Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
LMC Voortgezet Onderwijs
‹
Terug naar zoeken
H4 Controle van regels en wetten
H4
Controle van regels en wetten
1 / 15
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Maatschappijleer
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H4
Controle van regels en wetten
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Ik kan uitleggen wat
handhaving
is en wat hun taken/bevoegdheden zijn.
Ik kan een
proces-verbaal
lezen en begrijpen.
Ik kan uitleggen wat het
Openbaar Ministerie
en de
officier van justitie
doen.
Slide 2 - Tekstslide
Handhaving van de wet
politie en andere handhavers
Openbaar Ministerie
officier van Justitie
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Wat mag de politie?
Een
verdachte
is iemand van wie de politie denkt dat hij iets strafbaars heeft gedaan.
Als je verdachte bent , mag de politie:
je fouilleren
je arresteren
je huis doorzoeken
Als de politie klaar is met het onderzoek schrijven ze een
proces-verbaal
,
een speciaal politieverslag van het misdrijf en de verdachte.
Slide 5 - Tekstslide
De politie heeft 3 taken:
- Hulpverlenen: verlenen vaak EHBO of regelen het verkeer
- Orde houden: zorgt dat demonstraties goed gaan
- Onderzoek naar strafbare feiten: politie doet onderzoek, gaat op zoek naar bewijs.
Slide 6 - Tekstslide
Welke 3 belangrijke taken heeft de politie?
Slide 7 - Open vraag
Hoe heet het als mensen controleren of anderen zich wel aan wetten en regels houden?
A
Handpalmen
B
Handhaven
C
Wetvolging
D
Wetverkenning
Slide 8 - Quizvraag
Welke 3 diensten kun je bereiken via 112?
Slide 9 - Open vraag
Wat is een andere naam voor een bekeuring?
Slide 10 - Open vraag
Een verdachte:
Een verdachte is iemand waarvan een vermoeden bestaat dat hij/zij schuldig is.
Iemand blijft verdachte tot dat de rechter heeft besloten dat hij/zij onschuldig of schuldig is.
Slide 11 - Tekstslide
Proces-verbaal:
Wat staat erin?
persoongegevens van de verdachte
datum, tijdstip en plek van het strafbaar feit
wat de agent heeft gezien en gehoord
Slide 12 - Tekstslide
Officier van Justitie (OvJ):
Werkt voor het Openbaar Ministerie.
Leidt het politieonderzoek.
Wat moet er gebeuren met de verdachte?
- Schikking: Hoeft niet naar de rechter.
- Dagvaarding: Moet wel naar de rechter.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Maak je opdrachten volgens de lesplanner
vanaf blz. 39
timer
15:00
Slide 15 - Tekstslide