LMC Voortgezet Onderwijs

vwo 2 §2.2 en §2.3 zuivere stoffen en mengsels, massa en volume

§2.2 zuivere stoffen en mengsels
  • Je kunt uitleggen wat een zuivere stof is.
  •  Je kunt uitleggen wat een mengsel is.
  • Je kunt uitleggen wat een oplossing is en kent de 2 kenmerken van een oplossing. (helder en blijft gemengd)
  • Je kunt bij een oplossing het oplosmiddel en de opgeloste stof benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat een suspensie is en kent de 2 kenmerken van een suspensie (troebel en gaat ontmengen)
  • Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met concentratie (geconcentreerd/ verdund) en je kunt hiermee rekenen.(gram/L)
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

§2.2 zuivere stoffen en mengsels
  • Je kunt uitleggen wat een zuivere stof is.
  •  Je kunt uitleggen wat een mengsel is.
  • Je kunt uitleggen wat een oplossing is en kent de 2 kenmerken van een oplossing. (helder en blijft gemengd)
  • Je kunt bij een oplossing het oplosmiddel en de opgeloste stof benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat een suspensie is en kent de 2 kenmerken van een suspensie (troebel en gaat ontmengen)
  • Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met concentratie (geconcentreerd/ verdund) en je kunt hiermee rekenen.(gram/L)

Slide 1 - Tekstslide

ICETEA

Slide 2 - Tekstslide

Zuivere stof          mengsel
Een zuivere stof bestaat uit 1 soort deeltjes.
(moleculen)

Slide 3 - Tekstslide

2 soorten mengsels

oplossing
suspensie

Slide 4 - Tekstslide

Oplossing
Vloeistof (oplosmiddel) waarin een andere stof oplost (de opgeloste stof)
De opgeloste stof kan een vaste stof zijn (suiker) een andere vloeistof (alcohol) of een gas (zuurstof).
Een oplossing is altijd helder = je kunt erdoor heen kijken.
Een oplossing kan kleurloos zijn, maar ook een kleur hebben (cola)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Een suspensie is een mengsel van een vaste onoplosbare stof en een vloeistof.


Een suspensie is altijd troebel.

Na een tijdje is een suspensie minder troebel.

Slide 7 - Tekstslide

concentratie
geconcentreerd
verdund

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Concentratie (gram/Liter)
Bij een mengsel zegt de concentratie iets over de hoeveelheid stoffen die in het mengsel zitten.

16 gram suiker opgelost in 1 Liter water
De concentratie is dan 16  g/L

Slide 10 - Tekstslide

Iemand lost 328 gram suiker op in 4 liter water.
Bereken de concentratie van deze oplossing.
(in gram per Liter g/L)

Slide 11 - Open vraag

De concentratie Covid medicijn is 0,6 mg/mL.
Er wordt 2,3 mL toegediend aan een patiënt.
Hoeveel mg is dat in totaal?

Slide 12 - Open vraag

Er wordt 2,3 mL van een Covid medicijn toegediend aan een patiënt. In deze 2,3 mL zit 0,8 mg van de werkzame stof.
Bereken de concentratie van dit medicijn (in mg per mL)

Slide 13 - Open vraag

De concentratie Covid medicijn is 0,4 mg per mL (mg/mL)
Er wordt 1,7 mg toegediend aan een patiënt.
Hoeveel mL is dat in totaal?

Slide 14 - Open vraag

§1.2 zuivere stoffen en mengsels
  • Je kunt uitleggen wat een zuivere stof is.
  •  Je kunt uitleggen wat een mengsel is.
  • Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met concentratie (geconcentreerd/ verdund) en je kunt hiermee rekenen.
  • Je kunt uitleggen wat een oplossing is en kent de 2 kenmerken van een oplossing. (helder en blijft gemengd)
  • Je kunt bij een oplossing het oplosmiddel en de opgeloste stof benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat een suspensie is en kent de 2 kenmerken van een suspensie (troebel en gaat ontmengen)

Slide 15 - Tekstslide

Zelf aan het werk

lezen methode §2.2  tot grootte van moleculen
maken opgave 1,2,3,7 en 8

Slide 16 - Tekstslide

.
Gevaar:
Bij langdurig contact kan er roodheid optreden van de huid. Het kan prikken in je ogen. Hoe noem je deze?
A
corrosief
B
schadelijk
C
giftig
D
oxiderend, brandbevorderend

Slide 17 - Quizvraag

Iemand lost 328 gram suiker op in 4 liter water.
Bereken de concentratie van deze oplossing.

Slide 18 - Open vraag

vorige les
oplossing  en suspensie

concentratie

Slide 19 - Tekstslide

leerdoelen van deze les
Je kunt toepassen en uitleggen wat filtreren is en bij welk soort mengsel je dit kunt gebruiken.
Je kunt bij filtratie het filtraat en het residu benoemen.

Je kunt uitleggen met een voorbeeld wat extraheren betekent en je kunt dit toepassen. Je kunt het extract en het residu benomen

Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met een legering.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

extraheren
Een mengsel van 2 (of meer) vaste stoffen waarvan er één oplost en de ander niet oplost kun je scheiden door extraheren.

Bijvoorbeeld koffie of thee zetten.

Slide 22 - Tekstslide

extract water met gele bolletjes
residu = rest, water met oranje bolletjes

Slide 23 - Tekstslide

.
Wat voor een soort mengsel is het residu en wat voor een soort mengsel is het extract?
A
Het residu is een oplossing, het extract ook.
B
Het residu is een suspensie, het extract ook.
C
Het residu is een oplossing het extract een suspensie.
D
Het residu is een suspensie, het extract een oplossing.

Slide 24 - Quizvraag

leerdoelen van deze les
Je kunt toepassen en uitleggen wat filtreren is en bij welk soort mengsel je dit kunt gebruiken.
Je kunt bij filtratie het filtraat en het residu benoemen.

Je kunt uitleggen met een voorbeeld wat extraheren betekent en je kunt dit toepassen. Je kunt het extract en het residu benomen

Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met een legering.

Slide 25 - Tekstslide

Vorige les
Filtreren en extraheren

Slide 26 - Tekstslide

2.3 Massa en volume

Slide 27 - Tekstslide

je leert over
Massa en volume

wat is het?
hoe meet je het?
hoe reken je ermee?

Slide 28 - Tekstslide

massa en volume
500 g bloem en 200 ml melk

Slide 29 - Tekstslide

               massa  
                                         = "soort van" gewicht op onze aarde
                       Kg, g, mg, ton (1000 kg)


Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Het volume  van een stof
                             is hoeveel ruimte een stof inneemt = inhoud
Liters, centiliters, milliliters
                             of     kubieke meter   m3/dm3/cm3/mm3

Meten met: maatcilinder
of lengte x hoogte x breedte

Slide 32 - Tekstslide

Zet de juiste eenheid bij de grootheid
Temperatuur
Massa
volume
lengte
snelheid
concentratie
Liter of m3
km/h of meter per seconde
Kg
meter
gram per liter
g/L
graden Celsius

Slide 33 - Sleepvraag

.
Bereken de inhoud van deze doos
A
1200 cm2
B
1200 cm3
C
12000 cm3
D
12000 cm2

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

het volume van een cilinder

Slide 36 - Tekstslide

.
Bereken het volume = de inhoud van deze cilinder.

Slide 37 - Open vraag

<=    leer deze uit je hoofd
1 L = 1 dm3
1 ml = 1 cm3

Slide 38 - Tekstslide

1 ml = 1cm3
                                  wat is het volume van         ?

Slide 39 - Tekstslide

Bepaal het volume van de rode steen?
onderdompel methode
ml = cm3

Slide 40 - Tekstslide

zelf aan het werk:

§2.3 bestuderen en alle opgaven maken (ook met ster) en verbeteren. (niet de Brits/Amerikaanse eenheden = extra opdrachten)

Slide 41 - Tekstslide

Bepaal het volume
van de steen in cm3?

Slide 42 - Open vraag