H2 Burgers en Stoommachines herhaling
1 / 22
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welk woord hoort bij deze betekenis:
Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie
1760 tot 1850.
Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie
1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste uitvinding van de Industriële revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector
Slide 3 - Quizvraag
In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland
Slide 4 - Quizvraag
Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten
Slide 5 - Quizvraag
Rond 1800 woonden de meeste mensen in Nederland op of in
A
het platteland
B
de stad
Slide 6 - Quizvraag
Doordat de mensen in fabrieken gingen werken verhuisden ze naar
A
het platteland
B
de stad
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Noem 1 voorbeeld waaruit blijkt dat de werkomstandigheden van de arbeiders vaak zeer slecht waren.
Slide 9 - Open vraag
Hoe noemen we de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders tijdens de Industriele revolutie?
Slide 10 - Open vraag
Hoe noemen we de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders?
A
asociale kwestie
B
hard leven
C
sociale kwestie
D
sociale wetten
Slide 11 - Quizvraag
Het kinderwetje van Van Houten gaat over:
A
leerplicht
B
verbod op kinderarbeid
C
je mocht maar 2 kinderen krijgen
D
toeslag voor ouders met kinderen.
Slide 12 - Quizvraag
Het kinderwetje van van Houten is een voorbeeld van een.....
A
grondwet
B
sociale wet
C
fabrieksregel
D
sociale kwestie
Slide 13 - Quizvraag
Politieke partijen die in hun programma uitgaan van het geloof zijn?
A
Feministen
B
Socialisten
C
Confessionelen
D
Liberalen
Slide 14 - Quizvraag
Confessionelen voerden de schoolstrijd. Wat wilden zij?
A
dat iedereen naar de kerk ging
B
dat christelijke scholen ook geld kregen
C
dat alle kinderen naar school konden gaan
Slide 15 - Quizvraag
Politieke stroming die gelijkheid belangrijk vindt zijn?
A
Feministen
B
Socialisten
C
Confessionelen
D
Liberalen
Slide 16 - Quizvraag
Politieke stroming die vrijheid belangrijk vindt zijn?
A
Feministen
B
Socialisten
C
Confessionelen
D
Liberalen
Slide 17 - Quizvraag
Schrijf de naam op van de liberaal die de nieuwe grondwet maakte in 1848
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Vrouwenbeweging die streed voor gelijke rechten en kansen voor vrouwen zijn?
A
Feministen
B
Socialisten
C
Confessionelen
D
Liberalen
Slide 20 - Quizvraag
Wat wilden feministen bereiken met hun vrouwenbeweging?
A
algemeen kiesrecht
B
recht tot toegang tot universitair onderwijs
C
gelijke rechten voor mannen en vrouwen