LMC Voortgezet Onderwijs

3. Brood en spelen

Het Romeinse Rijk


3. Brood en spelen
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Introductie

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier de mensen in en rondom de stad Rome leefden.

Onderdelen in deze les

Het Romeinse Rijk


3. Brood en spelen

Slide 1 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk
van Rome?

Slide 3 - Woordweb

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier de mensen in en rondom de stad Rome leefden.

Slide 4 - Tekstslide


De Romeinse samenleving


  • Het Romeinse Rijk is een agrarisch-stedelijke samenlevingde meeste mensen leven op het platteland. 
  • De stad Rome rond het jaar 100 n. Chr. ongeveer 1 miljoen mensen.  
  • De verschillen tussen de Romeinen zijn groot: slechts een klein aantal leeft in grote luxe, terwijl de meesten het zwaar hebben.

Slide 5 - Tekstslide


Grootgrondbezitters


  • Rijke mensen zijn vaak grootgrondbezitters
  • Meestal wonen ze in villa’s, omdat het in Rome vooral ’s zomers veel te warm, te vol en te vies is. 
  • Alleen voor politiek of voor zaken gaan ze naar de stad. 
  • Op hun landgoed verbouwen slaven graan, druiven en olijven.

Slide 6 - Tekstslide

Dit is een villa rustica, een soort boerderij. Naast dit type villa, bestond er ook de villa urbana. 
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.

Slide 7 - Tekstslide


Proletariërs

  • Proletariërs zijn arme Romeinen die vrijwel niets hebben. 
  • Soms zijn zij boeren geweest die niet konden concurreren tegen de grote boerderijen. 
  • Komt van proles (kinderen): 'het enige dat zij hebben zijn hun kinderen.' 
  • Toch zijn ze erg belangrijk voor rijke Romeinen
  • Ze mogen namelijk stemmen en kunnen rijke Romeinen machtig maken.
De huizen van proletariërs hadden geen eigen toiletten. Je moest dan naar dit soort openbare toiletten in Rome: gezellig met z'n allen roddelen terwijl je je behoeften doet. Echt schoon was het allemaal niet: uit recent onderzoek werd duidelijk dat het enorme bron van parasieten en infecties.
Privé-toiletten kwamen pas later, en alleen voor mensen die dat konden betalen. 

Slide 8 - Tekstslide








Dit is insula, een flatgebouw in Rome. De woningen werden gehuurd door de armere Romeinen. De meeste insulae waren 4 of 5 verdiepingen hoog. De bouwkwaliteit was niet best: bijna dagelijks waren er branden en instortingen.
De kamers bovenin een insula waren de slechtste kamers: hier woonden de proletariërs.
Hoewel er in sommige gebouwen stromend water was, moesten de bewoners van een insula het water vaak uit een fontein op straat halen.
Hoewel de meeste kamers in een insula klein en donker waren, was er wel verschil: de grotere kamers waren voor mensen met iets meer geld.
De meeste insulae hadden geen toiletten of keukens. Moest je naar de wc, dan ging je naar een openbaar toilet. En wilde je wat eten, dan ging je naar een thermopolium, een soort snackbar.
timer
3:30

Slide 9 - Tekstslide

Deze afbeelding is mooier gemaakt dan het in werkelijkheid was. Noem hiervan een voorbeeld.

Slide 10 - Open vraag


Slaven


  • Slavernij was bij de Romeinen heel normaal. 
  • Slaaf werd je bijvoorbeeld omdat jouw land was veroverd, of omdat je je schulden niet kon betalen. 
  • Er waren veel slaven in Rome: 
  • Van de miljoen inwoners waren ongeveer 400.000 slaven!
Twee jonge slaven. De linker draagt water en handdoeken; de rechter een mand met bloemen.

Slide 11 - Tekstslide





  • Het werk dat slaven deden was heel verschillend: van zwaar werk in de mijnen, tot leraar voor de kinderen van Rijke Romeinen. 
  • Vooral Griekse slaven werden voor dat laatste veel gebruikt.
  • Je kon vaak niet zien of iemand slaaf was. 
  • Sterker nog: sommige slaven waren beter gekleed dan arme, vrije Romeinen!
Twee slavinnen helpen hun meesteres bij het opmaken.

Slide 12 - Tekstslide


Vrijgelatenen

  • Je kon als slaaf worden vrijgelaten. 
  • Als vrijgelatene ben je nog geen Romeins burger, dat worden je kinderen pas.
  • En op jouw grafsteen zal ook de letter 'L' staan, dat libertus betekent: vrijgelatene. 
  • Meestal stond de naam van je vroegere eigenaar erbij.
Sextus Maelius Stabilio, Vesinia Iucunda, en Sextus Maelius Faustus. Vermoedelijk man en vrouw (dat kun je zien aan het handschudden en de sluier) en hun zoon. Slaven mochten niet trouwens, vandaar dat dit echtpaar op latere leeftijd is getrouwd.

Slide 13 - Tekstslide


Vrouwen in Rome


  • Romeinse vrouwen hadden meer rechten dan met vrouwen in bijvoorbeeld Athene. 
  • Vrouwen mochten zich buitenshuis begeven, maar ze bezaten echter geen politieke rechten en konden vaak niet beschikken over hun eigen vermogen.
De Romeinen maakten prachtige mozaïeken. Dit mozaïek is de oudste afbeelding van vrouwen in bikini. Het was de vloer van een Romeinse villa op Sicilië (Italië), gebouwd in de derde eeuw na Christus.

Slide 14 - Tekstslide


Het Romeinse huwelijk

  • Veel huwelijken zijn privé-afspraken tussen families. 
  • Er waren best wat regels als het gaat om trouwen. 
  • Zo mag een meisje vanaf haar 12e trouwen, en moest ze voor haar 20e levensjaar een kind hebben gekregen.
  • Huwelijken tussen verschillende groepen (zoals bijvoorbeeld met slaven) waren niet toegestaan.


Paquius Proculus en zijn echtgenote (fresco uit Pompeii, 1e eeuw n. Chr.)

Slide 15 - Tekstslide


Brood en spelen

  • Panem et circenses, oftewel 'brood en spelen'
  • Rijke Romeinen hadden snel in de gaten dat het gewoon volk, plebejers en proletariërs, rustig blijft zolang het maar wat te eten heeft en/of zich niet gaat vervelen.

  • Het volk kreeg dus 'brood' en 'spelen' in het Colosseum.

Slide 16 - Tekstslide

Video
Welkom bij de Romeinen:
Iedereen krijgt brood en spelen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video


Badhuizen


  • Rijke Romeinen waren regelmatig in badhuizen (thermen) te vinden. 
  • Niet alleen omdat ze het prettig vonden, maar ook om te vergaderen.
  • In sommige badhuizen zaten complete bibliotheken.

Een Romeins badhuis in Bath (Eng.)

Slide 19 - Tekstslide

Slaven stoken vuren voor de vloerverwarming en warme ruimten.
Een gezonde geest in een gezond lichaam: de Romeinen vonden sport en hygiëne erg belangrijk.
Er waren gescheiden ruimten voor mannen en vrouwen.
Ook hier weer latrines, de gezamenlijke toiletten.
Baden en ruimten waren er in allerlei temperaturen: van het koude frigidarium tot het snikhete laconium: een soort sauna
Hier bevond zich een gewoon zwembad, zoals je dat tegenwoordig ook kent.

Slide 20 - Tekstslide


Gladiatoren


  • Hoewel veel gladiatoren slaven zijn (geweest), zijn het echte sterren
  • Een goede gladiator (de naam komt van gladius, het korte zwaard) is daarom duur. 
  • Gevechten op leven en dood komen voor, maar worden als het even kan, voorkomen.

Slide 21 - Tekstslide

Het ziet er allemaal erg spectaculair uit, maar dit schilderij heeft niet zoveel met de werkelijkheid te maken. Het is een zwaar geromantiseerd beeld uit de 19e eeuw, ongeveer 1500 jaar na de val van het Romeinse Rijk!
Bij veel gevechten was er zelfs een scheidsrechter die keek of het gevecht wel eerlijk verliep.

Slide 22 - Tekstslide


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome. 
Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.
Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.
Dit schaalmodel werd vanaf 1933 gemaakt door de archeoloog en architect Italo Gismondi, in opdracht van de Italiaanse dictator Mussolini. Het laat Rome zien zoals het was rond 300 n. Chr.
Gismondi deed er in totaal 37 jaar over om het schaalmodel af te maken.
Om voldoende drinkwater in Rome te hebben, gebruikten de Romeinen aquaducten om water uit de bergen vervoeren (naar grote waterbassins). Dit is het Aqua Claudia.
Het Pantheon was gebouwd als tempel. Tegenwoordig is het één van de meest bezochte toeristische attracties in Rome. Een bijzonder kenmerk van het gebouw is de koepel met een gat (oculus, oog) erin.

Slide 23 - Tekstslide

Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.

Slide 26 - Tekstslide

Video
Welkom bij de Romeinen:
Wat is er te doen in het Colosseum?

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome. 

Slide 29 - Tekstslide

Reconstructie van het Forum Romanum zoals het er tijdens het Romeinse Rijk moet hebben uitgezien.

Slide 30 - Tekstslide

Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.

Slide 31 - Tekstslide

Het wagenrennen was levensgevaarlijk. Snelheden van meer dan 70 km/u kwamen voor, en in de smalle bochten was het dringen geblazen. Het publiek vond het prachtig. Overigens ook om met elkaar op de vuist te gaan: als hun renner niet had gewonnen, gingen hooligans met elkaar in gevecht.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide


Alle wegen leiden naar Rome

  • In hun hele rijk leggen de Romeinen verharde wegen (via) aan. 
  • Hierdoor kan niet alleen het Romeinse leger snel in alle uithoeken van het rijk zijn, maar ook handel wordt hierdoor makkelijker.

  • En inderdaad: alle wegen leiden écht naar Rome!

Slide 34 - Tekstslide

Sleep steeds 2 onderdelen van de onderste rij naar een afbeelding in de bovenste rij.

Slide 35 - Sleepvraag

Circus Maximus
Colosseum
aquaduct
keizerlijke paleizen

Slide 36 - Sleepvraag

Dit soort wedstrijden kon je bekijken in het:
A
Circus Maximus
B
Colosseum
C
Forum Romanum
D
Pantheon

Slide 37 - Quizvraag

Dit soort wedstrijden kon je bekijken in het:
A
Circus Maximus
B
Colosseum
C
Forum Romanum
D
Pantheon

Slide 38 - Quizvraag

Wie zie je op deze afbeelding vechten?
A
Slaven
B
Gladiatoren
C
Soldaten
D
Goden

Slide 39 - Quizvraag

Antonius. Hij was eerst boer, maar hij is naar Rome verhuisd, in de hoop daar werk te vinden.

Antonius woont in een:


A
villa
B
insula
C
amfitheater

Slide 40 - Quizvraag

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 41 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 42 - Open vraag