Aan het eind van de les weet je wat een wisselkoers is.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Doel van de les
Aan het eind van de les weet je wat een wisselkoers is.
Slide 1 - Tekstslide
De bloemen exporteur
De bloemen exporteur stuurt op 1 mei een partij bloemen naar de VS. De wisselkoers is: 1$ = 1€
De factuur gaat per mail. De klant in de VS moet €1000. De klant betaalt $1000 om aan €1000 te komen. Deze €1000 gebruikt hij om de ractuur te betalen.
Slide 2 - Tekstslide
appreciatie van de euro
Op 1 juni is de koers van euro gestegen.
1€ = 1,20$
De bestelling is weer precies hetzelfde. De partij wordt geleverd en de factuur per mail bedraagt: €1000
De klant in de VS moet nu $1200 wisselen om aan €1000 te komen. Dit gaat hij gebruiken om de factuur te betalen.
Slide 3 - Tekstslide
€1 = $1,20
Hoeveel is in deze situatie 1$ in €?
Slide 4 - Tekstslide
Inflatie = stijging van het algemeen prijspeil
Bij inflatie wordt alles duurder. De prijzen gaan omhoog. Je kunt minder kopen voor je geld. De koopkracht (reële waarde) van de euro neemt af.
Slide 5 - Tekstslide
Internationale concurrentie positie
Ook voor het buitenland wordt Nederland 'duur'.
Het buitenland koopt minder bij ons -> onze export neemt af.
Dit is slecht voor onze bedrijven -> de internationale concurrentie positie van NL verslechtert.
Slide 6 - Tekstslide
Maak opdracht 3.20 t/m 3.26
Slide 7 - Tekstslide
wisselkoers en BB
Bij een BBO moet het buitenland ons nog betalen.
De vraag naar € neemt toe -> koers € stijgt. (appreciatie)
Bij een BBT moeten wij nog aan het buitenland betalen.
Vraag naar $ neemt toe (aanbod € neemt toe) koers € daalt. (depreciatie)
Slide 8 - Tekstslide
beperkt zwevende wk
Er worden bandbreedtes vastgesteld waarbinnen de munt vrij kan bewegen. Komt de munt door vraag of aanbod buiten de bandbreedte dan gaat de centrale bank ingrijpen (intervenieren)
Slide 9 - Tekstslide
intervenieren
De eigen munt komt boven de bandbreedte uit. WK is te hoog. CB gaat eigen munt op grote schaal verkopen. WK daalt (devaluatie).
Komt de munt onder de bandbreedte dan gaat de CB eigen munt aankopen WK stijgt (revaluatie)