LessonUp -Klaslokaal
LessonUp-voorbeeldlessen

Lesson 1

Unit 4 - lesson 1
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Unit 4 - lesson 1

Slide 1 - Tekstslide

Coming up
  • Didn't finish your unit 3 test? Tomorrow you can finish it.
  • Next Wednesday we get a visitor

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Translate to Dutch:
Sports club

Slide 4 - Open vraag

Translate to English:
wiskunde

Slide 5 - Open vraag

Learning Goal
What is the learning goal of today?
  • I can tell people what I often or always do, using the present simple.
  • Ik kan aan mensen vertellen wat ik regelmatig of altijd doe, using the present simple.

What do you know about the learning goal? 

How are we going to reach the learning goal? 
  • I will follow an instruction (7 minutes)
  • I will work on the workbook exercises (25 min.)

Slide 6 - Tekstslide

Present simple - tegenwoordige tijd
De present simple gebruik je bij:
  • een gewoonte
  • feit
  • regelmaat

Iemand doet iets (bijna) altijd, zoals...
(brush)          I brush my teeth at night.

Slide 7 - Tekstslide

Present simple - tegenwoordige tijd
Je gebruikt het hele werkwoord bij de present simple.
Staat er he / she / it / naam (enkelvoud), dan is het hele werkwoord + s

I                          like
you                    like
he / she / it    likes
we                     like
you                   like
they                 like

Slide 8 - Tekstslide

Present simple - tegenwoordige tijd
Als een werkwoord op een -o eindigt (do), plak je er bij he, she en it  -es achter.

I do 
she does
he does
it does

Slide 9 - Tekstslide

Choose the right answer:
(sing) My mom ......... very well.
A
sing
B
sings

Slide 10 - Quizvraag

Use the present simple:
(go) She ....... to church on Sunday.

Slide 11 - Open vraag

Get to work!
  • Ik maak opdracht 1 t/m 8 af.

  • Bij vragen steek ik mijn hand op.

  • Ik kijk mijn gemaakte werk na

  • Als ik klaar ben, doe ik wat voor mezelf (lezen, tekenen, niet op mijn mobiel...)

Slide 12 - Tekstslide

EVALUATION
  • What went well?

  • What can go better?

  • Did we reach the learning goal?

Slide 13 - Tekstslide