Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
Het voltooid deelwoord - A2/2.5
De voltooide tijd
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1,2
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
De voltooide tijd
Slide 1 - Tekstslide
Aan het einde van deze les kun je:
De voltooide tijd van regelmatige werkwoorden:
herkennen
maken
gebruiken in zinnen
Slide 2 - Tekstslide
De voltooide tijd gebruiken we als iets klaar is.
Slide 3 - Tekstslide
Voltooide tijd wat is dat?
Wat is een regelmatig werkwoord?
Een werkwoord waarbij je een regel kunt gebruiken!
Slide 4 - Tekstslide
voorbeeldzinnen met regelmatige werkwoorden
Ik heb het eten gemaakt.
U bent gisteren getrouwd.
Hij heeft een fiets gekocht.
Ik ben in Leiden geweest.
Wij hebben gisteren gefietst.
Ik ben naar Leiden gefietst.
Slide 5 - Tekstslide
on
regelmatige werkwoorden
Voorbeelden
z
i
tten -> gez
e
ten
r
ij
den -> ger
e
den
De klank verandert!
Slide 6 - Tekstslide
regelmatig
I
onregelmatig
Bij regelmatige werkwoorden kun je een regel gebruiken.
Bij onregelmatige werkwoorden niet.
We gaan nu de
regel
voor
regelmatige
werkwoorden leren!
Slide 7 - Tekstslide
Je weet:
Het voltooid deelwoord begint (bijna altijd) met
ge
- Voorbeeld: gewerkt, gefietst
De voltooide tijd heeft altijd een
hulpwerkwoord
.
Dit hulpwerkwoord is altijd een vorm van
hebben of zijn
.
Slide 8 - Tekstslide
Het voltooid deelwoord
eindigt
op een
d
of een
t
ge fiets t = gefietst
(ge + stam + d/t) = voltooid deelwoord
Slide 9 - Tekstslide
Haal -en van de naam van het werkwoord weg.
Voorbeeld: werken -en = werk.
Kijk nu naar de laatste letter.
Is het een
medeklinker
uit de woorden:
s
o
ft
k
e
tch
u
p
dan komt er een
t
achter.
Bij alle andere letters een
d
Slide 10 - Tekstslide
De regel
Met Soft Ketchup
V
of 't Kofschip
V
allebei goed!
Slide 11 - Tekstslide
Zo doe je het:
werken - en = werk
De laatste letter is een ...
k
we kijken naar
S
o
ft k
e
tch
u
p
Staat de
k
in Soft ketchup?
Ja
-> gewerk
+t
= gewerkt
Slide 12 - Tekstslide
Zo doe je het
sturen- en = stur
De laatste letter is een ...
r
we kijken naar Soft ketchup
Staat de
r
in Soft ketchup?
Nee
-> gestuur +
d
= gestuurd
Slide 13 - Tekstslide
We gaan oefenen
Slide 14 - Tekstslide
Hij danst
Wat is de voltooide tijd?
A
Hij gedanst
B
Hij heeft gedansd
C
Hij heeft gedanst
D
Hij gedanste
Slide 15 - Quizvraag
Ik huur
Wat is de voltooide tijd?
A
Ik heb gehuurd
B
Ik behuur
C
Ik heb gehuurde
D
Ik gehuur
Slide 16 - Quizvraag
Wij dansen
Wat is de voltooide tijd?
A
Wij danseden
B
Wij hebben gedansd
C
Wij heeft gedans
D
Wij hebben gedanst
Slide 17 - Quizvraag
U reist
Wat is de voltooide tijd?
(reizen -en, laatste letter is z)
A
U heeft gereisde
B
U hebt reisde
C
U heeft gereisd
D
U heeft gereis
Slide 18 - Quizvraag
Ik luister
Wat is de voltooide tijd?
A
Ik heb geluisterd
B
Ik heb geluistert
Slide 19 - Quizvraag
Wij passen
Wat is de voltooide tijd?
A
Wij hebben gepasd
B
Wij hebben gepast
Slide 20 - Quizvraag
Jullie ruilen
Wat is de voltooide tijd?
A
Jullie hebben geruilt
B
Jullie hebben geruild
Slide 21 - Quizvraag
Hij werkt
Wat is de voltooide tijd?
A
Hij heeft gewerkt
B
Hij heeft gewerkd
Slide 22 - Quizvraag
Ik deel
Wat is de voltooide tijd?
A
Ik heb gedeeld
B
Ik heb gedeelt
Slide 23 - Quizvraag
Wij missen
Wat is de voltooide tijd?
A
Wij hebben gemisd
B
Wij hebben gemist
Slide 24 - Quizvraag
Jullie smeden
Wat is de voltooide tijd?
A
Jullie hebben gesmeed
B
Jullie hebben gesmeedt
Slide 25 - Quizvraag
Hij knipt
Wat is de voltooide tijd?
A
Hij heeft geknipt
B
Hij heeft geknipd
Slide 26 - Quizvraag
Voltooide tijd OP -D
Voltooide tijd op -T
Wandelen
Gebruiken
Reizen
Juichen
Wonen
Rollen
Verven
Stoppen
Trouwen
Douchen
Slide 27 - Sleepvraag
Wat heb je geleerd?
Slide 28 - Open vraag