Landstede Groep

OEFENING KERNCONCEPTEN

Het feit dat de overheid macht heeft dat als legitiem wordt beschouwd, is een gevolg van het proces van ......
A
Het institutionaliseren van politieke macht
B
Natievorming
C
Staatsvorming
D
Het institutionaliseren van het volk
1 / 25
volgende
Slide 1: Quizvraag
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Het feit dat de overheid macht heeft dat als legitiem wordt beschouwd, is een gevolg van het proces van ......
A
Het institutionaliseren van politieke macht
B
Natievorming
C
Staatsvorming
D
Het institutionaliseren van het volk

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste omschrijving van het kernconcept democratisering?
A
Alle mensen hebben invloed op de besluiten die genomen worden.
B
Steeds meer mensen krijgen wat te zeggen over te nemen besluiten.
C
Er zijn verkiezingen zodat burgers het parlement kunnen kiezen.
D
De herinvoering van het censuskiesrecht.

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De eerste belangrijke ontwikkeling bij democratisering is:
A
Steeds minder groepen, bedrijven en organisaties kregen rechten en worden gezien als 'rechtspersonen'.
B
Steeds meer groepen, bedrijven en organisaties kregen rechten en worden gezien als 'rechtspersonen'.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De tweede belangrijke ontwikkeling bij democratisering is
A
Het ontstaan van de volksvertegenwoordiging, de parlementaire democratie.
B
De verschillende opvattingen van de burgers worden door partijen gerepresenteerd.
C
De politieke grondrechten actief en passief stemrecht staan centraal.
D
alle voorgaande antwoorden zijn goed

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De democratisering in Nederland begon in
A
1815
B
1848
C
1887
D
1919

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort rechten?

Burgers die arbeidsongeschikt zijn krijgen een uitkering van de staat.
A
Klassieke grondrechten
B
Politieke rechten
C
Sociale rechten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(Een) kanttekening(en) bij het democratiseringsproces zijn/is
A
Door globalisering is het voor burgers makkelijker om machthebbers te controleren.
B
Door democratisering duurt besluitvorming langer en worden er vaker compromissen gesloten.
C
Mensen die participeren zijn representatief, vaker hoogopgeleid, autochtoon, middelbare leeftijd.
D
alle voorgaande antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt de democratiseringsfunctie in het onderwijs in?
A
Jongeren worden getraind in vaardigheden.
B
Jongeren worden ingeburgerd in de democratie.
C
Jongeren vernemen heel veel zaken en gegevens uit de democratie
D
Jongeren worden mondig gemaakt.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van democratisering in de jaren 60'?
A
Vrouwen krijgen kiesrecht
B
Studenten protesteren
C
De seksuele revolutie
D
Stemleeftijd gaat omlaag

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dat waarden worden vertaald in regels en gedragspatronen is een omschrijving van......
A
Democratisering
B
Rationalisering
C
Institutionalisering
D
Individualisering

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Institutionalisering is
A
instituten die gedrag van mensen regelen
B
instituten die waarden en normen vastleggen
C
het proces waarbij waarden en regels vastgelegd worden in gedragspatronen die relaties reguleren
D
het proces waarbij waarden en regels vastgelegd worden in standaardgedragspatronen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het beoogde doel van institutionalisering?
A
Meer gelijkheid in de samenleving
B
Meer vrijheid in de samenleving
C
Meer geld in de samenleving
D
Meer broederschap in de samenleving

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Institutionalisering, een voorbeeld is
A
de bushalte
B
het huwelijk
C
het park
D
de school

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Institutionalisering hoort bij hoofdconcept:
A
Vorming
B
Binding
C
Verandering
D
Verhouding

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Linkse partijen zijn tegen
A
individualisering
B
privatisering
C
democratisering
D
institutionalisering

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is niet waar over institutionalisering?
A
Het is een proces
B
Een voorbeeld is het ontstaan van de verzorgingsstaat
C
Het gaat alleen over geformaliseerde regels
D
Hierdoor worden mensen minder afhankelijk van familie

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de scheidingswet van 1971 is een vorm van...
A
verandering
B
democratisering
C
institutionalisering
D
rationalisering

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De betekenis van sociale instituties verandert in een tijd van individualisering.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het gebruik van anticonceptie past bij het kernconcept...
A
democratisering
B
rationalisering
C
individualisering
D
verandering

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door individualisering neemt de sociale cohesie in subculturen toe.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Op individueel niveau:  er zijn meer en diversere subculturen waar tussen bovendien gewisseld mag worden. De verbondenheid binnen de groep kan daardoor groter zijn (gedeelde interesse, gedeelde waarden/belangen). Op macroniveau neemt de sociale cohesie af, want dor de individuele verschillen ervaart men minder verbondenheid.  
Ook individualisering is een belangrijk proces in een moderne samenleving. Wat is geen voorbeeld van individualisering?
A
Veel mensen hebben hun afhankelijkheid van gezin, sociale klasse, kerk weten te verminderen.
B
Individuen zijn meer zelf verantwoordelijk voor hun handelen en het aangaan van sociale contacten.
C
Mensen willen graag zelf hun leven vormgeven en zichzelf onderscheiden van anderen.
D
Er zijn vaak rituelen om te volgen waarna een jongen een man of een meisje een vrouw geworden is.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie of wat zorgde voor een verandering van de betekenis van de socialiserende institutie 'het gezin'?
A
De overheid
B
Verzuiling
C
Individualisering
D
Globalisering

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke maatschappelijk ontwikkeling
herken je in deze titel:

'VS overweegt blokkade van TikTok.'
A
secularisering
B
individualisering
C
democratisering
D
globalisering

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een eerste belangrijke ontwikkeling binnen het ...........................sproces is de uitbouw geweest van de rechtsstaat, waardoor niet alleen elites, maar steeds meer groepen in de samenleving rechten kregen.
A
rationalisering
B
individualisering
C
verandering
D
democratisering

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarover gaat het hoofdconcept verandering?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies