Hoe zeg je in het Frans dat iets (z.nw.) van mij, jou, hem, haar is?
Bezittelijke voornaamwoorden:
mijn jouw zijn/ haar ons/onze jullie/uw hun
M/klinker/h mon ton son notre votre leur
F ma ta sa notre votre leur
P mes tes ses nos vos leurs
Denk aan:
Masculin = le, l‘, un
Féminin = la, l‘, une
Pluriel = les