1HV 4.2 Leren + 4.3 Lichaamstaal

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

4.3 Lichaamstaal

Deze les:

- Journaal kijken

- 4.2 Manieren om te leren HERHALEN

- huiswerk controle 

- 4.3 Lichaamstaal

- Aan de slag 

Aangeboren gedrag

Aangeboren gedrag is gedrag dat een dier of mens niet hoeft te leren, maar al vanaf de geboorte heeft.

Reflexen

Reflexen zijn snelle reacties die onbewust gebeuren.

Sommige reflexen houd je je hele leven (bijvoorbeeld pupilreflex), andere alleen gedurende een bepaalde periode (bijvoorbeeld zuigreflex).

Manieren om te leren

Dieren en mensen leren door:

- imiteren 

- straffen en belonen

- oefenen

- inzicht

- inprenting

- Gewenning

Imiteren

Gedrag van een soortgenoot na doen

Straffen en belonen

goed gedrag belonen en verkeerd gedrag straffen 

Oefenen

Gedrag herhalen; dingen gewoon uitproberen en kijken of het werkt

Inzicht

Inzien hoe iets werkt; nieuw gedrag bedenken 

Inprenting

Leren in een korte, gevoelige periode 

Gewenning

Niet meer reageren op een veel voorkomende prikkel

Huiswerk check

Nakijken van huiswerk van vorige week

Leerdoelen 4.3 Lichaamstaal

Je kunt beschrijven wat lichaamstaal of non-verbaal gedrag is. 

Je kunt beschrijven wat signalen van dieren of mensen zijn. 

Je kunt de prikkels noemen waardoor ouders voor hun jongen zorgen. 

Communicatie

Non-verbaal gedrag of ook wel:

lichaamstaal

Honden begrijpen elkaars lichaamstaal en kunnen er op reageren

Signaal

• Lichaamstaal wordt door dieren gebruikt om elkaar iets duidelijk te maken
• Vaak is zo'n boodschap bestemd voor andere soortgenoten.
• Zo'n boodschap voor soortgenoten noemen we een signaal.

Signalen

Signalen kunnen worden afgegeven via:

1. Geuren
2. Kleuren
3. Beweging
4. Geluiden

Bijv. Afbakenen met geurvlaggen

Waardoor verzorgen ouders hun jongen?

Signalen zorgen ervoor dat mensen baby's willen verzorgen

Overdreven signalen

Roepen een sterke reactie op

groot, rond hoofd

grote ogen 

klein neusje 

zacht mollig lijf 

Knuffels....overdreven signalen!

Huiswerk

- Maken  4.3 opdr. 1 t/m 13

- Verder werken aan de praktische opdracht

of werken aan de praktische opdracht