Landstede Groep

3.2 bloedsomloop

De bloedsomloop. 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De bloedsomloop. 

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les: 
Je kunt vertellen waar het bloedvatenstelsel uit bestaat.
Je kunt vertellen wat er in de kleine bloedsomloop gebeurd.
Je kunt vertellen wat er in de grote bloedsomloop gebeurd. 
Je kent de onderdelen van de dubbele bloedsomloop

Slide 2 - Tekstslide

Samenvatting vorige les
Bloed bestaat uit:
  1. bloedplasma                        water, opgeloste stoffen, eiwitten
  2. rode bloedcellen               vervoeren zuurstof
  3. witte bloedcellen               bestrijden ziekteverwekkers
  4. bloedplaatjes                       zorgen voor bloedstolling

Slide 3 - Tekstslide

Bloedvatenstelsel
Het bloedvatenstelsel bestaat uit het hart en de bloedvaten

Het hart pompt het bloed door de bloedvaten. De weg die het bloed door het lichaam aflegt, noemen we de bloedsomloop. 

Slide 4 - Tekstslide

De plaatjes in het boek gaan altijd uit van je eigen lichaam. Daar zit je hart links. Maar in het boek lijkt dat rechts. 
rechts
links
LET OP! 

Slide 5 - Tekstslide

ONTHOUD
- linkerhelft op plaatjes is rechterhelft in het echt en andersom. 
- zuurstofarm bloed = op plaatjes altijd blauw gekleurd
- zuurstofrijk bloed = op plaatjes altijd rood gekleurd. 
rechterhelft 
linkerhelft

Slide 6 - Tekstslide

Op welk been staat de tatoeage?
A
rechterbeen
B
linkerbeen

Slide 7 - Quizvraag

Kijk naar het hart.
welke harthelft
is rood gekleurd?
A
linkerhelft
B
rechterhelft

Slide 8 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een skelet.
In welke helft van het skelet is het been opgetrokken?
A
De linkerhelft
B
De rechterhelft

Slide 9 - Quizvraag







kleine bloedsomloop






grote bloedsomloop
Dubbele bloedsomloop

Slide 10 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij de kleine bloedsomloop? 
Het bloed zonder zuurstof (zuurstofarm bloed) stroomt naar de longen om weer opnieuw zuurstof te 'tanken'. 
Je longen ademen zuurstof in. 
Dan gaat het zuurstofrijke bloed weer terug naar het hart. 


Slide 11 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop


Rechterhelft van het hart pompt bloed naar longen. Daar wordt zuurstof uit de lucht opgenomen. 
Vanuit longen stroomt  bloed weer terug naar de linkerhelft van het hart. 

onthoud: Kleine bloedsomloop
rechterhelft hart - longen (zuurstof inademen) - linkerhelft hart 

Slide 12 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop
uitleg over de kleine bloedsomloop

Slide 13 - Tekstslide

grote bloedsomloop
Linkerhelft van het hart pompt bloed
 naar de cellen (='de rest van het lichaam'). 
Daar wordt zuurstof uit het bloed gehaald. Daar komen ook koolstofdioxide en afvalstoffen in het bloed. Vanuit de cellen stroomt  bloed weer terug naar de rechterhelft van het hart. 

onthoud: grote bloedsomloop
linkerhelft hart - cellen - rechterhelft hart

Slide 14 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij de grote bloedsomloop? 
Het zuurstofrijke bloed is in het hart aangekomen. 
Dat moet verspreid worden naar alle cellen (organen) van het lichaam. 
Het hart pompt het zuurstofrijke bloed naar de cellen. Die verbruiken de zuurstof. Dan wordt het bloed in de organen dus zuurstofarm. 
Wanneer de cellen (organen) het zuurstof in het bloed 'opgemaakt' hebben, moet het weer terug naar het hart gepompt worden.
Het bloed neemt het zuurstofarme bloed mee terug naar het hart. 



Slide 15 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop
uitleg over de grote bloedsomloop

Slide 16 - Tekstslide

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop
+
Grote bloedsomloop
=
dubbele bloedsomloop

Slide 17 - Tekstslide

In het kort de dubbele bloedsomloop: 
- Zuurstof opnemen in het bloed (inademen) 
-Zuurstof transporteren naar alle cellen in het lichaam. 
-Koolstofdioxide van de cellen naar de longen brengen. 
- Koolstofdioxide afgeven aan de lucht (uitademen). 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

En nu aan de slag!
Pak je boek.
Ga naar thema 3 basisstof 2

Maak in je boek opdracht:
1 t/m 3 + 5 t/m 8

Slide 22 - Tekstslide

Wat gebeurt er met zuurstof en koolstofdioxide in de grote bloedsomloop?

Slide 23 - Open vraag

De kleine bloedsomloop gaat naar.....
A
alle organen van het lichaam
B
de longen

Slide 24 - Quizvraag

zuurstofarm bloed is in tekeningen/plaatjes altijd
A
rood gekleurd
B
blauw gekleurd

Slide 25 - Quizvraag

Bij een dubbele bloedsomloop gaat het bloed...
A
2x door de longen
B
2x door het hart
C
2x door alle organen

Slide 26 - Quizvraag

Welk bloedonderdeel vervoert zuurstof?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplaatjes
C
Witte bloedcellen

Slide 27 - Quizvraag

Hoort het hart bij het bloedvatenstelsel?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quizvraag

Laag A in de
reageerbuis, bevat
A
Bloedplasma
B
witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplaatjes en witte bloedcellen

Slide 29 - Quizvraag


Bij één bloedsomloop, stroomt het bloed...
A
1 x door het hart
B
2 x door het hart
C
3 x door het hart
D
niet door het hart

Slide 30 - Quizvraag

Wat gebeurt er met zuurstof en koolstofdioxide in de kleine bloedsomloop?

Slide 31 - Open vraag