In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 25 min
Introductie
Op 8 maart is het weer Nationale Pannenkoekendag!
In deze les leren leerlingen meer over wat er in een pannenkoek zit, hoe ze hem zelf kunnen bakken, waar de oorsprong ligt van de pannenkoek en hoe pannenkoeken in andere werelddelen net even anders zijn.
Doe: Laat de leerlingen in 1 minuut zoveel mogelijk woorden delen over waaraan zij denken bij het woord pannenkoek. Wat weten zij al over de pannenkoek?
Hulpvragen: Denk aan ingrediënten, verschillende soorten pannenkoeken, beleg, etc.
Wat zit er in het beslag van een
pannenkoek?
Sleep deze ingrediënten naar de beslagkom.
Slide 5 - Sleepvraag
Sleepvraag
Vraag: Wat zit er in het beslag van een pannenkoek?
Doe: Sleep de ingrediënten naar de beslagkom.
Antwoord: ei, zout, bloem en melk
Ingrediënten
8 porties
beslag
bakken
300 g tarwebloem
1 tl zout
2 middelgrote eieren
500 ml halfvolle melk
30 g ongezouten roomboter
Slide 6 - Tekstslide
Antwoord met alle ingrediënten en de hoeveelheden om een pannenkoek te bakken voor acht porties.
Er zit 300 gram tarwebloem in het beslag voor 8 porties.
Hoeveel gram heb je nodig voor 10 porties?
Slide 7 - Open vraag
Reken openvraag
Vraag: Er zit 300 gram tarwebloem in het beslag voor 8 porties. Hoeveel gram heb je nodig voor 10 porties?
Antwoord: 375
Berekening:
300/8=37,5
37,5x10=375
Bereidingswijze
Doe de bloem met het zout, de eieren en de helft van de melk in een kom.
Meng met de garde of met de mixer tot een glad beslag.
Meng er de resterende melk door.
Laat het beslag circa 30 minuten rusten.
1
Verhit een klontje boter in een koekenpan.
2
Schep een laagje beslag in de pan.
Draai de pan rond zodat het beslag gelijkmatig over de bodem kan uitlopen.
Laat de pannenkoek op middelhoog vuur circa 3 minuten bakken tot de onderkant gekleurd en de bovenkant droog is.
3
Keer met een spatel de pannenkoek om en laat de onderkant in +/- 1 minuut goudbruin bakken.
4
Laat de pannenkoek uit de pan op een platte schaal glijden en bak de rest op dezelfde manier.
5
Slide 8 - Tekstslide
Kijkplaat
Doe: Ga met de leerlingen stap voor stap langs de bereidingswijze om een pannenkoek te maken.
Hoe lijkt het jou om zelf
een pannenkoek te bakken?
😒🙁😐🙂😃
Slide 9 - Poll
Poll
Vraag: Hoe lijkt het jou om zelf een pannenkoek te bakken?
Eet jij meestal pannenkoeken
als ontbijt, lunch of avondeten?
ontbijt
lunch
avondeten
Slide 10 - Poll
Poll
Vraag: Eet jij meestal pannenkoeken als ontbijt, lunch of avondeten?
Eet jij liever hartige
of zoete pannenkoeken?
hartig
zoet
Slide 11 - Poll
Poll
Vraag: Eet jij liever hartige of zoete pannenkoeken?
Welk beleg doe jij het
liefst op jouw pannenkoek?
poedersuiker
basterdsuiker
stroop
jam
kaas
spek
chocoladepasta
banaan
appel
iets anders
Slide 12 - Poll
Poll
Vraag: Welk beleg doe jij het liefst op jouw pannenkoek?
Wie bakten waarschijnlijk
de eerste pannenkoek?
A
Engelsen
B
Nederlanders
C
Fransen
D
Grieken
Slide 13 - Quizvraag
Quizvraag: Waar komt de pannenkoek waarschijnlijk vandaan?
Antwoord: D. Grieken
Toelichting: De eerste geschreven bronnen die pannenkoeken vermelden, komen uit het oude Griekenland.
De Griekse pannenkoeken werden gemaakt van tarwemeel, olijfolie, karnemelk en honing en werden meestal gegeten als ontbijt.
Welk vreemd ingrediënt zat er in het
eerste, bekende recept voor pannenkoeken?
A
Wijn
B
Bier
C
Water
D
Limonade
Slide 14 - Quizvraag
Quizvraag: Welk vreemd ingrediënt zat er in het eerste bekende recept voor pannenkoeken?
Antwoord: B. Bier
Toelichting: In het Engelse kookboek The Good Huswife’s Jewell uit 1585 staat het oudst bekende recept voor pannenkoeken. Het recept omvat ingrediënten zoals bloem, room, eiwit en een vleugje bier.
Spin rond de
Pannenkoekenwereld
Frankrijk – crêpes
De crêpe is kleiner en dunner dan de Nederlandse pannenkoek, omdat het in Frankrijk vooral als dessert op de kaart staat. Het beslag is dan ook vaak wat zoeter.
Japan – soufflé pancakes
De soufflé pancakes zijn een soort kruising tussen een American pancake en een soufflé. Een soufflé wordt zo luchtig door opgeklopt eiwit.
Marokko – baghrir
Deze Marokkaanse pannenkoekjes hebben heel veel gaatjes. Die komen door de gist in het beslag. Baghrir worden gegeten met boter en honing of suiker.
Denemarken – aebleskiver
Traditioneel Deense pannenkoekjes in de vorm van een klein balletje.
India – malpuas
Malpuas worden voornamelijk gegeten rondom Holi, het kleurenfestival, en andere feestdagen. Het beslag bestaat uit gecondenseerde melk, bloem, griesmeel, venkelzaadjes en cardemom.
Amerika – American pancakes
Dit zijn kleine, dikkere pannenkoekjes die vaak met blauwe bessen en ahornsiroop worden getopt.
Slide 15 - Tekstslide
Wereldtourspin:
Uitleg: Op de spinner staan de namen van verschillende landen. Laat de leerlingen virtueel rondreizen. Ze kunnen informatie verzamelen over pannenkoekvarianten uit verschillende delen van de wereld en deze delen met de klas.
Hoeveel zin heb je nu
gekregen in pannenkoeken?
Slide 16 - Poll
Poll
Na al het gepraat over pannenkoeken... Hoeveel trek hebben de leerlingen nu in pannenkoeken?!
Beantwoord
de vraag uit
de spinner!
Slide 17 - Tekstslide
Spinner exittickets
Doe: Draai aan de spinner (maximaal vier keer) en kijk welke eindvraag de leerling(en) moeten beantwoorden.
Vragen in de spinner:
Welk onderdeel van het bakken vond je het leukst?
Welke ingrediënten zou jij doen in/op jouw pannenkoek?
Welk onderdeel van het bakken vond je het lastigste?
Wat is iets wat je nog niet wist over de pannenkoek?