LMC Voortgezet Onderwijs
‹Terug naar zoeken

2.2 en 2.3 rekenen met Negatieve getallen

temperatuur verschil
Het is -3 graden buiten. Het wordt vannacht 5 graden kouder. Daarna wordt het morgen 15 graden warmer.
Wat is de temperatuur vannacht en morgen?
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

temperatuur verschil
Het is -3 graden buiten. Het wordt vannacht 5 graden kouder. Daarna wordt het morgen 15 graden warmer.
Wat is de temperatuur vannacht en morgen?

Slide 1 - Tekstslide

Rekenen met 
negatieve getallen

Slide 2 - Tekstslide

In deze les leer je....
...negatieve getallen optellen
...negatieve getallen aftrekken
...negatieve getallen vermenigvuldigen
...negatieve getallen delen

Slide 3 - Tekstslide

Waar gebruiken we
negatieve getallen

Slide 4 - Woordweb

De getallenlijn

0
1
2
3
4
5
6
-1
-2
-3
-4
-5
-6

Slide 5 - Tekstslide

De getallenlijn
 positief getal erbij -> naar rechts
 negatief getal erbij <- naar links
0
1
2
3
4
5
6
-1
-2
-3
-4
-5
-6

Slide 6 - Tekstslide

De getallenlijn
 positief getal eraf <- naar links
negatief getal eraf -> naar rechts
0
1
2
3
4
5
6
-1
-2
-3
-4
-5
-6

Slide 7 - Tekstslide

Ezelsbruggetje optellen en aftrekken

Slide 8 - Tekstslide

4+-3=
A
7
B
1

Slide 9 - Quizvraag

1+-3=
A
4
B
-4
C
2
D
-2

Slide 10 - Quizvraag

-1+-3=
A
4
B
-4
C
2
D
-2

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

A: -3-2=
B: -5x-1=
C: -1+-1=


D: 2--1=
E: 0:-4=
Sleep de letters naar de juiste plek onder de getallenlijn
A
B
C
D
E

Slide 13 - Sleepvraag

Maak samen een zo lastig mogelijke som met negatieve getallen.

Slide 14 - Open vraag

Breuken

  • eerst gelijknamig maken
  • moet je naar rechts of naar links

Slide 15 - Tekstslide


​5​​1​​+−​10​​3​​=
A
−​10​​2​​
B
−​5​​1​​
C
−​10​​1​​
D
​10​​5​​

Slide 16 - Quizvraag


−​5​​1​​+−​10​​3​​=
A
−​10​​2​​
B
−​2​​1​​
C
−​10​​1​​
D
−​10​​5​​

Slide 17 - Quizvraag

timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Vermenigvuldigen

+ x + = +
- x - = +
+ x - = -
- x + = -

Slide 19 - Tekstslide


2⋅6=
A
12
B
-12

Slide 20 - Quizvraag


−2⋅6=
A
12
B
-12

Slide 21 - Quizvraag


2⋅−6=
A
12
B
-12

Slide 22 - Quizvraag


−2⋅−6=
A
12
B
-12

Slide 23 - Quizvraag


−​4​​1​​⋅​6​​5​​=
A
​24​​5​​
B
−​24​​5​​

Slide 24 - Quizvraag

Delen

+ : + = +
- : - = +
+ : - = -
- : + = -

Slide 25 - Tekstslide

Delen met breuken

Weet je nog?

Delen met een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde

​2​​1​​:​4​​3​​=​2​​1​​⋅​3​​4​​=​6​​4​​=​3​​2​​

Slide 26 - Tekstslide

Delen met breuken

en nu met negatieve getallen 


​2​​1​​:−​4​​3​​=​2​​1​​⋅−​3​​4​​=−​6​​4​​=−​3​​2​​

Slide 27 - Tekstslide

6:2=
A
3
B
-3

Slide 28 - Quizvraag

-6:2=
A
3
B
-3

Slide 29 - Quizvraag

6:-2=
A
3
B
-3

Slide 30 - Quizvraag

-6:-2=
A
3
B
-3

Slide 31 - Quizvraag


​−2​​−8+2​​=
A
3
B
-3
C
5
D
-5

Slide 32 - Quizvraag

let op:
ook bij negatieve getallen geldt de rekenvolgorde:

()
x en :
+ en -

Slide 33 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 34 - Tekstslide

In deze les hebben we behandeld....

...negatieve getallen optellen
...negatieve getallen aftrekken
...negatieve getallen vermenigvuldigen
...negatieve getallen delen

Slide 35 - Tekstslide

Wat heb je geleerd in deze les?

Slide 36 - Open vraag

Wat vind je nog moeilijk aan negatieve getallen?

Slide 37 - Open vraag

huiswerk
maak opdrachten:
20,21,23,30,31,32,35,36,39,42,43,44
extra oefenen:
33,40,46
extra uitdaging:
25,34,41,47,48,49

Slide 38 - Tekstslide