LMC Voortgezet Onderwijs

Vormgevingsaspecten Licht

Aspecten van de vormgeving
Compositie/ordening
Licht
Kleur
Ruimte
Lijn
textuur en structuur
vorm

VORMGEVINGS-ASPECTEN
Compositie
Licht
Kleur
Ruimte
Lijn
Textuur
Structuur
Vorm
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Aspecten van de vormgeving
Compositie/ordening
Licht
Kleur
Ruimte
Lijn
textuur en structuur
vorm

VORMGEVINGS-ASPECTEN
Compositie
Licht
Kleur
Ruimte
Lijn
Textuur
Structuur
Vorm

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn vormgevingsaspecten
Vormgevingsaspecten gaan altijd over HOE een kunstwerk is gemaakt.
Dus welke manieren, technieken zijn gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

Licht is een heel belangrijk vormgevingsaspect in een kunstwerk. Zonder licht zie je niets. Je kunt kijken naar de lichtbron die de kunstenaar heeft gebruikt, bijvoorbeeld daglicht via een raam, licht van een lamp of een onzichtbare lichtbron. Je kunt ook letten op schaduwen en waar het licht vandaan komt.
Door licht en schaduwwerking vallen bepaalde delen van de voorstelling meer op en lijkt er meer diepte te zijn.
Ook geeft licht het kunstwerk een bepaalde sfeer.

Slide 3 - Tekstslide

Lichtbron:
Er zijn natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen. De natuurlijke zijn de zon, maan, sterren en bliksemlicht. (natuurlicht
De kunstmatige zijn lamplicht, vuurlicht (openhaard, kaars, olielamp, aansteker, etc.)
(kunstlicht)

Lichtrichting:
Dit is de kant waarvan het licht vandaan komt. Je kunt dit zien aan de schaduwen, want die bevinden zich aan de tegenovergestelde kant van de lichtbron.



Meelicht: het licht komt vanuit de kijker mee naar voren. De lichtbron staat achter jou als toeschouwer. De objecten en mensen zijn volledig belicht.
De schaduw valt met meelicht van de toeschouwer af.
Bij zijlicht komt het licht van opzij.
De schaduw valt naar de zijkant. Je ziet duidelijk een belichte kant op het object/persoon en aan de andere kant een scherpe eigen schaduw.
Bij tegenlicht komt het licht naar de kijker toe. Je kijkt als het ware de lichtbron in.
De schaduw valt met tegenlicht naar ons als kijker toe.

Slide 4 - Tekstslide

Schaduwwerking:

Als er licht valt op een voorwerp ontstaan er op dat voorwerp lichte en donkere plekken. Dit noem je de schaduwwerking. Door deze schaduwwerking zie je dat een voorwerp ruimte inneemt, dat het drie-dimensionaal is.
Eigen schaduw:
Dit is de schaduw die op het uitgelichte object zelf slaat. Op de kant die niet is belicht. Als voorwerpen een schaduwrand hebben, kun je beter zien dat ze drie-dimensionaal zijn.

Slagschaduw:
Dit is de schaduw die naast het uitgelichte object valt. Op een ondergrond of een achtergrond.
Clair-obscur is een techniek uit de schilderkunst, film en fotografie waarbij de licht-donkercontrasten sterker worden uitgebeeld dan ze in werkelijkheid vaak zijn. Een kleine lichtbron met weinig lichtsterkte zorgt voor veel donkerte.  Hiermee wordt een dramatisch effect bereikt, waarmee ruimtelijke vormen worden geaccentueerd.

Slide 5 - Tekstslide

Meelicht
Zijlicht
Tegenlicht
Slagschaduw
Eigen schaduw
Claire-obscur

Slide 6 - Sleepvraag

Wat gebeurt er als er licht valt op een voorwerp?

Slide 7 - Open vraag

Zoek een afbeelding of maak een foto met
MEELICHT en SLAGSCHADUW

Slide 8 - Open vraag

Zoek een afbeelding of maak een foto met
ZIJLICHT en EIGEN SCHADUW

Slide 9 - Open vraag

Zoek een afbeelding of maak een foto met
TEGENLICHT

Slide 10 - Open vraag

Zoek een afbeelding of maak een foto met
CLAIRE OBSCURE

Slide 11 - Open vraag