Begrippenlijst
aandachtspunt: Het punt waar je aandacht naartoe wordt getrokken.
aanzicht (voor/zij/achter): De mogelijke kant waarvan je iets bekijkt.
asymmetrie: Wanneer twee helften niet elkaars spiegelbeeld zijn.
symmetrie: Wanneer twee helften elkaars spiegelbeeld zijn.
compositievormen: De manier waarop een kunstwerk is opgebouwd, hoe vormen zijn geordend tot een geheel.
evenwicht: gelijkmatige verdeling
harmonie: in evenwicht
herhaling: Het terugkeren van vormen, patronen of motieven.
opstelling: De manier waarop voorwerpen of voorwerpen zijn neergezet.
plaatsing: Waar een voorwerp, figuur of vorm wordt neergezet in een kunstwerk.
richting: De kant waar de hoofdlijnen in een compositie naartoe gaan.
ritme: Patroon dat ontstaat door herhaling van elementen in een kunstwerk.
vlakverdeling: De manier waarop vormen over een beeldvlak zijn verdeeld.