LMC Voortgezet Onderwijs

1D present simple vragend en ontkennend

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Let op: deze les is een herhaling
Denk jij alles al over de Present Simple te weten?
Ga dan verder met de volgende opdrachten:
exercise 51, p. 38
exercise 25, p. 25
exercise 26, p. 26
exercise 56, p. 41 (LET OP, ANDERE VORM!)

Slide 2 - Tekstslide

Present Simple

Slide 3 - Tekstslide

De Present Simple.. is simpel!
I work                                       We work
You work                                You  work
She works                                They work
He works
It works

Slide 4 - Tekstslide

Present Simple: uitzonderingen

Woorden die op een -y eindigen krijgen -ies bij HE/SHE/IT


Example: He studies at Erasmus University.

Woorden die op een sss/tsssj/shh klank eindigen, krijgen -es bij HE/SHE/IT.

Example: She watches TV every evening.

Zo ook bij OOO: It does work.

Slide 5 - Tekstslide

Present simple
SHIT rule
she
he
it
=
-S achter het werkwoord

Slide 6 - Tekstslide

Make a short sentence
timer
1:00
Present Simple

Slide 7 - Woordweb

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 8 - Quizvraag

Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 9 - Quizvraag

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 10 - Quizvraag

Present simple
They ...... (to visit) us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 11 - Quizvraag

Present Simple.
She ... her own songs.
A
wrote
B
writes
C
write

Slide 12 - Quizvraag

De Present simple: vragen en ontkenningen

Slide 13 - Tekstslide

Example
I play football
He plays football​
I don’t play football
He doesn’t play football?​
Do you play football? 
Does he play football?

Slide 14 - Tekstslide

Vul de juiste werkwoordsvorm in present simple in. Gebruik de werkwoorden tussen haakjes. Let op: er staan ook vraagzinnen en ontkenningen tussen!

2 _________ she _________ one book every week? (read)

Slide 15 - Open vraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in present simple in. Gebruik de werkwoorden tussen haakjes. Let op: er staan ook vraagzinnen en ontkenningen tussen!

4 Sarah and I ________________ to school together. (walk - not)

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video

Exercise
Now let's practise with the Present Simple:

exercise 8 and 9, p. 14
exercise 23, p. 24
exercise 51, p. 38

Slide 18 - Tekstslide

Do you know how to use the Present Simple?
YES
NO
NOT SURE...

Slide 19 - Poll

Schrijf een korte samenvatting van hoe en wanneer je de Present Simple gebruikt

Slide 20 - Open vraag