LMC Voortgezet Onderwijs

H12 Elektriciteit herhaling

H12 Elektriciteit
1 / 64
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 64 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H12 Elektriciteit

Slide 1 - Tekstslide

Conventionele elektriciteitscentrale
Meerdere energieomzettingen plaats

Chemische energie -> warmte energie
(brandstof verbrand)

Bewegingsenergie -> Elektrische energie 

Slide 2 - Tekstslide

Duurzame energievoorziening

Slide 3 - Tekstslide

Duurzame energie

- Windkracht

- Zonne-energie

- Waterkracht

- Aardwarmte

- Energie uit biomassa

Slide 4 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen
- Aardgas
- Aardolie
- Steenkool

Nadelen:
Voorraad raakt op
Luchtvervuiling (CO²)

Voordelen:
Goedkoop + Makkelijk
Duurzame energie
- Windenergie
- Zonne-energie
- Waterkracht
- Biogas

Nadelen:
Duur

Voordelen:
Goed voor het milieu

Slide 5 - Tekstslide

Energie vervoeren
Energietransport

Slide 6 - Tekstslide

Hoe komt energie bij jou thuis?
  • Via het elektriciteitsnet
  • Route: centrale -> hoogspanningskabels -> transformator  -> kabels -> meterkast thuis


Slide 7 - Tekstslide

stroom en schakelen
Het stopcontact is een spanningsbron die altijd een spanning van 230 Volt oplevert

Op een batterij staat aangegeven wat de capaciteit is, dit is de hoeveelheid stroom die een batterij in 1 uur kan leveren


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

1.2 huisinstallatie

Slide 10 - Tekstslide

Meterkast

Hiernaast zie je de onderdelen van een meterkast. 

Slide 11 - Tekstslide

Schakeldraad en aardedraad
Schakeldraad:
Loopt van de schakelaar naar de lamp.
Staat alleen spanning op als de lamp aan is.
Aardedraad:
Loopt van het stopcontact terug naar de meterkast.
Voert de stroom terug naar de meterkast.
 

Slide 12 - Tekstslide

bruin = fasedraad (staat spanning op)
blauw= nuldraad (retourdraad)
zwart= schakeldraad
geel/groen = aardedraad(beveiliging)
Kleur en functie elektriciteitsdraden

Slide 13 - Tekstslide

Veiligheid
  • Zekering : schakelt de stroom uit als de stroomsterkte te groot is.
  • Aardlekschakelaar: Schakelt de stroom uit bij lekstroom. Lekstroom ontstaat wanneer stroom uit de stroomkring verdwijnt. Bijvoorbeeld via je lichaam.

Slide 14 - Tekstslide

Aardlekschakelaar
Een aardlekschakelaar moet uitschakelen als er een lekstroom is naar aarde.

Slide 15 - Tekstslide

Aanrakingsgevaar
Lekstroom: wat is dat?

Slide 16 - Tekstslide

Aardlekschakelaar; springt bij een lekstroom van 30 mA en voorkomt schokken.

Slide 17 - Tekstslide

randaarde
de metalen pin in het stopcontact is de randaarde.
de randaarde is verbonden met de aarde in de meterkast.

als het draad in het apparaat kapot is dan krijg je lekstroom. 
de lekstroom wordt dan via de aardleiding naar de randaarde vervoert. 
in de meterkast wordt dit verwerkt en wordt de stroom uitgeschakeld.







Slide 18 - Tekstslide

Hoe ben je beschermd tegen stroom?
Randaarde
Lekkende stroom gaat niet door je lichaam, 
maar via de geelgroene aardedraad 
direct naar de aarde.


Slide 19 - Tekstslide

met randaarde
De lekstroom gaat via de aardedraad naar de meterkast en dan de grond in 
(de aarde is zo groot dat wat extra elektronen niets uitmaken)

Slide 20 - Tekstslide

Overbelasting en kortsluiting
Overbelasting en kortsluiting

Slide 21 - Tekstslide

Overbelasting

Slide 22 - Tekstslide

Overbelasting
1
2

Slide 23 - Tekstslide

Overbelasting
Te veel apparaten op 1 groep?
--> Overbelasting

Maximaal 16 A

Brandgevaar

Slide 24 - Tekstslide

Overbelasting

Slide 25 - Tekstslide

Kortsluiting

Slide 26 - Tekstslide

Kortsluiting

Slide 27 - Tekstslide

Weet jij wat sluipverbruik is?

Slide 28 - Tekstslide

1.3 vermogen en energie
energiebronnen

Slide 29 - Tekstslide

Spanningsbronnen

Slide 30 - Tekstslide

Spanningsbronnen

Wat is een spanningsbron?
Welke spanning hebben ze?
Chemische spanningsbronnen

Wanneer is spanning veilig?

Slide 31 - Tekstslide

Verschillende Spanningsbronnen
Verschillende spanningsbronnen

Slide 32 - Tekstslide

Capaciteit (C)
Betekenis:
Hoe lang een spanningsbron een stroom kan leveren.

Eenheid:
Ampère-uur (Ah) 
Milliampère-uur (mAh)

Formule:
Capaciteit = Stroomsterkte x tijd

Slide 33 - Tekstslide

Vermogen en Energie

Slide 34 - Tekstslide

                 Vermogen

Slide 35 - Tekstslide

Vermogen 

Slide 36 - Tekstslide

                         Energie

Slide 37 - Tekstslide

Energieverbruik

Slide 38 - Tekstslide

Elektrisch vermogen berekenen

Slide 39 - Tekstslide

Vermogen berekenen

Slide 40 - Tekstslide

Oefenen in het schrift:

1. Spanning = 230 V en stroomsterkte = 16 A
Bereken het vermogen.

2. Vermogen = 2200 W en Spanning = 220 V
Bereken de stroomsterkte.

3. Vermogen = 1200 W en Stroomsterkte = 4 A
Bereken de spanning.

Slide 41 - Tekstslide

Berekenen energieverbruik

Een waterkoker heeft een vermogen van 1200 watt.
Het koken van water duurt 12 minuten.
Bereken het energieverbruik in kWh. 
GEBRUIK ALTIJD DE VOLGENDE NOTATIE
Formule:      E = Pxt
Gegevens:   P= 1200 W =1,2kW
                     t= 12 minuten = 12/60 uur = 0.2 uur
Berekening: E= 1,2 x 0.2 = 0.24kWh

Slide 42 - Tekstslide

Berekenen energieverbruik

Een waterkoker heeft een vermogen van 1200 watt.
Het koken van water duurt 12 minuten.
Bereken het energieverbruik in joule. 
GEBRUIK ALTIJD DE VOLGENDE NOTATIE
Formule:      E = Pxt
Gegevens:   P= 1200 W 
                     t= 12 minuten = 12x60 uur = 720 S
Berekening: E= 1200 x 720 = 864000 J

Slide 43 - Tekstslide

Met welke formule kan je het (elektrische) vermogen uitrekenen?
A
P = U x I
B
U = I x R
C
U = P / I
D
S = V x t

Slide 44 - Quizvraag


Gegeven: spanning = 230 V en de
stroomsterkte = 0,5 A
Gevraagd: Met welke formule kan ik het vermogen uitrekenen en wat is het juiste antwoord?
A
P = UxI P = 115W
B
P = U : I P = 460W
C
P = I : U P = 0,02W
D
P = U - I P = 229,5W

Slide 45 - Quizvraag

Zet in de juiste volgorde van laag vermogen naar hoog vermogen
minste vermogen
meeste vermogen

Slide 46 - Sleepvraag

Vermogen =
X
......................
........................
Tijd
energie
Stroomsterkte
Spanning

Slide 47 - Sleepvraag

Opdracht 5
Een tosti-apparaat is aangesloten op een spanning van 230 V.
De stroomsterkte door het apparaat is 4,5 A.
Bereken het vermogen van het apparaat. Sleep de antwoorden op de juiste plek.
vermogen =
vermogen =
vermogen =
x
x
4,5 A
230 V
1035 W
spanning
stroom

Slide 48 - Sleepvraag

Opdracht 3
Tuinverlichting werkt op de spanning van een oplaadbare batterij (1,2 V). Hierbij is de stroomsterkte 60 mA (0,060 A).
Bereken het vermogen. Sleep de antwoorden op de juiste plaats.
vermogen =
vermogen =
vermogen =
x
0,060 A
1,2 V
0,072 W
spanning x stroom

Slide 49 - Sleepvraag

v-22)
E = P x t ....
Een wasmachine van 1000W staat 1uur en 30min aan. Bereken het energieverbruik in kWh.
A
Energie = 1000 : 1.5 = 666.7 kWh
B
Energie = 1000 x 1.5 = 1500 kWh
C
Energie = 1 x 1.5 = 1.5 kWh
D
Energie = 1 x 1.30 = 1.3 kWh

Slide 50 - Quizvraag

Een lamp van 50 W brandt van 18.00 tot 21.30 uur. Bereken het energieverbruik.

P = 0,05 kW t = 3,5 h E = P x t
A
0,175 kW
B
0,175 h
C
0,175 kWh
D
0,175 hKw

Slide 51 - Quizvraag

Wat is de eenheid van elektrische energie?
A
watt
B
ampère
C
kilowattuur
D
volt

Slide 52 - Quizvraag

Een lamp van 50 W brandt van 18.00 tot 21.30 uur. Bereken het energieverbruik.

3. Wat is de juiste formule?
A
E = P : t
B
E = t : P
C
E = P x t

Slide 53 - Quizvraag

Waar zit de aardlekschakelaar?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 54 - Quizvraag

Waar of niet waar.
Een aardlekschakelaar moet uitschakelen bij een lekstroom van meer dan 30 mA.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 55 - Quizvraag

7 Een aardlekschakelaar schakelt uit bij overbelasting.
A
waar
B
niet waar

Slide 56 - Quizvraag

Wat doet een aardlekschakelaar
A
Schakelaar die iets uit of aan zet.
B
Schakelt de stroom uit van een groep zodra er ergens stoom lekt.
C
Daarmee kan je meten hoeveel stroom er in de aarde zit.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 57 - Quizvraag

Waar of niet waar: bij kortsluiting sluit de aardlekschakelaar de stroom af.
A
waar
B
niet waar

Slide 58 - Quizvraag

Naar een stopcontact lopen altijd twee draden.
Deze draden zijn:
A
fase en nul
B
nul en aarde
C
schakeldraad en fase
D
schakeldraad en nuldraad

Slide 59 - Quizvraag

levensgevaarlijke spanning
veilige spanning
platte batterij
draaiende generator
1 auto accu van 12 Volt
oplaadbare batterij
penlight batterij
10 auto-accu's in serie
stopcontact
staaf batterij

Slide 60 - Sleepvraag

Zwart
Fasedraad
Nuldraad
schakeldraad
Aardedraad
Bruin
Groengeel
Blauw

Slide 61 - Sleepvraag

Sleep de onderdelen naar de juiste plaats in de meterkast.
Zekering
Aardlekschakelaar
kWh-meter
groepenkast

Slide 62 - Sleepvraag

Links staan onderdelen van de meterkast. Rechts staan beschrijvingen wat deze onderdelen doen.
Sleep het woord naar de goede beschrijving
onderdeel
functie
Meet hoeveel elektriciteit je thuis gebruikt
Schakelt de stroom uit als er een 'lek' is in je huis
Schakelt uit als er teveel apparaten tegelijk aan staan
Aardlekschakelaar
kilowattuur-meter
zekering

Slide 63 - Sleepvraag

Zet in de juiste volgorde
El. Centrale
Verdeelstation
Hoogspanningslijnen
Transformatorhuisje
Meterkast

Slide 64 - Sleepvraag