1 -Kies een punt in het midden van het papier uit.
2 -Gebruik een passer om cirkels rondom dit middelpunt te tekenen.
Als je geen passer hebt, dan kun je ook een touwtje om een potlood te knopen. Houd het uiteinde van het touwtje in het midden van het papier en sleep het potlood rond om een cirkel te tekenen. Teken steeds grotere cirkels met langere stukken touw.
Als je geen passer of touwtje wilt gebruiken, trek dan ronde voorwerpen om. Begin door een klein rond voorwerp midden op het middelpunt te zetten. Trek het voorwerp om en zet vervolgens een groter rond voorwerp op het papier en trek die om.
3 -Teken met potlood en liniaal lijnen die precies door het middelpunt lopen: teken een lijn van boven naar beneden en een van links naar rechts. Trek tussen deze lijnen ook twee lijnen.
Je gumt deze lijnen later weer uit, maar je kunt ze nu als hulplijnen gebruiken om de vormen symmetrisch rondom het middelpunt van je mandala te tekenen
4 -Teken in de cirkel rondom het middelpunt een bepaalde vorm. Je kunt de cirkel bijvoorbeeld vullen met bloemblaadjes, driehoeken of een andere vorm.
5 -Vul de rest van de cirkels met vormen: experimenteer met verschillende soorten vormen. Je kunt ook een ring leeglaten om de binnenste en buitenste delen van de mandala van elkaar te scheiden.