Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
LMC Voortgezet Onderwijs
‹
Terug naar zoeken
4.3 schakelingen
4.3 schakelingen
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
70 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
4.3 schakelingen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Symbolen het tekenen van een schakelschema
Slide 3 - Tekstslide
Serieschakeling
Hier zie je drie lampjes in serie geschakeld.
In serie wil zeggen, in één stroomkring.
Het maakt niet uit waar je de stroomsterkte meet, want die is overal gelijk.
Slide 4 - Tekstslide
Een open stroomkring
Een gesloten stroomkring
Slide 5 - Tekstslide
Parallelschakeling
Ieder lampje heeft zijn eigen stroomkring.
De stroomsterkte kan door ieder lampje anders zijn.
Het maakt dus uit waar je de stroommeter plaatst
Slide 6 - Tekstslide
Voor welk onderdeel van een schakeling staat het symbool?
Lampje
Batterij
snoer
schakelaar
Slide 7 - Sleepvraag
Je ziet een schakelschema met een batterij, twee lampjes en een schakelaar.
Welk(e) lampje(s) brand(en)
A
lampje 1
B
lampje 2
C
beide lampjes
D
geen van beide lampjes.
Slide 8 - Quizvraag
Welke bewering is waar?
A
in een serieschakeling is de stroomsterkte niet overal even groot.
B
in een serieschakeling maakt het niet uit waar je de stroomsterkte meet.
C
in een serieschakeling met meerdere lampjes kun je elk lampje apart aan en uit doen.
D
op de plaats waar een serieschakeling zich vertakt, splitst de stroom zich.
Slide 9 - Quizvraag
serieschakeling
parallelschakeling
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Slide 10 - Sleepvraag
Straatverlichting is parallel geschakeld.
Wat is een kenmerk van een parallelschakeling?
A
als 1 lamp kapot gaat, blijven de andere lampjes branden.
B
als 1 lamp kapot gaan, gaan de andere ook uit.
C
je kunt alle lampen in een keer uitschakelen.
Slide 11 - Quizvraag
Je installeert met één spanningsbron een lamp in de slaapkamer en een lamp in de woonkamer.
Je wilt dat je de lamp in de slaapkamer uit kunt doen terwijl de lamp in woonkamer blijft branden.
Welke soort schakeling kies je?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
Slide 12 - Quizvraag
Kerstverlichting werd vroeger in serie geschakeld. Nu wordt alle kerstverlichting parallel geschakeld.
Waarom wordt kerstverlichting parallel geschakeld?
A
omdat de totale stroomsterkte wordt verdeeld tussen de lampjes.
B
omdat de andere lampjes blijven branden als er 1 kapot gaat.
C
omdat de lampjes apart aan en uit gezet kunnen worden.
Slide 13 - Quizvraag
Een schakeling heeft vier identieke vertakkingen. De stroomsterkte in elke tak is 1,2 mA.
Hoe groot is de totale stroomsterkte door de vier takken samen?
A
1,2 mA
B
2,4 mA
C
3,6 mA
D
4,8 mA
Slide 14 - Quizvraag
Hoe groot is de stroomsterkte die door de zoemer gaat?
A
1 mA
B
2 mA
C
3 mA
D
5 mA
Slide 15 - Quizvraag
Hoe groot is de stroomsterkte die door het lampje gaat?
A
1 mA
B
2 mA
C
3 mA
D
5 mA
Slide 16 - Quizvraag
Proef 3
blz 177/178
Slide 17 - Tekstslide