LMC Voortgezet Onderwijs

Thema 6 - BS 2. Voedselrelaties

WELKOM 
Welkom bij 
Biologie 
Vrijdag 14 juni 2024
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

WELKOM 
Welkom bij 
Biologie 
Vrijdag 14 juni 2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma
  • Herhaling
  • Uitleg 6.2
  • Uitleg opdracht
  • Start opdracht
  • Huiswerk: 6.1 en 6.2 leren en de opdrachten maken
Wat gaan we deze les doen?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 6. Ecologie en duurzaamheid
BS 2. Voedselrelaties

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ecologie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ecologie
Ecologie onderzoekt relaties tussen organismen en hun milieu

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn abiotische factoren?
A
De invloeden afkomstig van de levende natuur
B
De invloeden afkomstig van de levenloze natuur
C
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
D
A en B

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen abiotische factor?
A
Licht
B
Warmte
C
Bodem
D
Voedsel

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een biotische factor?
A
water
B
grasplant
C
zonlicht
D
wind

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Een biotische factor is...
A
Een levende invloed uit het milieu
B
Een levenloze invloed uit het milieu

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een populatie?
A
Een boom
B
Verschillende dieren in een gebied
C
Een groep individuen vd zelfde soort in 1 gebied
D
Alles wat in een bepaald gebied is

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ecosysteem is:
A
Alle planten en dieren bij elkaar in een bepaald gebied
B
Alle organismen en alle a-biotische en biotische factoren in een bepaalde omgeving

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
Aan het einde van de les:

- kan je een voedselketen en een voedselweb maken
         - kan je de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Als een organisme wordt opgegeten, komen deze stoffen terecht in een ander organisme.

In een ecosysteem doorloopt elke stof een kringloop.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselketen
Paardenbloemen, konijnen en wezels vormen samen een voedselketen.

Een voedselketen is een reeks soorten waarbij elke soort voedsel is voor de volgende soort.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselketens
Voedselketen = een reeks soorten waarbij elke soort voedsel is voor de volgende soort.

Regels bij voedselketens:
  1. Je begint altijd bij planten
  2. Pijlen betekenen 'wordt gegeten door', gaat NAAR de bek waar het in belandt!
  3. Iedere schakel heeft 1 organisme

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elke soort is een schakel in de voedselketen.
De pijl betekent: wordt gegeten door!!!

De eerste schakel in een voedselketen is ALTIJD een plantensoort.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselketen







Voedselketen
Elk organisme in een voedselketen noemen we een schakel

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselweb
In een voedselweb staan 
een aantal voedselketens door elkaar.




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselweb
Meerdere voedselketens uit een
gebied samen = voedselweb

alleseters = dieren die zowel planten als dieren eten. 

 Welk dier is een alleseter in de afbeelding hiernaast? 


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak met behulp van de afbeelding twee voedselketens van drie schakels. 
timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

gras → konijn → vos
lijsterbes → merel → havik
examen vraag van 2024

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Producenten, consumenten & reducenten

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Producenten
  • Planten maken voedsel voor mensen en dieren door fotosynthese
                    Daarom noem je planten producenten. 

Planten zijn altijd eerste schakel in voedselketen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Wat is fotosynthese?
6.2 Voedselrelaties
Voor fotosynthese heeft de plant 3 dingen nodig: water, licht (energie) en koolstofdioxide.
De plant maakt hierbij glucose en zuurstof.



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vragen tot nu toe?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consumenten
Dieren eten (consumeren) de energierijke stoffen die door planten zijn gemaakt. Daarom noem je ze de consumenten. 

Dieren in 2e schakel: planteneters 
Dieren in 3e en volgende schakels: vleeseters

Alleseters komen voor vanaf 2e schakel. 


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In een voedselketen worden de producenten (de planten) gegeten door consumenten van de eerste orde.
Zij worden op hun beurt gegeten door consumenten van de 2e orde.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afvaleters
  • Dode resten van organismen -> afvaleters.
producenten of consumenten? 

Afvaleters horen niet bij een voedselweb, want de schakels van een voedselketen bestaan alleen uit levende organismen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reducenten
De resten die worden achtergelaten door afvaleters (afvaleters doen het voorwerk voor reducenten), worden verder afgebroken door bacteriën en schimmels. 
--> ander woord voor afbreken is reduceren. Daarom noem je bacteriën en schimmels reducenten. 


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
1. Producenten
2. Consumenten
3. Reducenten
de makers
de gebruikers
de opruimers

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biologisch afbreekbaar
Als dode resten door reducenten kunnen worden afgebroken
Afval van producten die zijn gemaakt van planten of dieren, is biologisch afbreekbaar.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet-biologisch afbreekbaar
  Glas, metaal, plastic en steen.
Afval van deze producten noem je niet-biologisch afbreekbaar afval. Ook kunststof (plastic) is meestal niet biologisch afbreekbaar.
Reducenten kunnen dit afval niet afbreken.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


- kun je een voedselketen en een voedselweb maken; 
- kun je de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden
- kun je biologisch afbreekbaar afval en niet-biologisch afbreekbaar afval onderscheiden
7. Evaluatie
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN??

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantekeningen
Voedselketen = reeks soorten waarbij elke soort voedsel is voor de volgende soort
Schakel = elke soort in de voedselketen
Voedselweb = alle voedselrelaties in een ecosysteem
Producenten = organismen die het voedsel voor andere organismen maken
Consumenten = organismen die de stoffen eten die ze niet zelf hebben gemaakt 
Consumenten van de eerste orde = organismen die producenten eten
Consumenten van de tweede orde = organismen die consumenten van de eerste orde eten
Afvaleters = organismen die dode resten van planten en dieren eten
Reducenten = organismen die de dode resten van organismen afbreken
Kringloop = stoffen van planten komen via dieren, afvaleters en reducenten uiteindelijk weer bij planten terecht



Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Je leest de theorie van paragraaf 6.1 en 6.2. 
Hierna maak je zelfstandig opdracht 1 t/m 8

Huiswerk:
opdrachten van 6.2 maken en lees alvast 6.3 door.

over 2 weken donderdag 6 juni oefentoets over deze 3 paragrafen



 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies