Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
LMC Voortgezet Onderwijs
‹
Terug naar zoeken
Oefenen H5
Oefenen H5ECONOMIE
Hoofdstuk 5
Pincode 7e
editie
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslide
en
3 videos
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Oefenen H5ECONOMIE
Hoofdstuk 5
Pincode 7e
editie
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
De rijksoverheid heeft nog geen wetten die al het vuurwerk verbieden. Sommige gemeentes wel. Welke o.a.?
A
Haarlem
B
Velsen
C
Zandvoort
D
Heemstede
Slide 3 - Quizvraag
Een staatsschuld ontstaat door in de jaren met een begrotingstekort:
A
Geld uit te geven
B
Geld te lenen
C
Geld te sparen
D
Geld te hebben
Slide 4 - Quizvraag
Geef (door middel van slepen) aan of de genoemde belasting een vorm van
directe
of
indirecte
belasting is.
Directe belastingen
Indirecte belastingen
BTW
Loon en inkomstenbelasting
Accijns
Vennootschapsbelasting
Motorrijtuitenbelasting
Invoerrrechten
Slide 5 - Sleepvraag
Geef (door middel van slepen) aan wat wel / niet gevolgen zijn van economische groei.
Wel
Niet
Minder overheidsuitgaven
Meer subsidie voor bedrijven
Minder welvaart
Slide 6 - Sleepvraag
Welke uitspraak past bij een sociale markteconomie?
A
De overheid geeft met strenge regels vorm aan de samenleving
B
De overheid mengt zich niet in het spel van vraag en aanbod
C
De overheid zorgt ervoor dat het land aantrekkelijk is voor grote bedrijven
D
De overheid zorgt met wetten en regels voor een bestaansminimum
Slide 7 - Quizvraag
Een planeconomie heeft geen marktwerking, terwijl dat wel zo is bij een vrijemarkteconomie en sociale markteconomie ... ?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Wat is privatisering?
A
De overheid koopt een dienst of activiteit van een particulier bedrijf met het idee hier winst me te kunnen maken.
B
De overheid stimuleert particuliere bedrijven om meer mensen in dienst te nemen.
C
De overheid verkoopt een dienst of activiteit aan een bedrijf in de particuliere sector.
D
Het privévermogen van eigenaren van bedrijven in de particuliere sector wordt door de overheid beschermd.
Slide 9 - Quizvraag
Welke instanties geven er advies aan de overheid? Het zijn er drie. Afkortingen zijn genoeg
Slide 10 - Open vraag
Wanneer de overheid aflost op de staatsschuld. Wat voor gevolgen heeft dat op de rentekosten op de staatsschuld
A
Deze worden hoger
B
Deze blijven gelijk
C
Deze worden lager
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een staatsschuld?
A
Het totaal van de export die een land heeft gemaakt
B
Het totaal van de import die een land heeft gemaakt
C
Het totaal van de schulden die een land heeft gemaakt.
D
Een deel van de schulden die een land heeft gemaakt.
Slide 12 - Quizvraag
Een begrotingstekort is:
A
De verwachte inkomsten van de overheid zijn groter dan de verwachte uitgaven.
B
De verwachte inkomsten van de overheid zijn lager dan de verwachte uitgaven.
C
De schuld die de overheid heeft opgebouwd door geld te lenen.
Slide 13 - Quizvraag
Als de overheid ergens het gebruik van wil afremmen kunnen ze dat doen door de prijs te verhogen . Waarmee?
A
BTW
B
Accijns
C
Subsidie
D
Winst
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Video
Wat kan de overheid doen wanneer er een begrotingstekort is ontstaan?
Slide 16 - Open vraag
BBP 150 miljard. Begrotingstekort:
4 miljard euro. Bereken het
begrotingstekort in % van het BBP.
Afronden op 1 decimaal.
timer
1:00
Slide 17 - Open vraag
Volksverzekeringen worden betaald door...
A
Iedere burger in Nederland
B
De overheid
C
Alle mensen die belasting betalen in Nederland
Slide 18 - Quizvraag
Volksverzekeringen zijn…
A
sociale voorzieningen die iedere inwoner van inkomen voorziet in moeilijke tijden.
B
sociale verzekeringen voor alle mensen die werken in Nederland.
C
financiële bijdragen van de overheid voor gepensioneerden.
D
sociale verzekeringen voor alle inwoners.
Slide 19 - Quizvraag
Welke is GEEN weknemersverzekering?
A
WW
B
WWB
C
WIA
D
AOW
Slide 20 - Quizvraag
Vergrijzing is vooral een probleem voor
A
AOW
B
Pensioen
Slide 21 - Quizvraag
In welke bevolkingspiramide is er sprake van vergrijzing?
A
1950
B
2050
Slide 22 - Quizvraag
Wat is het juiste gevolg van vergrijzing?
A
Dat er veel oude mensen zijn dan jongeren.
B
Er moeten steeds meer uitkeringen (AOW) worden betaalt.
C
De AOW leeftijd is verhoogt door de overheid.
D
De zorg is verbeterd waardoor mensen langer blijven leven.
Slide 23 - Quizvraag
Ksoten die niet verhaald kunnen worden op de daders (zoals vervuiling enz. ) noemen we:
A
Bedrijfskosten
B
Belastingen
C
Maatschappelijke kosten
D
Maatschappelijke opbrengsten
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Video