, eeuwige ideeën of vormen die zich in een hogere, bovennatuurlijke realiteit bevinden.

6

Slide 7 - Video

Bron: The school of life. Filosofie Plato (Youtube)
01:00

Wat is het doel van Plato tegen 'populaire meningen'?
A
Het promoten van eigen opvattingen, om zo veel aanhang bij de bevolking te krijgen.
B
Het uitdagen en bevragen van algemeen geaccepteerde opvattingen en ideeën.
C
Het verdedigen en bewonderen van populaire meningen voornamelijk gegeven door sofisten.
D
Het ondermijnen van de filosofie van Socrates, zodat hij zijn eigen leer kon promoten.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Wat was Plato's alternatief voor democratie?
A
Een militaire dictatuur
B
Een filosofenkoning als heerser
C
Een oligarchie van rijke zakenmensen
D
Een directe democratie zonder politieke partijen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:12

Wat is de samenvatting van het 1e idee?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

03:11

Wat betekent: 
"liefde is bewondering"? 
A
Je bewondert je geliefde op alle vlakken en ziet op tegen deze persoon.
B
Je wilt zijn zoals anderen. Je denkt dat andere mensen beter zijn dan jezelf.
C
De eigenschappen die jij mist vind je terug bij je partner en deze neem je over.
D
Bewondering is een vorm van liefde. Minachting is een vorm van haat.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

04:03

Wat is de verborgen schoonheid van kunst volgens Plato?
A
De verborgen schoonheid van kunst volgens Plato is de uitdrukking van menselijke emoties.
B
De verborgen schoonheid van kunst volgens Plato is de weerspiegeling van de ideale wereld.
C
De verborgen schoonheid van kunst volgens Plato is de imitatie van de natuur.
D
De verborgen schoonheid van kunst volgens Plato is de subjectieve waardering door de toeschouwer.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

05:32


Wat is het doel van Plato's ideaal samenleving?
A
Het stimuleren van competitie
B
Het bevorderen van individualisme
C
Het bereiken van gerechtigheid en harmonie
D
Het vergaren van rijkdom en macht

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

06:18


Wat was Plato's kritiek op democratie?
A
Hij geloofde dat democratie te veel macht gaf aan de elite
B
Hij dacht dat democratie de individuele vrijheid beperkte
C
Hij vond dat democratie te langzaam was in besluitvorming
D
Hij dacht dat democratie leidde tot demagogie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

    Zijn werken zijn onder te verdelen in 3 perioden.  

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen stellen en tot de conclusie komen: Ik weet het niet.
periode 1
Vroege dialogen.
Lijkt erg op het denken van Socrates.

Slide 16 - Tekstslide

De eerste periode van Plato's werken wordt vaak gekenmerkt door zijn 'Socratische dialogen', waarin hij de filosofische methode van zijn leraar Socrates voortzet. In deze dialogen wordt de dialoogvorm gebruikt om filosofische kwesties te onderzoeken door middel van gesprekken tussen personages.
Enkele voorbeelden van Plato's werken uit deze periode zijn:
"Apologie van Socrates" (Apology): Dit werk is een verslag van het proces tegen Socrates, waarin hij wordt beschuldigd van het corrumperen van de jeugd van Athene en het introduceren van nieuwe goden. Socrates verdedigt zichzelf voor de rechtbank en weigert zijn filosofische onderzoekingen op te geven.
"Euthyphro": In deze dialoog gaat Socrates in gesprek met Euthyphro over de betekenis van heiligheid of vroomheid. Ze discussiëren over wat het betekent om heilig te zijn en of daden heilig zijn omdat de goden ervan houden, of dat de goden ervan houden omdat ze heilig zijn.
"Kriton" (Crito): Deze dialoog speelt zich af in de cel waarin Socrates wacht op zijn executie. Kriton probeert Socrates ervan te overtuigen te ontsnappen, maar Socrates weigert omdat hij gelooft dat hij de wetten van Athene moet gehoorzamen, zelfs als ze onrechtvaardig lijken.
Deze vroege werken leggen de basis voor Plato's latere filosofische ontwikkelingen en zijn zoektocht naar de aard van deugdzaamheid, kennis en rechtvaardigheid.
De wereld om ons heen is een slap aftreksel van deze ideeën.
6
Het is denigrerend om iets te actualiseren.

4
De fysieke wereld (materie)  is imperfect, ideeën (geest) zijn perfect.  
5
Ideeën zijn de echte werkelijkheid.
3
Er bestaan vaste ethische waarden . (Ze bestaan eeuwig en zijn eeuwig het zelfde.)
1
Deze krijgen gestalte in Ideeën of Vormen. 
2
Periode 2

Slide 17 - Tekstslide

De tweede periode van Plato's werken wordt gekenmerkt door zijn 'Middenperiode' of 'Overgangsperiode', waarin hij zijn eigen filosofische ideeën begint te ontwikkelen, terwijl hij nog steeds invloed ontleent aan zijn leraar Socrates. In deze werken begint Plato zijn eigen opvattingen over de aard van de werkelijkheid, kennis en ethiek uiteen te zetten, hoewel ze nog steeds worden gepresenteerd in de vorm van dialogen.

"Phaidros" (Phaedrus): In deze dialoog onderzoeken Socrates en Phaedrus de aard van retoriek, liefde en filosofie tijdens een wandeling buiten de muren van Athene. Ze bespreken de rol van retoriek in het beïnvloeden van de ziel en pleiten voor een filosofische benadering van het zoeken naar waarheid.
"Meno": Deze dialoog concentreert zich op de vraag of de deugdzaamheid kan worden onderwezen. Socrates en Meno onderzoeken of deugdzaamheid een aangeboren kwaliteit is of kan worden verworven door instructie. Dit leidt tot een discussie over de aard van kennis en het proces van leren.

Tijdens deze periode begint Plato zijn eigen ideeën te ontwikkelen, zoals zijn theorie van Ideeën (of Vormen), die een centrale rol zal spelen in zijn latere werken.


Wat is de betekenis van dualisme bij Plato?
A
Een filosofische stroming die Plato's dualisme ontkent.
B
Het geloof dat de wereld bestaat uit twee tegengestelde en onafhankelijke entiteiten: de materiële wereld en de wereld van ideeën.
C
Een term die Plato gebruikte om zijn visie op politieke systemen te beschrijven.
D
Het idee dat Plato twee verschillende persoonlijkheden had.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

M
L
A
P
I
N
O
T
E
Een ander woord voor zijn filosofie.
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
A
B

Slide 19 - Sleepvraag

Platonisme

Slide 20 - Video

Bron: Ted Ed Plato's allegory of the cave (Youtube)

De Allegorie van de Grot is een van Plato's meest beroemde en invloedrijke passages, te vinden in zijn werk "Politeia" (De Republiek). Het wordt gepresenteerd als een verhaal verteld door Socrates en illustreert de aard van kennis, perceptie en de zoektocht naar waarheid.
Het verhaal gaat als volgt:
Socrates stelt zich voor dat er een groep mensen gevangen zit in een grot, vastgeketend aan de muur zodat ze alleen naar voren kunnen kijken. Achter hen is een vuur dat hun schaduwen op de muur werpt. Ze zien alleen de schaduwen van objecten die voorbij het vuur worden gedragen door mensen die zich tussen het vuur en de gevangenen bevinden. Omdat dit alles is wat ze kennen, nemen ze de schaduwen voor de werkelijkheid.
Socrates stelt zich vervolgens voor dat een van de gevangenen wordt bevrijd en gedwongen wordt om naar buiten te kijken, naar het licht van de zon. In het begin zou deze persoon verblind worden door het licht en de echte wereld niet kunnen begrijpen. Maar na verloop van tijd zou hij beginnen te begrijpen dat de schaduwen in de grot slechts een afspiegeling zijn van echte objecten, en dat de echte wereld buiten de grot veel rijker en complexer is dan wat hij eerder heeft ervaren.
De allegorie van de grot symboliseert Plato's ideeën over de aard van kennis en waarheid. De gevangenen in de grot vertegenwoordigen mensen die gevangen zitten in de wereld van zintuiglijke waarnemingen en onwetend zijn over de ware aard van de werkelijkheid. De bevrijding uit de grot staat voor de zoektocht naar filosofische kennis en het verkrijgen van inzicht in de ware aard van de werkelijkheid, los van zintuiglijke illusies. Het is een krachtige metafoor die blijvend heeft bijgedragen aan de filosofische reflectie over kennis en waarheid.
De allegorie van de grot.
De gevangenen denken dat ze hun eigen leven leiden en hun eigen beslissingen nemen, maar ze ‘leven’ helemaal niet echt. 
Ze leven in een illusie.
1
Ze denken de touwtjes in handen te hebben, maar ze zien niet waar ze zich bevinden.  
3
In hoeverre leven wij ‘echt’? Worden wij ook geleefd door allerlei grote en kleine onbewuste processen? Door bijvoorbeeld de maatschappij, geld, media, druk van je omgeving?  In hoeverre willen en kunnen we dat zien? En wat als we hier uit zouden breken? 
5
Als hij de uitgang van de grot vindt, went aan het felle daglicht, en werkelijk beseft wat er in de grot gebeurt, zou de illusie bij hem opgeheven worden. Hij vertelt het aan de anderen maar die maken hem uit voor gestoord.
2
The Matrix
  In de film The Matrix, zien we hetzelfde principe naar voren komen. 
Neo wordt opeens wakker in een bak met slijm en hij beseft dat hij al die tijd gedroomd heeft.
4

Slide 21 - Tekstslide

"The Matrix", een populaire sciencefictionfilm uit 1999, vertoont duidelijk parallellen met Plato's Allegorie van de Grot. De filmmakers, de Wachowski's, hebben expliciet verklaard dat ze geïnspireerd waren door Plato's filosofische ideeën, met name de concepten van illusie, realiteit en de zoektocht naar waarheid.
In "The Matrix" leeft de mensheid in een kunstmatige realiteit, de Matrix genaamd, waarin hun geesten zijn gevangen terwijl hun lichamen worden gebruikt als energiebronnen door machines. De hoofdrolspeler, Neo, wordt geconfronteerd met de waarheid over de Matrix en de echte wereld buiten de gemanipuleerde realiteit. Deze onthulling is vergelijkbaar met de bevrijding van de gevangene in Plato's Allegorie van de Grot, waarbij een persoon ontwaakt uit een illusoire wereld naar een diepere realiteit.

Net zoals de gevangene in Plato's allegorie aanvankelijk verblind is door het licht buiten de grot, heeft Neo moeite om de waarheid van de Matrix te bevatten wanneer hij voor het eerst wordt geconfronteerd met de realiteit buiten de door machines gecreëerde illusie. Maar na verloop van tijd begint hij de ware aard van de wereld te begrijpen en neemt hij deel aan een zoektocht naar vrijheid en waarheid.

Dus ja, hoewel "The Matrix" zijn eigen verhaal en thema's heeft, zijn de overeenkomsten met Plato's Allegorie van de Grot duidelijk en vormen ze een belangrijk element van de film.

Schrijf op wat in je opkomt.
timer
1:00

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Wie zouden volgens Plato het beste in staat zijn om een land goed te regeren?
A
filosofen
B
onderwijzers
C
dichters
D
gekozen ministers

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Waarom stelt Plato immaterie boven materie.
A
Omdat je deze werkelijkheid niet kunt zien.
B
Omdat je niet veel spullen mag bezitten.
C
Omdat God immaterie is.
D
Omdat in de onzichtbare werkelijkheid alles perfect is.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Minder verheven en minder strikt filosofisch.
1
Hij stelt open vragen of er ook Ideeën bestaan van gebruiksvoorwerpen.
2
Periode 3
Op het moment dat de 'stoel' werd uitgevonden, ontstond toen de tijdloze Idee Stoel ?
3
Of is het zo dat de Ideeën van Trein, Vliegtuig, Computer etc. er altijd al waren, maar geduldig wachtten op hun ontdekking door ons?
4

Slide 25 - Tekstslide

De derde periode van Plato's werken wordt vaak beschouwd als zijn 'Late Periode' of 'Volwassen Periode'. In deze fase bereikt Plato zijn volledige filosofische rijpheid en presenteert hij complexe ideeën en systemen in zijn dialogen. Zijn denken evolueert verder, en hij verkent diepere concepten zoals politiek, metafysica en epistemologie.

Enkele voorbeelden van Plato's werken uit deze periode zijn:
"Politeia" (De Republiek): Dit is wellicht Plato's meest beroemde werk, waarin hij zijn ideale samenleving en staat beschrijft. Hij gebruikt de analogie van de rechtvaardige staat om de structuur van de ziel te illustreren en onderzoekt concepten zoals rechtvaardigheid, deugd, en de aard van de menselijke ziel.
"Timaios" (Timaeus): In dit werk presenteert Plato zijn kosmologische ideeën, waarbij hij de aard van het universum en de rol van de demiurg (de schepper) bespreekt. Plato presenteert hier zijn ideeën over de aard van de werkelijkheid en het ontstaan van de kosmos.
"Nomoi" (Wetten): In dit werk richt Plato zich op het onderwerp wetgeving en politiek, waarbij hij een gedetailleerde analyse geeft van de wetten en instellingen die nodig zijn voor een ideale samenleving. Dit werk biedt een alternatief model voor de ideale staat dat meer praktisch en realistisch is dan dat van "De Republiek".

Tijdens deze late periode ontwikkelt Plato zijn filosofie verder en verkent hij een breed scala aan onderwerpen, waaronder ethiek, politiek, kosmologie en epistemologie, die allemaal een blijvende invloed hebben gehad op de westerse filosofie.


Plato maakt in zijn Ideeënleer een onderscheid tussen
A
werkelijkheid en onwerkelijkheid.
B
licht en donker.
C
goed en slecht.
D
materie en immaterie.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schept vanuit ongeordende materie (of bewegende chaos) de wereld naar het beeld van de Ideeën.
3
Hij gelooft in een Demiurg.
(een middelaar tussen God en de lage sferen).
2
Plato gelooft niet in een persoonlijk God, hoewel zijn gedachten erg
religieus zijn.  
1
Hierbij is dus geen sprake van een schepping uit het niets.
4
Concept God

Slide 27 - Tekstslide

Plato's opvattingen over God zijn complex en kunnen niet worden samengevat als een eenvoudig theologisch standpunt zoals dat in latere religieuze tradities wordt gevonden. In plaats daarvan moet men Plato's werk in zijn historische context begrijpen, waarbij hij de traditionele goden van het Griekse pantheon bespreekt binnen zijn bredere filosofische en metafysische kader.

 
In veel van Plato's dialogen lijkt hij te verwijzen naar een soort hoogste principe, een ultieme realiteit die de basis vormt voor alles wat bestaat. Dit wordt soms geassocieerd met het concept van het Goede, zoals gepresenteerd in "De Republiek", waar Plato het idee suggereert dat het Goede de hoogste vorm van waarheid en perfectie is. Hoewel dit niet noodzakelijk als een persoonlijke godheid wordt gepresenteerd, wordt het wel beschouwd als een soort transcendente entiteit of principe dat de ordening van de werkelijkheid bepaalt.
Plato's opvattingen over de traditionele Griekse goden zijn echter complexer. In sommige dialogen lijkt hij te suggereren dat de traditionele goden van het pantheon kunnen worden gezien als symbolen of manifestaties van hogere ideeën, zoals deugden of abstracte concepten. In andere werken lijkt hij de traditionele mythen te bekritiseren en pleit hij voor een meer filosofische benadering van het goddelijke.

Het is belangrijk om te benadrukken dat Plato's opvattingen over God en religie zich binnen het bredere kader van zijn filosofische project bevinden, waarin hij probeert de aard van de werkelijkheid, kennis, deugd en rechtvaardigheid te begrijpen. Zijn geschriften vormen een rijke bron van ideeën en debatten die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de westerse filosofie, maar zijn benadering van het goddelijke kan niet eenvoudig worden gereduceerd tot een vaststaand theologisch standpunt.

Het concept van de demiurg komt voor in Plato's dialoog "Timaios" (Timaeus). De demiurg is de schepper van de fysieke wereld, een goddelijk wezen dat verantwoordelijk is voor het ordenen van de materie en het creëren van de kosmos volgens een goddelijk plan.
In "Timaios" beschrijft Plato de schepping van de wereld als het resultaat van de activiteit van de demiurg. De demiurg, als een intelligent en goddelijk wezen, ordent de eeuwige en onveranderlijke vormen (ideeën of vormen) in de materiële wereld, waardoor een geordende en harmonieuze kosmos ontstaat. Deze kosmos wordt beschouwd als een afspiegeling van de perfecte wereld van de ideeën, hoewel hij minder perfect is vanwege zijn veranderlijke aard.
Het concept van de demiurg in "Timaios" staat in contrast met de traditionele Griekse mythe van een schepper-god, zoals bijvoorbeeld Zeus. In plaats van een godheid die uit chaos tevoorschijn komt en de wereld op willekeurige wijze vormgeeft, beschouwt Plato de demiurg als een doelgerichte en intelligente maker die de wereld ordent volgens redelijke principes.

Het concept van de demiurg heeft een blijvende invloed gehad op de westerse filosofie en theologie, en is van belang geweest in discussies over de relatie tussen God, de schepping en de aard van het universum.

Hoe zou Plato denken over de christelijke voorstelling van wie God is? Motiveer je antwoord.

Slide 28 - Open vraag

Het concept van God die in Christus mens wordt, zoals gepresenteerd in het christendom, zou waarschijnlijk een interessante twist zijn voor Plato. Het idee van een godheid die menselijke gedaante aanneemt en menselijke ervaringen ondergaat, zou enige parallellen kunnen hebben met Plato's gedachten over het materiële lichaam als een tijdelijke gevangenis voor de ziel.
Plato geloofde dat de ziel oorspronkelijk behoorde tot de wereld van de Vormen en tijdelijk gevangen zat in het lichaam. De lichamelijke ervaringen werden gezien als obstakels voor het bereiken van waarheid en verlichting. In dit opzicht zou Plato waarschijnlijk enige sympathie hebben voor het idee van een goddelijke entiteit die tijdelijk de menselijke conditie omarmt, in een poging om mensen te verlossen of verlichting te brengen.
Aan de andere kant, Plato's filosofie benadrukte het onveranderlijke en perfecte karakter van de Vormen, wat mogelijk niet goed overeenkomt met het idee van een goddelijke entiteit die menselijke ervaringen ondergaat, inclusief lijden en imperfectie.
Daarnaast zou Plato waarschijnlijk sceptisch zijn over het concept van een enkele goddelijke entiteit die exclusief in één menselijke vorm verschijnt. Zijn kosmologie omvatte een veelheid aan goddelijke principes en entiteiten, in plaats van één alomtegenwoordige goddelijkheid.

Wat heb je deze les geleerd? 
Schrijf zoveel mogelijk op in 
60 seconden.
Wat heb je deze les geleerd? 
Schrijf zoveel mogelijk op in 60 seconden.
timer
1:00

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies